Martin vindt verloren trouwring in water terug
In een wereld die ruwer wordt en waarin de discussie verhardt, is het fijn om te weten dat er ook nog goede mensen bestaan. Lees: heel goede mensen. Neem de 38-jarige Martin van Hees uit Spijkenisse.
De beste man heeft een bedrijfje – Gevonden Verloren – in het gratis opsporen van verloren items. De, zoals hij het noemt, uit de hand gelopen hobby is de hoop in bange dagen van bezitters van kwijtgeraakte spullen. Hoe het werkt? Je plaatst een bericht op de site en Martin komt naar je toe en speurt je spullen op.
Reddende engel
Zo ook de trouwring van Zaandammer Harrold, afgelopen dinsdag. „Ik werd door hem benaderd met de vraag of ik de trouwring van zijn vader kon opsporen. Zijn vader is een paar jaar geleden overleden en Harrold draagt sindsdien de iets te grote ring aan zijn vinger.” Martin vervolgt: „Harrold was hem kwijtgeraakt in een plas in Spijkenisse toen hij aan het spelen was met een bal.” Zo gezegd, zo gedaan. Martin sprong in duikpak en gewapend met metaaldetector het water in en vond de ring terug. Missie voltooid.
Het is een verhaal in een verhaal. Want de reden waarom de Spijkenisser zich belangeloos inzet, is minstens zo mooi. „Ik heb sinds zeven jaar een spierziekte. Ik kan dan ook niet altijd duiken, want de ene dag is het water te koud en de andere dag ben ik te moe. In mijn dagelijks leven ben ik vaak afhankelijk van anderen. Het is zo fijn om te ervaren dat mensen je vrijwillig helpen. Daarom ben ik hetzelfde gaan doen.”
Hij refereert aan een situatie met een vader uit Apeldoorn. „Hij benaderde mij met de vraag of ik zijn fietssleutel kon terugvinden. En nu denk jij: fietssleutel? Maar het ging hem niet om de sleutel, maar om het koordje waaraan het ding zat. Die had zijn dochtertje gemaakt, maar zij was een paar maanden geleden ervoor overleden.”
Martin vertelt het koeltjes, maar is wel degelijk geraakt door dit soort verhalen. „Het is zo fijn om een knuffel te krijgen van iemand die je niet kent alleen maar omdat je die persoon helpt. Ik blijf dit doen zolang dit kan.”