Nationale Politie voelt zich ‘geïsoleerd en cynisch’
Er heerst nog steeds veel onrust binnen de Nationale Politie. Er zou sprake zijn van ‘chaos’ in de ‘te trage’ organisatie, schrijft het AD dinsdag.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie deed een grootschalig onderzoek onder agenten van de Nationale Politie, na de grootschalige bezuinigingen van vorig jaar. De uitslag is duidelijk: agenten zijn behoorlijk ontevreden over hun werkgever. Zo zou de afstand tussen leidinggevenden en agenten veel te groot zijn en is er sprake van een ‘cynische’ sfeer.
Wij-zij-gevoel
Bovendien zou er sprake zijn van een ‘wij-zij-gevoel’, en dat terwijl de Nationale Politie juist bedacht is om meer eenheid tussen de verschillende korpsen te creëren. Zo botert het bijvoorbeeld niet tussen de agenten op straat en die achter het bureau; laatstgenoemden zouden geen idee hebben van wat er zich op straat afspeelt en zouden processen alleen maar vertragen.
Datzelfde geldt voor de vele lagen die er binnen de Nationale Politie bestaan. Leidinggevenden zouden op „eilandjes” zitten en te weinig contact hebben met het blauw op straat. „We zijn stuurloos”, zou een agent tegen de onderzoekers hebben gezegd. Boven alles hebben agenten het gevoel geïsoleerd te zijn van de buitenwereld, waardoor ze cynischer worden richting de burger.
Kritiek
De politievakbond NPB hoort deze klachten vaker. „Er lijken soms twee werelden te bestaan”, vertelt woordvoerder Albert Springer. „De werknemers zijn druk op straat en willen geleid worden, maar de leidinggevenden lijken meer bezig met cijfers en doelstellingen vanuit het ministerie”. Minister Van der Steur (Justitie) laat weten dat het onderzoek ruimte biedt voor verbeteringen binnen de Nationale Politie.
Het is niet de eerste keer dat er felle kritiek wordt geuit op de Nationale Politie. De grootscheepse reorganisatie, die in 2011 begon en aan veel agenten de baan kostte, zou de kwaliteit van het werk niet ten goede komen. Ook zijn de computersystemen verouderd en maken agenten zich zorgen dat ze door de stroom vluchtelingen niet genoeg aandacht hebben voor de ‘gewone burger’.