Reddingsteam was dicht bij vermiste Kris en Lisanne
Een reddingsteam dat de eerste dagen na de verdwijning van Kris Kremers en Lisanne in 2014 in Panama in actie kwam, is op een paar honderd meter afstand van de vrouwen gestopt met zoeken. Dat zegt Peter Froon, de vader van Lisanne, volgens de NOS in een documentaire die donderdag wordt uitgezonden. De twee waren toen waarschijnlijk nog in leven.
Froon zegt dat de reddingshonden een signaal afgaven in het gebied waar later resten en spullen van de vrouwen zijn gevonden. „Normaal slaan honden aan als ze iets bespeuren, deze honden hebben getwijfeld”, zegt hij in de documentaire.
Spijt
De begeleider van de honden heeft de families laten weten nog altijd spijt te hebben dat ze niet heeft doorgezocht. „Als je de kaarten bekijkt, gaat het niet om kilometers”, zegt Froon. „We hebben het eerder over een paar honderd meter.” De vrouwen leefden op dat moment waarschijnlijk nog, omdat hun telefoon een paar dagen na de vermissing nog is gebruikt.
Verongelukt
Kris en Lisanne verdwenen tijdens een wandeling in de Panamese jungle vlakbij de stad Boquete op 1 april 2014. Pas na maanden speuren werden botresten gevonden waarmee vast kwam te staan dat de vrouwen het niet hadden overleefd.
Bijna een jaar later, in maart 2015, brachten de families van Kris en Lisanne naar buiten dat de twee waarschijnlijk waren verongelukt. Dat deden ze na onderzoek van een team forensisch specialisten, dat zich baseerde op een analyse van het gebied waar de resten en spullen van de vrouwen werden gevonden.
In de documentaire zeggen de ouders dat er nu ook forensisch bewijs is voor de theorie dat de vriendinnen tijdens hun wandeling in de jungle van Panama een ongeluk hebben gehad. Het Nederlands Forensisch Instituut bevestigt dat er meerdere botbreuken in de linkervoet van Lisanne zijn geconstateerd. Daarmee staat voor de families vast dat de twee zijn verongelukt.
Beenvliesontsteking
Volgens de ouders van Lisanne hebben Panamese onderzoekers ook vastgesteld dat Lisanne een beenvliesontsteking heeft opgelopen. Dat zou erop kunnen duiden dat ze na de botbreuken nog meerdere dagen moet hebben geleefd.
Toch moet er met enige voorzichtigheid met die conclusie worden omgegaan, zegt patholoog-anatoom Frank van de Goot. Hij was vorig jaar in Panama met het team van forensisch specialisten voor de laatste zoektocht naar resten van de twee vrouwen. „Het spoor dat gevonden is kan ook duiden op een verschijnsel dat optreedt bij ongeoefende wandelaars die ineens lang gaan lopen. We zien dat ook bij deelnemers van de Nijmeegse Vierdaagse."