Nieuwjaarsfeest voorbij, slachtoffers verwerken klap
Een kind dat met vuurwerkbril naar het vuurwerk keek, maar niet beschermd was tegen de vuurpijl die plots naast zijn oor ontplofte. Of een jonge man wiens pink werd afgerukt, omdat een vuurpijl tijdens het afsteken omviel en bij zijn hand ontplofte. Het is een greep uit de verhalen die traumachirurg Jaap Deunk na de jaarwisseling registreerde.
Ledematen
Terwijl de laatste vuurwerkresten dit weekend van de straten werden geveegd, kwamen ook de eerste cijfers van artsen over het aantal vuurwerkslachtoffers naar buiten. Zeker 108 vuurwerkslachtoffers zagen tijdens de jaarwisseling een traumachirurg, zo rapporteerde de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT).
„Deze meer dan honderd patiënten hadden zulk ernstig letsel dat er een chirurg bij moest komen kijken”, legt Deunk dit cijfer uit. „Denk aan ernstige brandwonden, scheurwonden, amputaties en botbreuken.” Vorig jaar registreerde de NVT tijdens de jaarwisseling ‘slechts’ veertig slachtoffers, maar Deunk wijst er op dat dat het eerste jaar van registratie was en lang niet alle trauma-artsen hun gegevens toen doorgaven.
De helft van de meer dan honderd slachtoffers die afgelopen jaarwisseling een traumachirurg zagen, was jonger dan 16 jaar. En in 70 procent van de gevallen staken de slachtoffers zelf het vuurwerk af.
Ogen
In het oogziekenhuis in Rotterdam was die verhouding anders. Volgens oogarts Tjeerd de Faber stak de helft van zijn ‘nieuwjaarspatiënten’ zelf het vuurwerk af. De andere helft was toeschouwer.
„Ik heb een patiënt die letterlijk drie stappen buiten had gezet en werd geraakt door een pijl. Hij is de rest van zijn leven aan een oog blind. Of denk aan een jongen die nog even het vuurwerkafval bij elkaar veegde en dit liet branden. Ertussen zat nog een pijl die niet was afgegaan, de boel explodeerde en dat was het laatste wat zijn oog gezien ooit nog zal zien.”
Heftig
De oogarts had donderdagnacht voor de negentiende keer dienst tijdens een jaarwisseling, maar noemt de afgelopen nieuwjaarsnacht een die hem ‘altijd zal bijblijven’. „In negatieve zin”, voegt hij er aan toe. „De ambulances kwamen achterelkaar binnen. In een uur tijd zag ik zeker vijf extreem verschrikkelijke gevallen, alsof er een bermbom was afgegaan. Voorgaande jaren kwamen er per uur zo’n twee tot drie gevallen waar je je echt ernstig zorgen om maakte.”
Uiteindelijk zag De Faber samen met zijn collega’s in Rotterdam tijdens de afgelopen jaarwisseling twaalf slachtoffers met oogletsel, vorig jaar waren dit er twee minder. De helft moest geopereerd worden. Drie slachtoffers kwamen afgelopen weekend nog naar het Rotterdamse oogziekenhuis en daarmee stond de teller zondag op vijftien slachtoffers.
„Dat is het topje van de ijsberg”, onderstreept De Faber. „Bij ons komt nog geen 10 procent van het totale aantal oogslachtoffers binnen, maar landelijke cijfers zijn nog niet bekend.”
Eerste hulp
Op de spoedeisende hulp werden volgens gezamenlijk onderzoek van VeiligheidNL en de NOS 482 mensen behandeld wegens vuurwerkletsel. Dat zijn er bijna honderd minder dan vorig jaar.