Rens Oving Nieuws 15 jan 2016, 17:50

Leestijd: 2 minuten

Nederlander opgepakt om doden IS-strijders

De Nederlandse sluipschutter Jitse Akse is opgepakt omdat hij in Syrië tégen Islamitische Staat (IS) heeft gevochten.

Akse deed in de media en op zijn Facebookpagina verslag van de strijd. Met het doden van IS-strijders had de De 47-jarige ex-militair geen moeite. „Als je ziet wat zij uitvreten… Met het omleggen van één IS’er red ik waarschijnlijk tientallen levens”, zei hij daarover tegen de Leeuwarder Courant.

https://www.facebook.com/10153208291343742

Strafbaar

Volgens het Openbaar Ministerie is het doden van IS-strijders in Syrië strafbaar. „De Nederlandse wetgeving geeft – afgezien van heel uitzonderlijke situaties zoals zelfverdediging – burgers niet het recht om zelf over te gaan tot gebruik van geweld en zeker geen dodelijk geweld. Het doden van IS-strijders kan daarom leiden tot een strafrechtelijke vervolging voor moord.”

Sluipschutter Akse gebruikte zijn ervaring in het leger, onder meer als dutchbatter in Srebrenica, om mee te vechten met de Koerdische militie YPG in het noorden van het land. Ook gaf hij militaire training aan andere buitenlandse strijders.

https://www.facebook.com/rodebaret/posts/833918480026570

Akse was even terug in Nederland om zich voor te bereiden op een nieuwe missie in Syrië.

Groot verschil

Voor de Syrische Koerden is de Nederlander een held, maar daar denkt het OM dus anders over. „Er is een belangrijk verschil tussen Nederlanders die op eigen houtje naar Syrië afreizen om tegen IS te strijden en Nederlandse militairen die Iraakse en Koerdische strijdkrachten, waaronder de Peshmerga, trainen. Deze inzet en training gebeurt op verzoek van de Iraakse regering. Dat verzoek vormt een rechtsgrond voor de inzet van de Nederlandse militairen in Irak. Dat geldt ook voor de inzet van Nederlandse F-16’s boven Irak.”

Akse is weer op vrije voeten, maar moest wel zijn paspoort inleveren om te voorkomen dat hij weer naar Syrië vertrekt. Of hij echt vervolgd gaat worden, beslist het OM pas als er meer onderzoek is gedaan naar zijn rol in de strijd in Syrië.