Deuren cafés gaan massaal op slot
Nederland heeft tweeduizend cafés minder dan zeven jaar geleden. De omzet van onze kroegen blijft laag.
Meer dan 13.000 gezellige barretjes hadden we nog in 2008. Zeven jaar en een crisis later hebben tweeduizend kroegbazen hun deuren moeten sluiten en zijn er nog maar ruim 11.000 over. Dat maakt het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) maandag bekend.
Slechts draaiend
Cafés vormen de achterblijvers binnen de horeca, is de cijferboodschap van het CBS. Hotels en restaurants hebben, na het topjaar 2007 en de daaropvolgende ineenstorting van de horecamarkt, hun omzet zien herstellen. Cafés zijn echter de slechts draaiende branche binnen de traditionele horeca. De gezamenlijke omzet lag in de eerste drie kwartalen van 2015 7 procent lager dan 2007, terwijl de prijzen een kwart hoger zijn dan toen.
Dat betekent dat bareigenaren de afgelopen jaren hun bierpompen massaal definitief hebben dichtgezet. In Groningen, Drenthe en bierprovincie Limburg hadden de kroegbazen het ’t zwaarst te verduren. In die gebieden liep het aantal cafévestigingen soms met 20 procent terug.
Bar en biertje
Per hoofd van de bevolking heeft Limburg wel de meeste cafés, elf per tienduizend. In Flevoland moet je goed zoeken voor je een bar en een biertje gevonden hebt: drie per tienduizend inwoners. Qua aantal is het in Noord-Holland goed toeven: van café ’t Torenerf tot het Wapen van Assendelft, je vindt er in totaal 2100.
Meeste kroegen
(per tienduizend inwoners)
1 Limburg
2 Zeeland
3 Noord-Holland
4 Noord-Brabant
5 Friesland
6 Groningen
7 Overijssel
8 Zuid-Holland
9 Gelderland
10 Drenthe
11 Utrecht
12 Flevoland