‘Jongeren willen juist in nekvel worden gepakt’
Meer dan zestigduizend jongeren tot 23 jaar hebben geen startkwalificatie. dat zegt vicepremier Lodewijk Asscher in een interview met Metro’s Ebru Umar.
Hoe kan het dat in een land als Nederland waar álles geregistreerd wordt, 66.000 jongeren zomaar uit het systeem en de statistieken verdwijnen?
„Gemeenten registreren jongeren tot 23 jaar als vroegtijdig schoolverlater, maar doen – op uitzonderingen na – verder niets aan de begeleiding naar werk. Deze jongeren gaan niet meer naar school, hebben geen uitkering en ‘verdwijnen’. Maar tot een leeftijd van 23 jaar moet je je als gemeente inspannen om jongeren een startkwalificatie te laten behalen. Het is wettelijk toegestaan om gemeentelijke bestanden aan elkaar te koppelen maar niet iedereen weet dat en doet dat. En zelfs als het wél gebeurt, mogen we niet uit het oog verliezen dat ook de groep tussen 23-27 jaar kwetsbaar is.”
Minister Lodewijk Asscher zou graag zien dat de wet wordt aangepast zodat ook jongeren tot hun 27e gevolgd en getraceerd kunnen worden. „Ze zijn buiten beeld voor werkgevers.”
Vandaag ontvangt de Tweede Kamer een brief van vice-premier Lodewijk Asscher over de Aanpak Jeugdwerkloosheid. Onderzoek uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) toont aan dat ondanks dat de cijfers over jeugdwerkloosheid dalen (op dit moment 163.000), er nog zeker een groep van 66.000 jongeren tot 23 jaar „buiten beeld” is. „Deze 66.000 jongeren zitten in het beste geval thuis op bank, in het ergste geval zorgen ze op straat voor problemen,” zegt Asscher. „Een groot deel van deze jongeren heeft geen startkwalificatie, verdient geen geld en is ook niet crimineel – het is redelijk cru om te constateren dat ze buiten de boot vallen mede omdat ze niet crimineel zijn. In dat geval zou het systeem ze kennen. Het zijn jongeren die hulp nodig hebben, want de rest van hun leven zullen ze toch iets moeten doen om geld te verdienen.”
Jeugdwerkloosheid is het gevolg van een verkeerde studiekeuze, onvoldoende werknemers- en sociale vaardigheden, weinig effectief zoekgedrag en het ontbreken van een startkwalificatie.
„Jongeren zonder startkwalificatie zijn twee keer zo vaak werkloos als jongeren met een startkwalificatie. Het gaat dan om zowel autochtone als allochtone jongeren met een lage sociale achtergrond. Afgelopen week heb ik jongeren gesproken en zij geven aan dat ze geholpen willen worden. Ze beseffen heel goed dat ze iets van hun leven moeten maken, maar weten niet hoe. Het gaat veelal mis bij de overgang van de middelbare school naar het mbo. Waar ze op school nog in de gaten worden gehouden, kunnen niet alle jongeren de verantwoordelijkheid en vrijheid van het mbo aan. Als je daar niet op komt dagen, gaat er geen briefje naar de ouders, de sociale controle ontbreekt. Het gaat mis als er niemand is om jongeren te helpen. Je ziet dat ze het waarderen om aangepakt te worden. Zo gaan in Amsterdam wijkteams gericht op zoek naar ze. Ze bellen thuis aan, pakken ze in hun nekvel en helpen ze weer terug naar school te gaan of bij het vinden van een baan.”
Volgens Asscher liggen criminaliteit en radicalisering op de loer als het niet gebeurt. „Ze weten dat ze een zinloos bestaan tegemoet gaan als ze te lang ronddobberen en niet aan het werk gaan. Het zijn jongeren die nog een heel leven voor zich hebben en geen crimineel zijn.”
Waar met geen woord over gerept wordt, zijn de ouders van deze jongeren. Spelen zij geen rol in het maatschappelijk slagen van hun kinderen?
„Dat mag je hopen van wel. Maar veel jongeren staan er alleen voor of er zijn familieproblemen waardoor ze geen aandacht krijgen. En als ouders en scholen niet in actie komen, vallen jongeren af. Ik wil niet dat dat gebeurt. Er zijn in Nederland áltijd mensen die bereid zijn je een kans te geven en het is zaak om jongeren ervan te overtuigen dat ze een groot deel van hun toekomst zelf in de hand hebben. Hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt.”