Probleem: asielkinderen moeten ook naar school
Asielkinderen spreken de taal niet, hebben een leerachterstand of heel ander onderwijs gehad en zijn getraumatiseerd door oorlog en vlucht. Marieke Postma probeert te helpen.
De telefoon van Marieke Postma, adviseur van de Lowan, staat al wekenlang roodgloeiend. „Ik doe dit eigenlijk naast mijn werk als basisschooldirecteur, maar daar komt nu weinig van terecht.” De Landelijke Onderwijs Werkgroep Asielzoekers en Nieuwkomers, een samenwerking van scholen die ervaring hebben met leerlingen uit het buitenland, is de enige plek waar scholen naartoe kunnen met vragen over nieuwe leerlingen die naar Nederland zijn gevlucht.
Marieke Postma
Lees ook: Syrische vluchteling schiet te hulp in Weert
En dat zijn er nogal wat. Door de enorme toestroom van met name Syrische vluchtelingen zitten scholen in het hele land met de handen in het haar. Meer dan vijfduizend kinderen worden nu in een asielzoekerscentrum opgevangen. En al die kinderen moeten op de een of ander manier naar school.
Peiling onder 235 schoolleiders: taalbarriere grroot, tolken nodig! http://t.co/pMpwqmZZo8
— AVS (@schoolleider) September 23, 2015
Waar lopen scholen nu tegenaan?
Leraren weten niet hoe ze een kind dat geen Nederlands spreekt het beste kunnen ondersteunen. Directeuren krijgen ineens tien extra leerlingen op school waar eigenlijk geen geld voor is. Gemeenten moeten tientallen kinderen op een school plaatsen en hebben geen idee wat de best oplossing is. Er zijn heel veel vragen, maar er is nauwelijks beleid. Het onderwijs voor vluchtelingenkinderen en andere nieuwkomers is echt houtje-touwtjewerk.
Dat klinkt niet ideaal…
Nee, uiteraard niet. In Zuidwest-Friesland, waar een AZC gaat komen, zijn we in gesprek hoe we de scholing daar het beste kunnen regelen. Over een paar maanden gaat het centrum open en dan staat er ook een school. Dan ben je voorbereid. Maar zo te werk gaan, dat kan nu helemaal niet meer.
Hoe gaat het dan wel?
Als kinderen in Nederland binnenkomen, gaan ze zo snel mogelijk naar school. Binnen een paar dagen zitten ze vaak al in de klas en dus moet er haast gemaakt worden. In Weert bijvoorbeeld waar deze week een AZC openging, moet nu in korte tijd onderwijs geregeld worden voor een grote groep kinderen.
Toch komt de vluchtelingenstroom niet als een verrassing.
We hebben vorig jaar ook al aan de bel getrokken, dat steeds meer scholen in de problemen kwamen. Er is ondertussen wel iets verbeterd, maar het is nog lang niet wat het zijn moet. Van leraren en schooldirecteuren wordt nog steeds verwacht dat ze het zelf maar oplossen.
En dat gaat dus niet?
Er is heel veel bereidheid om deze kinderen het beste onderwijs te geven. Scholen zeggen allemaal ‘kom maar in de klas, wij maken een plekje voor je vrij’. Maar het ontbreekt aan ervaring met nieuwkomers en asielkinderen. Ze spreken de taal niet, hebben een leerachterstand of heel ander onderwijs gehad, zijn getraumatiseerd door oorlog en vlucht. Dat vraagt om heel andere aanpak. Door gebrek aan kennis wordt vaak maar wat gedaan. Dat is ontzettend zonde, zeker omdat je deze kwetsbare kinderen een goede start hier in Nederland heel erg gunt.