Lodewijk Asscher: Behoed je kinderen voor de jihad
Het is dat de media nog net iets meer van Aboutaleb houden, maar anders zouden ze Lodewijk Asscher tot de Messias van de PvdA bombarderen. Hij is jong. Ambitieus. Vriendelijk. Standvastig. En heeft weinig vijanden. Anders kun je op je 38ste ook geen vice-premier van Nederland worden.
U heeft nooit in het bedrijfsleven gewerkt, maar heeft uw baan aan de UvA ingeruild voor een politieke carrière. Vanwaar die keuze?
“Lesgeven vond ik erg leuk; studenten die een keuzevak doen zijn erg gemotiveerd. Maar ik had ook wel het gevoel van: wie merkt dat ik dit doe. Ik had een boek geschreven en een proefschrift, dat misschien maximaal door vijftig mensen gebruikt werd om uit te citeren. Ik wilde meer. Ik was al lid van de PvdA, de gemeenteraadsverkiezingen kwamen eraan en zo ben ik erin gerold.”
Uw vader was lid van de VVD, uw oom was senator voor de VVD en dan kiest u voor de PvdA.
“Mijn moeder was lid van de PvdA; het is niet een analyse en matrixmodel. Meer een gevoel van daar hoor ik bij, daar wil ik me voor inzetten.”
U zei ‘wie merkt er op een universiteit nou wat ik doe’. Wat wilt u dat mensen zien aan de politicus Asscher, de vice-premier?
“Dat we in Nederland weer kiezen voor zinvol en waardevol werk en de mens voorop stellen. En dat we met de integratie het eeuwige gepraat over hard of zacht achter ons laten en de problemen aanpakken en mensen als individu behandelen. Ik hoop dat ze dat in mij zien. Dat ze zien dat ik daar mijn best voor doe. Ik probeer bij alles wat ik doe me te verplaatsen in de mensen wie het raakt. Wat betekent het voor iemand die op zoek is naar werk? Voor iemand die bezorgd is over de buurt?”
Peilingen
Hoe lang denkt u dat PvdA nog bestaat?
“Die zal nog heel lang blijven bestaan. De waarden waar de PvdA voor staat – solidariteit, proberen mensen omhoog te krijgen en speciale rechtvaardigheid – zijn waarden die heel veel Nederlanders ook voelen.”
Dat zie je niet terug in de peilingen en ook de sentimenten van mensen op politici in het algemeen zijn zelden lovend.
“Nee, maar als je het alleen maar leuk vindt bij goede peilingen, zit je niet met de goede instelling in de politiek. Je zit er niet voor jezelf. Als je je als politicus laat leiden door reacties op Twitter, heb je geen leven. Je moet kijken naar de dingen die je kunt bereiken. Daarnaast is er een contrast tussen de reacties op een website en twitter en de reacties van mensen die je toevallig tegenkomt in de supermarkt. Die zijn dan ontzettend lief.”
Durven ze dan niet meer?
“Nee, die zeggen: ‘ik vind het zo fantastisch dat jij je zo inzet voor ons’. Dus die kant is er ook.”
Kuzu en Ozturk
Niet alleen de kiezers lopen weg, ook de Kamerleden.
“Je moet mensen op je lijst zetten die kwaliteit hebben en die jouw idealen in de praktijk kunnen brengen. Ik denk dat deze Kuzu en Ozturk niet op de PvdA lijst hadden gemoeten. Anders steel je geen zetel. Bij Tweede Kamerverkiezingen ga je voor de partij. Als je een nieuwe partij wilt oprichten, prima. Maar dat doe je dan op je eigen tak. Het is treurig dat het zo gelopen is.”
Maar staat de Partij van de Arbeid niet bekend om mensen met een buitenlandse achtergrond op de lijst te zetten vanwege de stemmen en vanwege het bereik dat ze hebben?
“Nee. We zijn juist een van de weinige partijen die ook hele goede mensen hebben met een andere achtergrond. Ik ben reuzetrots op Aboutaleb die nu wereldberoemd aan het worden is. Dat is ook een PvdA’er. Ik vind het niet heel fair richting Aboutaleb, Marcouch of wie dan ook om te zeggen dat ze er alleen maar staan omdat ze een andere achtergrond hebben. Wij willen heel graag politici die ook anderen vertegenwoordigen, niet alleen maar witte mannen van boven de vijftig. Maar die mensen moeten wel goed zijn.”
Ik vind het toch unfair dat Marcouch en Aboutaleb de ferme taal van ‘rot op’ moeten speken, die ik óók verwacht van de witte mannen, maar niet hoor.
“Ik spreek precies dezelfde taal als Marcouch. Integratie is niet hard óf zacht, het is een combinatie; grenzen stellen, duidelijk maken waar Nederland voor staat maar ook verwelkomen. En ze als Nederlander behandelen in plaats van ze naar beneden te duwen.”
Allochtoon
Nou als we ze als Nederlander gaan behandelen, gaan we dan ook eens een keer ophouden met de term ‘allochtoon’?
“Ik praat liever over Nederlanders, allochtoon geeft het gevoel van uitsluiting. Ik zie mensen als Nederlanders. Als je dan iemands achtergrond wilt benadrukken, noem ze dan Turkse- Nederlander, Marokkaanse-Nederlander, whatever. En iedereen verdient een eerlijke kans, het is fout om mensen een baan niet te geven omdat ze een bepaalde achtergrond hebben. Geef ze een eerlijke kans.”
Waarom zou je mensen die geen fatsoenlijk Nederlands spreken een baan geven? Mijn generatie spreekt beter Nederlands dan hun kinderen terwijl velen niet hier geboren zijn.
“Hun kinderen doen het een stuk beter in opleidingsniveau – en ook qua taal. Wat mij nu vooral zorgen baart, is dat die kinderen het gevoel hebben dat ze er niet bij horen. En dat is gevaarlijk. Het kan leiden tot terugtrekken tot je eigen kring. Of tot radicalisering. Het baart mij zorgen als ik hoor dat Nederlandse kinderen vatbaar zijn voor jihadistische ronselaars.”
Radicalisering
Is het dan geen goed idee om zo’n megamoskeeproject in Gouda af te blazen? Dat soort gebedshuizen wordt nooit op de grachten opgericht maar altijd in achterstandswijken. Waar het heel makkelijk is om te radicaliseren. Een walhalla voor jihadistische ronselaars.
“Niet iedere gelovige is een potentiële terrorist. Daarvoor ken ik te veel mensen die én Nederlander én moslim én hardwerkende burger zijn. Je moet mensen op hun gedrag aanspreken. Als er geronseld wordt, moeten ze naar de gevangenis als er bewijs is. Op het moment dat een organisatie zich opstelt als facilitator van terrorisme dan moeten we ze aanpakken. Daar hebben we strenge wetten voor. Maar je speelt ze bijna in de kaart door te zeggen dat het een strijd is van alle moslims tegen alle niet-moslims.”
Ontkent u nou dat de radicalisering plaatsvindt in islamitisch georganiseerde gremia, of het nou een moskee, school of wijk is?
“Dit is islamitische radicalisering, dat is niet zo ingewikkeld.”
Ondertussen gaan de pubergrietjes en jongens juichend naar Syrië.
“Alle ouders, geïntegreerd of niet, dromen van een mooie toekomst voor hun kind. Je droomt van wat je kinderen kunnen zijn en gaan worden. Ouders hebben een enorme taak om hun kinderen te behoeden voor kinderlokkers van de jihad, ze moeten hun kinderen weerbaar maken, zelfvertrouwen meegegeven en opvoeden in de Nederlandse samenleving. Ze moeten hun kinderen bijbrengen dat jouw vrijheid ook mijn vrijheid is. Dus niet alleen opeisen, maar ook aan een ander geven. Je kunt niet zeggen dat de integratie af is, of mislukt. Het is een proces. Er is al een enorm succesvolle middenklasse of bovenklasse van mensen met een migrantenachtergrond die helemaal geen zin hebben om de hele tijd over integratie te denken. Die zijn allang Nederlander als alle anderen. Maar er zijn ook grote groepen waar de problemen nog groot zijn. Of dat goed komt? We hebben geen keuze. We zullen als land ervoor moeten zorgen dat we met elkaar kunnen samenleven.”
Oorlog
Er zijn mensen die zeggen dat het oorlog is. Bent u het daarmee eens?
IS is onze vijand, die bestrijden we. We gooien niet voor niets bommen op Irak. Maar of we in oorlog zijn? Nee. Dat vind ik niet.
Ondertussen is bedreigd worden een vanzelfsprekendheid geworden.
Ik vind het niet normaal dat politici en journalisten worden bedreigd. Ik schrik ervan. Het is triest dat overal politiemensen staan. Maar ik ben bang dat we in een wereld leven waar dat voorlopig zo blijft.
In dat kader is het toch goed te begrijpen dat mensen zeggen: het is oorlog. Als het je dag in dag uit overkomt?
Als dat je dag in dag uit overkomt, begrijp ik dat je je zo voelt. Maar als je in Amsterdam over straat wandelt, is het absurd om te denken dat het oorlog is. Bedreigingen zijn misschien normaler geworden maar we leven niet in een oorlogsgebied; het is een waanzinnig verschil.