Woningcorporaties gaan hun huurders dit jaar sparen
Woningcorporaties maken zich zorgen of hun bewoners de huur nog wel kunnen betalen. De kans is groot dat huurders daarom dit jaar niet geconfronteerd worden met een forse huurstijging.
Dat blijkt althans uit een jaarlijkse enquête van Aedes, de brancheorganisatie van woningcorporaties, onder een groot deel van haar leden. De helft van deze verhuurders verwacht dit jaar niet de maximale ruimte voor huurverhoging te zullen gebruiken. Vorig jaar zei meer dan 80 procent dit in hetzelfde onderzoek wel te gaan doen.
Lees ook: Huurders zakken onder armoedegrens
Het duurt nog even voordat woningcorporaties hun huurverhogingen bekend moeten maken. Maar volgens het Aedes-onderzoek breken de corporaties zich nu al het hoofd over de betaalbaarheid van hun woningen.
Dat is niet meer het geval bij Mozaïek wonen in Gouda. Volgens een woordvoerder is daar inmiddels al besloten om de prijzen maar met 1,5 procent te verhogen. „We merken dat onze huurders steeds vaker te laat zijn met betalen”, licht een woordvoerder toe. „We proberen hiermee zoveel mogelijk te voorkomen dat er grote betalingsachterstanden ontstaan.”
Stijging
Gemiddeld gingen de huren vorig jaar voor het tweede jaar op rij flink omhoog. Dit komt vooral door de invoering van een inkomensafhankelijke huurverhoging. Hierdoor mogen corporaties bij huishoudens met een grotere beurs meer huur vragen. Een meerderheid van de corporaties maakte vorig jaar gebruik van die mogelijkheid. Huurprijzen konden daardoor tussen de 4 en 6,5 procent stijgen.
Dit jaar ligt de maximale basishuurverhoging op 2,5 procent. Maar deze kan oplopen tot 5 procent voor huishoudens die meer dan 43.000 euro per jaar verdienen.
Niet blij
Dat meer corporaties verwachten niet voor het maximale bedrag te gaan maakt Ronald Paping, directeur van huurdersorganisatie de Woonbond, alleen niet echt blij. „Ik word pas vrolijk als ze allemaal zeggen dat ze niet op de automatische piloot voor het derde jaar op rij hun prijzen maximaal verhogen. Voor ons is het glas eerder half leeg.”