Hugo de Jonge wil dat gemeente bepaalt wie woningen koopt, maar daar is lang niet iedereen blij mee
We zitten midden in een woningcrisis en daarom is het aan woonminister Hugo de Jonge de taak om daar wat aan te doen. Nu is daar een nieuw wetsvoorstel voor strenge regels omtrent het kopen van een huis en bemoeienis van gemeenten. Maar daar is lang niet iedereen blij mee.
Woning-technisch staan we er in Nederland niet heel goed voor. De huurmarkt is oververhit en een koopwoning kostte de afgelopen tijd een flinke som geld. Voor huurwoningen zijn de tijdelijke contracten straks van de baan en hoge huren worden aangepakt met een puntensysteem. Maar nu wil de woonminister ook op de koopmarkt het een en ander aanpakken.
Wetsvoorstel Hugo de Jonge over koopwoningen
De Telegraaf schrijft vandaag over het wetsvoorstel van De Jonge waarbij gemeenten bepalen wie woningen tot 355.000 euro mogen kopen. Maar lang niet iedereen kan zich in die kabinetsplannen vinden. Zo vinden eigen coalitiepartijen als D66 en VVD dat huiseigenaren geraakt worden en ook de PVV keert zich, inmiddels, tegen dit plan.
Gemeenten hebben momenteel al behoorlijk wat in de melk te brokkelen als het gaat over sociale huurwoningen of nieuwbouw. Maar het kabinet wil dat gemeenten ook meer zeggenschap krijgen bij bestaande woningen. Waarom? Zo kunnen gemeenten voorrang geven aan eigen inwoners en mensen met een cruciaal beroep. Huiseigenaren mogen dan wel hun huis aan iemand anders verkopen. Maar die persoon mag zonder huisvestigingsvergunning daar niet wonen.
Meer zeggenschap gemeenten
Daarbij bepaalt de gemeente dus wie er op een huis mag bieden en wie waar mag wonen. Vereniging Eigen Huis verwacht dat vooral jonge huizenbezitters worden geraakt. En De Raad van State vreest voor de inbreuk van het eigendomsrecht en mensenrecht op vrije vestiging.
Tegen De Telegraaf kaart onder meer vakgroep Wonen van makelaarsorganisatie NVM aan dat het lastiger wordt om naar een goedkopere regio te verhuizen. Door de nieuwe wetgeving moet een mogelijke nieuwe inwoner aantonen dat er binding met de gemeente is of een cruciaal beroep uitoefenen. VVD-woonwethouder Paul Slettenhaar, van de gemeente Castricum, noemde het tegenover de krant „communisme.” „Je maakt zelf wel uit aan wie je je huis verkoopt. Daar mag de overheid zich helemaal niet mee bemoeien.”
Kritiek en protest
Zowel de woonwethouder als emeritus hoogleraar woningmarkt Johan Conijn benadrukken dat het probleem ligt bij het feit dat er te weinig woningen worden gebouwd. „Door dit wetsvoorstel komt er geen huis bij. Het is geen oplossing voor de grote woningnood”, sluit Vereniging Eigen Huis daarbij aan. En ook Kamerlid Peter de Groot (VVD) vindt dat het bouwen prioriteit moet krijgen in plaats van „het tekort aan woningen verdelen.” Eerder was de PVV nog positief over het wetsvoorstel van De Jonge, maar de partij lijkt te zijn gedraaid. De partij van Geert Wilders wil dat deze Huisvestingswet alleen geldt voor nieuwe woningen, niet voor bestaande woningen.
Mocht je dus een woning willen verkopen, kan het dus ‘zomaar’ zo zijn dat je straks met bemoeienis van de gemeente te maken krijgt. Dinsdag wordt er over het voorstel gestemd.