Waar is die visie op de woningmarkt?
„Ik denk dat het allemaal reuze meevalt. Echt overdreven al die paniek over de woningmarkt. Zo vermoeiend!”
Ik drink met mijn date vins naturels in een wijnbar in Oud-Zuid en we hebben het over huizen. Of ’pandjes’, zoals hij het noemt. Natuurlijk is het vermoeiend. En dan heb ik het niet eens over mijn date, die als advocaat op de ZuidAs zich wel wat meer mag inleven in de basisschoolleraren in onze stad, die geen normaal huis meer kunnen kopen. Of de vele begin-dertigers in de Randstad, Gelderland of Brabant, die volgens onderzoek van de NOS klem zitten en vanwege hun salaris niet goedkoop kunnen huren; maar ook niets kunnen kopen. Nee, het is vermoeiend om het steeds weer over huizen, appartementen en studio’s te hebben, omdat een duidelijke visie op het huizenprobleem niet echt in zicht lijkt. Althans, niet in Amsterdam.
Sinds 1 januari vorig jaar mogen Amsterdammers hun huis nog maar zestig dagen per jaar verhuren via sites als AirBnB. Volgend jaar wordt dat verlaagd naar dertig dagen. En de gemeente heeft deze woensdag weer een nieuwe maatregel tegen vakantieverhuur gepresenteerd: Na AirBnB zijn nu de vele B&B’s in de stad aan de beurt. Het aantal Bed & Breakfasts wordt per wijk ingeperkt tot een maximum en daarom komt er vanaf volgend jaar een vergunningsplicht voor nieuwe B&B’s. En dat allemaal om te voorkomen dat er steeds minder woningen beschikbaar zijn voor inwoners. Want waarom je huis verhuren aan een Amsterdammer als je ’m voor drie-keer-de-marktwaarde wegzet bij toeristen? Juist. Natuurlijk is het prima om lekker geld te verdienen en slim te ondernemen. Daarbij is méér overheidsbemoeienis voor niemand leuk. Maar de halve stad behandelen als AirBnB-toko is weinig chic.
Ook de Britse krant The Guardian maakt zich zorgen over de verhitte woningmarkt in Amsterdam. In een groot artikel vraagt zij zich af wat het ’AirBnB-effect’ met Amsterdam doet. Overlast, stijgende huizenprijzen en nog meer woningtekort lijken het gevolg. We moeten het niet overdrijven, maar echt vrolijk word je er nou ook weer niet van. Nu de dertig-dagen-regel voor vakantiehuur volgend jaar van start gaat, de groei van B&B’s aan banden wordt gelegd en er mogelijk een woonplicht voor nieuwbouwwoningen komt, is de vraag: wat kan Amsterdam nog doen om het tij te te keren? En belangrijker nog, wat betekent de huidige staat van de woningmarkt voor 21 maart? Over iets meer dan een maand gaan we naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. Maar vooralsnog lijken landelijke thema’s en politici voorrang te krijgen op plaatselijke problemen. Terwijl een echt stevige, gedurfde visie op de woningmarkt wel eens doorslaggevend kan zijn.
„Op feestjes gaat het binnen vijf minuten over de hoge huizenprijzen”, zei PvdA Amsterdam-voorzitter Marjolein Moorman vorige maand tijdens een hoorzitting over beleggers op de Amsterdamse woningmarkt. En tegenwoordig dus ook op dates. Laten we hopen dat dat na 21 maart iets positiefs betekent.