Eerste hulp bij sparen: oude sok of toch op de bank?
ABN Amro-klanten ontvangen vanaf 1 april geen rente meer op hun spaarrekening. Daarmee is het de eerste grote Nederlandse bank die de spaarrente verlaagt naar nul.
De bank gaat de spaarders in groepen verdelen. Tot 2,5 miljoen euro zit je ‘veilig’: je betaalt niets, maar ontvangt ook geen rente. Kom je boven dat bedrag, dan ontvang je vanaf april een negatieve rente. Je betaalt dan dus 0,5 procent rente over je royale spaarcenten.
Druk door Europese Centrale Bank
Ook bij onder meer Triodos Bank en Van Lanschot is de rente al verlaagd naar nul en ING, de grootste bank van Nederland, gaat daar langzaamaan naartoe. Daar is de rente vorig jaar verlaagd naar 0,02 procent. Ook de Rabobank tobt met de rente, liet topman Wiebe Draijer weten in de media. Maar waarom wordt die rente eigenlijk al jarenlang lager en lager?
Econoom Carlijn Prins van de Rabobank legt uit dat er een wereldwijd spaaroverschot is. Als ‘kers op de taart’ krijgen banken hoge druk opgelegd vanuit de ECB (Europese Centrale Bank), die de economie wil stimuleren. Banken verstrekken met spaargeld bijvoorbeeld hypotheken. Maar als een bank al het spaargeld uitleent en een spaarder wil zijn geld terug, heeft de bank een probleem. En dus wordt een deel van het spaargeld bewaard bij de ECB en over dat geld moeten banken sinds 2014 een negatieve rente betalen. Je raadt het al: wij spaarders kunnen dus ook minder rente ontvangen.
Belangrijke buffer
En dat is zorgelijk, vindt Gabriëlla Bettonville van voorlichtingsinstituut Nibud. „Je spaart niet om rijk te zijn. Het belangrijkste is dat je wat geld achter de hand hebt voor zaken die je niet van je salaris kunt betalen, zoals een vakantie of een kapotte cv-ketel. Maar met een verlaagde rente wordt het steeds minder aantrekkelijk om te sparen. Het is al moeilijk om te sparen. We zien namelijk nu al dat 40 procent van de Nederlands niet of nauwelijks geld apart zet.”
Toch zitten er ondanks de renteverlaging voordelen aan het sparen via de bank, volgens Bettonville. „Je kunt je geld in een oude sok doen, maar bij een huisbrand of dieven ben je het kwijt. Een bank biedt een stukje veiligheid. Bovendien is het een extra drempel om het geld te gebruiken.” Het Nibud adviseert om 10 procent van de maandelijkse inkomsten apart te zetten. Daarnaast tipt het voorlichtingsinstituut via de BufferBerekenaar wat je opzij kunt zetten om iets achter de hand te hebben voor ‘onverwachte, noodzakelijke uitgaven’.
Andere manieren van sparen
Econoom Prins verwacht dat mensen die een spaardoel hebben, zoals een auto of vakantie, in de toekomst zullen blijven sparen. „Je kunt op verschillende manieren sparen om meer rendement op te bouwen.” Bijvoorbeeld door in zonnepanelen te investeren zodat je energierekening lager wordt of je hypotheek aflossen, tipt Bettonville. „Belangrijk is wel dat je eerst zorgt voor een buffer.”
Dat beaamt Prins. „En verder moet je goed nadenken: hoeveel risico wil je lopen? En wanneer heb je het geld nodig? Je kunt bijvoorbeeld al je extra geld in aandelen investeren, maar op de korte termijn loop je het risico dat deze omlaag gaan en je geen tijd hebt om te wachten op koerswinsten om het in te halen. Het is dus belangrijk om dat te bespreken in je omgeving en om goed advies in te winnen.”
Verbod negatieve spaarrente
In de toekomst overweegt minister Wopke Hoekstra van Financiën een verbod op een negatieve spaarrente: als het voor spaarders niet meer mogelijk is om überhaupt te sparen zonder ervoor te hoeven betalen. Dat zou dan ook een ‘slechte zaak’ zijn volgens Bettonville. „Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat wanneer de spaarrente onder de 0 komt, de meeste mensen het geld van de bank halen.”