De Spaarrekening van Fabie (22): ‘Ik heb zo’n 20.000 euro gespaard’
Hoeveel geld staat er op je spaarrekening? Dat vragen we iedere week aan een andere Nederlander. Want hoewel we steeds meer praten over geld, hebben we het nooit over hoeveel we precies verdienen en sparen. Deze week: de 22-jarige Fabie, die naar eigen zeggen een stuk zuiniger leeft dan de gemiddelde student.
Beroep: student rechten
Netto inkomen: tijdelijk 600 euro WW-uitkering
Woonsituatie: huurwoning gedeeld met twee studenten
De Spaarrekening van Fabie
Wat staat er op je spaarrekening?
„In totaal 24.907 euro.”
Wat vind je van dat bedrag?
„Ja, dat is gewoon mijn spaargeld en ik kom daar verder niet aan. Ik gebruik die spaarrekening vrijwel nooit. Er komt momenteel eigenlijk ook niets bij, maar in principe gaat er ook niets vanaf. Tenzij bijvoorbeeld mijn telefoon morgen kapot zou gaan, dan zou ik wellicht geld van mijn spaarrekening gebruiken om een nieuwe te kopen, maar zolang het niet nodig is, gebruik ik dat geld niet. Mijn spaarrekening is bedoeld voor later en één keer per jaar voor het collegegeld.
Ik kom niets tekort. Geld speelt niet echt een rol voor mij. Maar als ik straks een huis wil kopen, heb ik misschien wel een voordeel ten opzichte van mensen die geen spaarrekening hebben. Voor de aanschaf van een huis is het namelijk wel belangrijk dat je zelf een bedrag kunt inleggen. Toch ben ik daar ook nog niet echt actief mee bezig en is dat meer iets voor de toekomst.”
Heb je daarnaast nog schulden?
„Naast een openstaande ov-schuld niet. Maar dat is een prestatiebeurs, dus als ik binnen tien jaar mijn studie afrond, dan wordt dat bedrag kwijtgescholden.”
Hoe heb je de spaarrekening bij elkaar gespaard?
„De spaarrekening is verdeeld in twee rekeningen. Eén rekening van zo’n 5000 euro hebben mijn ouders voor mij gespaard, daar betaal ik het studiegeld bijvoorbeeld van. De andere 20.000 euro heb ik zelf bij elkaar gespaard. Ik heb vanaf mijn 15e altijd gewerkt, ik heb gewerkt in een tussenjaar en ook naast mijn studie ben ik blijven werken. Tot voor kort werkte ik 12 tot 16 uur per week bij een rechtsbewaarder, maar onlangs is mijn contract niet verlengd. Ik heb dus een arbeidsverleden, vandaar de WW-uitkering.”
„Ik wil graag weer aan het werk, dus momenteel ben ik aan het zoeken. Het liefst wil ik een studiegerelateerde bijbaan, maar omdat ik maar 12 uur per week kan werken naast mijn studie, is dat best lastig.”
Hoe zijn je uitgaven verdeeld?
„Ik woon relatief goedkoop. Mijn kamer kost 350 euro per maand. Daarnaast leef ik heel simpel. Ik ben tevreden met een goedkope pasta pesto en ik hoef ook niet elke dag een volwaardige maaltijd op tafel te zetten. Met iets makkelijks ben ik ook tevreden en ik kook ook vaak eten om het vervolgens in te vriezen. Daardoor geef ik niet veel uit en leef ik goedkoop. Daarnaast betalen mijn ouders mijn zorgverzekering, dus dat scheelt en is ook een kwestie van geluk.”
Als ik mezelf vergelijk met anderen, dan vind ik dat sommige mensen – zeker studenten – wel heel gemakkelijk geld uitgeven. Ik ben geen typische student. Drie keer per week uitgaan en zuipen in de stad van geleend geld is voor veel studenten bijna normaal. Voor mij zou zo’n schuld een stressfactor zijn. Ik zou dat niet kunnen, geld lenen zonder daarover na te denken en later wel zien of het goedkomt.”
Zou je iets aan je financiële situatie willen veranderen?
„Ik zou wel graag weer willen werken, maar ondanks de huidige arbeidsmarkt is het best lastig. Tegelijkertijd weet ik ook dat het wel goed komt.”
Wat is je beste financiële tip?
„Ik heb niet echt een tip, maar ik ben me ervan bewust dat ik deels in deze gunstige situatie zit dankzij mijn ouders. Zij hebben mij bijvoorbeeld geleerd om met geld om te gaan. Bovendien zou ik het nu ook niet redden als zij niet mijn collegegeld en zorgverzekering zouden betalen. Daarnaast werkt het gewoon voor mij goed om een stuk zuiniger te leven dan de gemiddelde student.”