Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik heb mezelf bewust dakloos gemaakt’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. En als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 64-jarige Wilma, die in 2019 haar huurhuis achterliet en nu onderdak vindt als huisdierenoppas.
Beroep: Schrijver / correspondent
Woonsituatie: Dierenoppas
Netto maandinkomen: 2100 euro
Geld maakt (niet) gelukkig
Op haar 59e laat Wilma huis en haard achter nadat ze besluit om dierenoppas te worden. Ze heeft heel wat turbulente jaren achter de rug en zat in financieel zwaar weer. „Soms gaat het gewoon niet goed. Dat kan zelfs gebeuren buiten je eigen schuld om. Persoonlijk heb ik gemerkt dat problemen met geld enorme impact kunnen hebben. Ik zou willen dat daar meer openheid over wordt gecreëerd.”
Waardoor kreeg jij te maken met financiële problemen?
„Ik was lang getrouwd, we hadden een eigen bedrijf en later gingen we als stel uit elkaar. Het bedrijf runden we samen en we waren helemaal op elkaar ingespeeld. We hadden zakelijk een perfecte verhouding – ook na de scheiding.
In 2009 overleed hij plotseling op 49-jarige leeftijd. Daar hadden we nooit rekening mee gehouden. Ik heb mezelf opnieuw moeten uitvinden en ik moest afscheid nemen van het bedrijf zoals we het samen hadden gerund. De erfenis van onze minderjarige zoon moest ik afhandelen en ik moest ander werk vinden als ondernemer. Zo’n tien jaar lang heb ik gestruggeld en iedere maand mijn hoofd boven water moeten houden. Dat lukte net, maar iedere keer was het nijpend. Mijn wereld werd heel klein, want er was totaal geen ruimte voor iets anders.
Ik bleef al die tijd watertrappelen. Je krijgt in Nederland pas hulp als je een schuld hebt. Ik heb op een gegeven moment geld geleend bij vrienden, ik geloof zo’n 15.000 euro. Ik had een schuld, maar niet bij de overheid omdat ik net de eindjes aan elkaar bleef knopen. Zo is het heel lang doorgegaan. Toen ik in april 2022 meer omzet ging draaien, heb ik die lening terugbetaald. Dat was mijn eerste prioriteit.”
Hoe ben je die periode doorgekomen?
„Ik moest volhouden. Ik had mijn zoon, ik moest voor hem zorgen. Allerlei klusjes heb ik aangepakt die binnen mijn capaciteiten lagen, waardoor ik net de huur kon betalen. Na die tien jaar was mijn zoon het huis uit en mijn hond overleden. ‘Nu stop ik met alle noodsprongen’, dacht ik. Ik moest met een schone lei beginnen. Toen heb ik mezelf dakloos gemaakt. Ik heb mijn huurhuis opgezegd, spullen weggedaan. Doordat de vaste lasten wegvielen, had ik ruimte om zelf de regie te pakken.”
Hoe heb je dat gedaan?
„Natuurlijk had ik een plan. Maar veel mensen zullen bij het woord dakloos denken aan een hele ernstige situatie. Ik had het plan gevat om dierenoppas te worden in huizen waar de eigenaar voor langere tijd weg is. Dat soort mensen zijn er bij bosjes en die zoeken dan iemand die op hun dier wil passen voor bijvoorbeeld vier maanden, wanneer zij zelf in het buitenland vertoeven.
Het bleek een nichemarkt waarin ik mijzelf goed kon aanprijzen als oppasser. Ik zeg nooit af, ben altijd bij je dier, want ik heb geen ander huis en ik ben ook best oud. Dus wilde feesten, daar hoeven de eigenaren ook niet bang voor te zijn. Dat bleek een gouden formule. Sinds 2019 leef ik op deze manier en ben ik van de ene naar de andere plek gereisd.”
En, hoe bevalt dat?
„Slechts één keer heb ik het als problematisch ervaren. Dat was tijdens covid. Ik zou met de trein reizen naar mijn nieuwe oppasadres. Die vrouw wilde niet hebben dat ik met de trein zou komen, dus dat adres viel weg. De eigenaren van het huis waar ik vandaan kwam, kwamen terug uit Griekenland. Dus daar kon ik niet blijven. In principe stond ik op straat, want ik wilde niet bij familie of vrienden aankloppen.
De mensen die terugkwamen, keerden terug van hun verblijf op Lesbos. Ik heb de situatie aan hen voorgelegd en zij kwamen met een voorstel. Ik zou hen ophalen van Schiphol, daar kreeg ik van hen de sleutels van hun huis op Lesbos en vanaf daar kon ik direct naar Griekenland vliegen. Ik heb daar als vrijwilliger zwerfhonden verzorgd, wat ik geweldig vond. Op dat moment heb ik ook geleerd dat je veel hulp krijgt op momenten dat je het niet verwacht. Er zijn heel veel mensen die willen en kunnen helpen, zonder met slappe oplossingen te komen.
Toen ik in 2019 mijn huis had opgezegd, had ik tot ver in 2021 adressen geregeld. Ik zou onder andere een tijd in Zuid-Afrika doorbrengen. Toen ik daar eenmaal was en covid uitbrak, mocht ik niet terugvliegen. Het was lastig nieuwe opdrachtgevers te vinden als schrijver. Ik was ook pas twee maanden begonnen. Ik kwam niet in aanmerking voor een tozo-uitkering, want ik zat in het buitenland. Ik zat behoorlijk in zak en as en het idee om snel een buffer op te bouwen, kon ik wel vergeten.”
Hoe gaat het nu, financieel gezien?
„Ik heb inmiddels vaste opdrachtgevers kunnen werven en ben bezig een buffer op te bouwen. Eigenlijk verdien ik heel weinig, lang geen modaal salaris, maar ik heb bijna geen kosten. Alleen verzekeringen, reiskosten en mijn eten. Ik pak uit mijn bv iedere maand een minimumsalaris en daar spaar ik van. Zolang ik kan leven zoals ik nu doe, ga ik de verplichting van een huurhuis niet meer aan.
Het geeft me een gevoel van onafhankelijkheid. Als een opdrachtgever niet goed voelt, doe ik het niet, of ik stel absurde eisen. Ooit moet ik waarschijnlijk wel weer iets huren, maar ik hoop dat ik dit nog een paar jaar kan volhouden. Misschien dat ik ooit in een gezamenlijke constructie kan leven, waar we een beetje voor elkaar zorgen.”
Stelling: Met 1.000 euro per maand extra zou ik op de lange termijn gelukkiger zijn.
„Ja, zeker. Die 1000 euro zou ik acuut aan mijn buffer toevoegen en daar verder niets mee doen. Daar zou ik een pensioen mee kunnen opbouwen. Niet dat ik per se op mijn 67e met pensioen zou willen, integendeel. Als ik straks AOW krijg, is dat ineens een extra inkomen. Schrijven wil ik blijven doen zolang ik gezond ben.”
Stelling: Je kunt nooit te veel geld hebben.
„Ik zou niet té veel geld kunnen hebben. Ik zou mijn toekomst zeker stellen en daarna delen. Mijn zoon en schoondochter dromen van een eigen horecazaak. Daar zou ik bij helpen en een huis voor hen kopen. Sommige mensen zeggen dat je daarmee watjes creëert, maar daar ben ik het niet mee eens. Ik gun hen die financiële zekerheid.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Daar kan ik heel stellig in zijn: zeker wel. Geen geld maakt ongelukkig en ziek. Mensen die zeggen dat geld niet gelukkig maakt, zijn altijd mensen met geld. Als je vraagt wat die mensen in een jaar doen, dan gaan ze op vakantie, uiteten, betalen een huis.
In één jaar tijd doen de meeste mensen meer dan ik me in die tien krappe jaren heb kunnen veroorloven. Vakanties, uiteten gaan, uitjes; iedereen die dat zorgeloos kan doen, weet niet waar die het over heeft. Natuurlijk is ziek zijn erger, maar geldzorgen geven zoveel stress, dan word je vanzelf ziek. Ik zou willen dat ik zelf eerder open was geweest over mijn geldzorgen en ik hoop dat anderen dat ook zullen doen.”
Nieuwsgierig naar meer antwoorden op de vraag; maakt geld gelukkig? Lees dan de voorgaande edities van Geld maakt (niet) gelukkig.