Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik vind dat Nederlanders behoorlijk veel klagen’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. En als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 23-jarige Tijn, bij wie thuis de rollen waren omgedraaid.
Naam: Tijn
Beroep: werkt op de fraude-afdeling bij een grote bank
Woonsituatie: huurstudio
Netto maandsalaris: 2500 tot 3000 euro
Geld maakt (niet) gelukkig
„Ik ben opgegroeid in een gezin met drie zussen en een broertje. We waren best open over geld. Mijn vader is afgekeurd, al zo lang ik me kan herinneren. Hij was huisvader en mijn moeder werkte als basisschool juf. Bij ons thuis waren de rollen omgedraaid.”
„Er waren geen geldzorgen en we gingen jaarlijks op vakantie. Niet naar het buitenland, maar wel kamperen in Nederland. Er is ons altijd bijgebracht dat we goed moeten sparen. Op jonge leeftijd kregen we al zakgeld. Als het op was, was het op. Daar moesten we het echt mee doen. Op de middelbare school kreeg ik geloof ik 10 euro per week.”
Op welke manier werd er over geld gesproken?
„Als we iets wilden, dan moesten we daar zelf voor sparen. En als je je zakgeld had opgemaakt, dan was dat het ook. Dan was het op. Ik spaarde dan bijvoorbeeld van verjaardagsgeld.
Op mijn 15e ging ik werken in de supermarkt. Eerst een jaartje bij de Jumbo als vakkenvuller, later in een andere supermarkt waar ik van alles deed. Op zondag kreeg ik dubbel betaald, dus ik probeerde zoveel mogelijk op de zondagen te werken. In het begin verdiende ik zo’n 200 euro per maand denk ik.”
Hoe was het om voor het eerst geld te verdienen?
„De eerste keer salaris ontvangen was wel speciaal. Ik begon de waarde van geld ook beter te snappen. Als ik met vrienden op vakantie wilde, dan wist ik: daar moet ik zoveel maanden voor werken.
Ik heb nooit géén geld gehad. Ik had altijd wel een spaarrekening achter de hand. Dat is iets dat ik nog steeds belangrijk vind. Op mijn 17e startte ik met een financiele hbo-opleiding. Het collegegeld heb ik geleend en in die tijd ben ik thuis blijven wonen. Daarna begon de coronatijd. Aan het einde van mijn studie ben ik op kamers gegaan.”
Hoe betaalde je dat?
„Tijdens mijn studie werkte ik wat meer. Ik had bijbaantjes bij bijvoorbeeld verzekeraars, dus ik ging ook wat meer verdienen. Het collegegeld leende ik. Daardoor heb ik nu een studieschuld van 8000 euro.”
Baart die schuld je zorgen?
„Nee, ik verdien nu goed en heb spaargeld achter de hand. Maar ik ben wel redelijk gefrustreerd over de manier waarop dit vanuit de overheid allemaal is gegaan. In mijn optiek is de pechgeneratie flink benadeeld.
Ik heb altijd gedacht dat ik geen rente over die lening zou hoeven betalen, dat het bedrag geen invloed zou hebben op mijn hypotheek en dat het onderwijs verbeterd zou worden. Dat blijkt allemaal toch anders. Dat de pechgeneratie nu wordt gecompenseerd met een bedrag van 1400 euro voor 4 jaar, is frustrerend.
Ben je een spaarder?
„Iedere maand beleg ik 500 euro en dan spaar ik nog rond de 250 euro. Mijn huur is 750 euro inclusief. Daarnaast heb ik nog mijn zorgverzekering en wat kleine abonnementen, maar dat is het qua vaste lasten.
Ik beleg in een fonds tegen het hoogste risico. Zeer progressief beleggen wordt dat dan genoemd. Voor nu is dat geld wat ik eventueel zou kunnen missen. Ik heb nog een spaarbuffer achter de hand van minimaal 10.000 euro.”
Is er een moment geweest waarop je visie op geld is veranderd?
„Ik vind geld iets raars. Het is een verzonnen construct en producten hebben dan een bepaalde waarde. Net zoals het geld op je bankrekening, dat is gewoon geld dat daar staat. Dat heeft iets vreemds.
Tegelijkertijd draait alles om geld. Zeker in de financiële sector staat me dat soms tegen. Waarom verdient iemand in de financiële wereld meer dan een vuilnisman? Dat vind ik gek. Natuurlijk heeft dat te maken met vraag en aanbod, maar het werk is misschien wel waardevoller.”
„In de bankwereld heb ik het idee dat sommige mensen zich soms beter voelen dan anderen. Dat heb ik gezien tijdens stages op bepaalde afdelingen. De accountmanagers of vermogensspecialisten hebben het soms alleen maar over dure skivakanties. Dat soort mensen zijn de realiteit wat mij betreft een beetje kwijt. Al dat geld is niet voor iedereen normaal.
Op mijn 16e moest ik een studie kiezen. Ik was goed in de financiële vakken en wist dat je in dit werkveld goed zou kunnen verdienen. Inmiddels twijfel ik of dit is wat ik altijd wil doen.”
Stelling: met 1000 euro per maand extra zou ik op de lange termijn gelukkiger zijn
„Ja, dat denk ik wel. Vooral omdat je dan wat minder over dingen hoeft na te denken. Nu wil ik nog weleens allerlei afwegingen maken voordat ik een aankoop doe. Dat wordt dan wat gemakkelijker.”
Stelling: geld wordt meer waard als je het kunt delen
„Ja, zeker. Ik deel zelf ook wel makkelijk. Als ik bijvoorbeeld met vrienden ben die nog studeren, dan haal ik een rondje extra. En ik geef af en toe geld aan goede doelen zoals de Voedselbank. Niet structureel, maar af en toe.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Het geld zelf niet per se. Maar wat je met geld kunt doen, dat maakt wel gelukkig, denk ik. Geen zorgen hebben over geld, kunnen delen met mensen. Dat maakt gelukkig.
Ik ben me ervan bewust dat ik het goed heb en over het algemeen hebben we het in Nederland allemaal vrij goed. Niet iedereen, maar veel mensen wel. Daar zouden we wel wat bewuster van mogen zijn. Ik vind dat Nederlanders behoorlijk veel klagen.”
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Mijn buffer is bijna altijd minimaal 15.000 euro’
Zo bereken je je netto maandloon op basis van het bruto uurloon