Geld maakt (niet) gelukkig: ‘WG-periode, weinig geld, heeft als puber indruk gemaakt’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: Marieke, vanaf haar vakantieadres in Zwitserland. Zij hoorde van haar ouders als puber soms de afkorting ‘WG!’, wat voor Marieke altijd gelijk stond aan: nog even geen Levi 501-spijkerbroek… Nu gaat ze goed op ‘VG!’ (veel geld).
Naam: Marieke Bouma
Leeftijd: 45
Beroep: ondernemerscoach (bedrijfsnaam De BBZ Coach) voor mensen die vanuit een uitkeringssituatie gaan ondernemen
Woonsituatie: koopwoning met man in Noordlaren (Groningen), heeft een zoon en een dochter
Maandelijkse omzet van bedrijf: keert zichzelf maandelijks 3500 euro netto uit
Geld maakt (niet) gelukkig
Hoe ben jij financieel opgevoed?
„Wat indruk op mij heeft gemaakt als puber is de ‘WG’-periode, ook al heeft deze periode heel kort geduurd. M’n jongere broer en zus kennen die afkorting helemaal niet. Mijn vader begon toen ik een puber was te ondernemen voor z’n geld. Toen moesten we gewoon even niet zeuren en de code voor niet zeuren was die ‘WG’, weinig geld. Voor mij stond dat gelijk aan kleedgeldtekort, dus geen Levi 501-spijkerbroek. Ik vertel dit ook vaak bij mijn werk als coach. Iets anders was dat ik het zelf moest verdienen. Ik had op m’n 13e een bijbaantje en daar moest ik de helft van sparen. Dat waren echt de regels. Nog een regel was, of meer een advies van mijn ouders, dat ik van mijn eerste volwaardige salaris iets bijzonders moest kopen. Of in ieder geval iets waar ik heel blij van zou worden. Bij mij was dat een zilverkleurige mountainbike en zonnehemel. Toen was het op, haha. De fase van die dure spijkerbroek was ik toen al voorbij.”
Op welke manier werd er thuis nog meer over geld gesproken?
„Er werd eigenlijk niet zoveel over gesproken, er waren alleen wat van die regels en richtlijnen. Wat in Zuidlaren, waar we toen woonden, gold was: wil je wat hebben? Ga er maar voor werken. Als ik dat deed kreeg ik verder ook niets extra’s, er was geen co-creatie zoals ik dat noem. Ik vind dat mijn ouders het goed hebben gedaan, ze hebben voor mij een goede basis gelegd. Een basis die ik hopelijk ook bij mijn eigen kinderen heb meegegeven. Ik denk het wel, want ze zijn aardig aan het sparen op dit moment. Net als mijn ouders ben ik voor sparen, maar ook voor ‘kom met een goed plan, dan kunnen we het erover hebben’.”
Hoe kijk jij zelf naar geld?
„Hoewel ik goed op mijn jeugd terugkijk, ben in zelf wat minder streng en meer voor die zogeheten co-creaties. Ook kan ik zeggen dat ik nu gek op geld ben. Voor mij gaat het dan over waarde, maar ook over eigenwaarde en hoeveel je waard bent. In mijn werk is elke geleverde dienst iets waard en ben jij als professional iets waard. Voor mij is geld heel erg belangrijk. Je moet naar waarde ergens voor betalen en naar waarde ontvang je ook iets. Dat is hoe ik tegen geld aan kijk. Verder geeft het vrijheid, het maakt het leven zoveel makkelijker. En ook zorgelozer.”
Is er een moment geweest waarop je visie op geld is veranderd?
„Ik werkte al heel lang, tien jaar, als ondernemersadviseur. Toen heb ik vrij abrupt de samenwerking beëindigd en moest ik me opeens zelf melden bij de bijstand voor een uitkering. Toen ging ik van de ene kant van de tafel naar de andere kant van die tafel. Ik was altijd erg inlevend en weet dat mensen in de bijstand meestal niets over hebben. Omdat ik besloot mijn hart te volgen, koos ik ervoor om toen dus zelf een uitkering aan te vragen. Ik moest me melden bij mijn voormalige opdrachtgevers en hulp vragen. Het was een intensieve periode, waarin ik alle luxe uit mijn leven moest schrappen.
Tegelijkertijd vond ik dat een waanzinnig mooi cadeau. Zo wist ik ook hoe het is om van bijvoorbeeld 1000 euro rond te komen, in plaats van alleen kunnen invoelen. Het heeft een half jaar geduurd. Daarna was natuurlijk blij dat ik mijn eigen broek weer kon ophouden en meer middelen had om van te leven. Vanuit onzekerheid ben ik een bedrijf gaan opbouwen, dat is heel waardevol geweest. Ook voor de mensen die nu bij mij aan tafel zitten, die voelen dat ik het snap. Ik kan hen hoop geven en laten weten dat je uit een uitkering kunt komen. Ik heb er een mini-podcastserie over gemaakt, voor mensen die het interessant vinden.”
Heb jij ooit problemen gehad met geld?
„Buiten die bijstandsperiode waarin het even spannend was: nee.”
Heb je schulden?
„Ook niet, op de hypotheek na dan, geen schulden.”
Vind jij het belangrijk om een spaarpot achter de hand te hebben?
„Een klein beetje, zou ik zeggen. Voor als iets kapot gaat, of voor een vakantie. Ik ben niet van de grote spaarpotten. Van de 3500 euro die ik mezelf uitbetaal, gaat er 1500 euro naar een pensioen-beleggingsrekening. Zo heb ik ook na mijn pensioengerechtigde leeftijd de nodige financiële middelen. Je mag je pensioeninleg aftrekken van je inkomen voor de inkomstenbelasting. Je totaal ingelegd vermogen telt niet mee voor de vermogensbelasting. Vanaf 1 juli is dat percentage dat je in mag leggen een stuk hoger, namelijk 30 procent. Wanneer je met pensioen gaat, dan koop je met je opgebouwde kapitaal een uitkering bij een verzekeraar. Over die uitkering moet je dan nog wél inkomstenbelasting betalen. Maar als je de AOW-leeftijd hebt bereikt, zijn die tarieven een stuk lager en dus gunstiger. Ik vind het belangrijker om te sparen in een spaarpot die groeit en ook nog fiscaal voordeel heeft, dan mijn geld op een spaarrekening bij een bank te zetten. Het heeft financieel gewoon voordelen, ook al beleg je 25 euro per maand.”
Beleggen geeft ook risico’s, ben je niet bang dat je beleggingsrekening in elkaar dondert?
„Dat van de risico’s, dat wordt gezegd ja. Maar als je wereldwijd belegt in fondsen waarin bij wijze van spreken 20.000 bedrijven zitten, dan kan ik daarop vertrouwen. Als er met al die 20.000 bedrijven iets zou gebeuren, dan hebben we heel andere problemen.”
Stelling: met 1000 euro per maand extra zou ik op de lange termijn gelukkiger zijn
„Ja hoor. Dat gaat dan weer naar bij beleggingsrekening natuurlijk en kan ik eerder met pensioen, ondanks dat ik mijn werk erg leuk vind. Maar móeten werken tot mijn 67ste, dat hoeft nou ook weer niet.”
Stelling: je kunt nooit te veel geld hebben
„Ik denk niet dat je ooit te veel kunt hebben. Maar wat ik oneerlijk vind is dat er meer belasting wordt geheven over over geld uit werk, dan op vermogen. Als zijstapje geef ik dat graag als mening.”
Stelling: geld wordt meer waard als je het kunt delen
„Ja hoor, waar. Als je kunt delen, geeft dat een rijk gevoel.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Ik heb een onderzoek gelezen, Amerikaans volgens mij, waarin wordt gezegd: geluk neemt toe tot een inkomen 60.000 à 75.000 dollar per jaar. Daarboven neemt de toename van het geluk sterk af. Volgens mij zit daar een kern van waarheid in, ik voel dat wel.”
Wil je nog iets kwijt?
„Wat mij betreft krijgt elk mens genoeg en het liefst een beetje extra.”
Meer artikelen lezen over Geld & Carrière? Dat kan hier.