Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Kon vroeger zeuren tot ik een ons woog, maar kreeg niet zomaar alles’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 26-jarige Olivia, die nét is begonnen met beleggen.
Naam: Olivia
Leeftijd: 26
Beroep: content specialist
Woonsituatie: huurappartement met drie huisgenoten
Netto maandsalaris: 2500 tot 3000 euro
Geld maakt (niet) gelukkig
Met welke blik op geld ben jij opgevoed?
„Mijn ouders waren altijd groot voorstander van sparen. Er was genoeg, maar ik kreeg niet zomaar alles. Waar andere kinderen bijvoorbeeld Gameboys kregen, vonden mijn ouders dat echt onzin en was dat iets wat er thuis niet in kwam. Wat betreft sparen leerde ik dat dat loont. Als ik bijvoorbeeld geld kreeg van mijn opa en oma voor een goed rapport, dan maakten mijn ouders daar een groter bedrag van als ik het zou sparen. Wilde ik het uitgeven, dan werd er niks bijgelegd.”
„De middelbare school waar ik heen ging, was nogal trendgevoelig. Er was een periode dat iedereen Sendra cowboylaarzen en Moscow jassen droeg. Zo’n jas kost 300 euro en die laarzen ook minimaal 200 euro. Dan kon ik zeuren tot ik een ons woog, mijn ouders gingen daar niet in mee. Uiteindelijk heb ik die laarzen deels zelf betaald en deels voor mijn verjaardag gekregen. Vervolgens heb ik ze een paar keer gedragen en later verkocht op Marktplaats. Ik ging mee met de meute, maar eigenlijk paste het helemaal niet bij me. Toen heb ik mijn lesje wel geleerd.”
Hoe kijk jij nu zelf naar geld?
„Ik begrijp inmiddels dat geld nou eenmaal een onderdeel van het leven is. Ik vond geld altijd stom, maar je hebt het gewoon nodig om te leven in deze maatschappij. Onderdak, eten, uitjes: alles kost geld.”
Hoe ben je tot dat inzicht gekomen?
„Ik ben op jonge leeftijd gaan werken. Sinds mijn vijftiende werkte ik de zomerseizoenen bij een strandtent. Mijn eerste salaris was geloof ik 2,80 euro per uur. Daarnaast gaf ik op zaterdagochtend sporttraining aan jonge kinderen tegen een kleine vergoeding. Hoe meer ik werkte, hoe meer geld ik verdiende.
Later ging ik studeren en op kamers, waardoor ik zelf mijn huur en het leven moest bekostigen. Daardoor leerde ik steeds meer over de waarde van geld. Tegelijkertijd lukte het in het begin niet om naast mijn voltijd-studie veel te werken, dus heb ik ook veel geld geleend via DUO. Het systeem werkte naar mijn idee nou eenmaal zo: als je wil studeren, kost dat geld, dat geld kun je lenen.
Achteraf baal ik soms wel van die lening, maar ik had het naar mijn idee niet anders kunnen doen. Misschien had ik meer kunnen werken, maar dan had ik ook langer over mijn studie gedaan. Dat de basisbeurs volgend jaar waarschijnlijk terugkeert, voelt ergens als een trap na, maar ik vind het fijn voor de generatie studenten na mij dat zij wel weer een beurs krijgen. Als de overheid dan ook iets voor de ‘pechgeneratie’ regelt, zou dat helemaal mooi zijn.”
Heb jij ooit problemen gehad met geld?
„Niet echt. Ik ben me altijd bewust geweest van het vangnet dat er in geval van nood zou zijn. Mijn ouders hebben mij financieel altijd bijgestaan als dat nodig was. Mijn huur werd op een gegeven moment bijvoorbeeld veel hoger, toen hebben zij dat verschil voor een periode opgevangen.
Nadat ik mijn master had afgerond, wilde ik niet een dag later gaan werken. In die periode besefte ik heel goed: zonder werk komt er geen geld binnen. Ik was gestopt met mijn bijbaan in de horeca omdat ik de ruimte wilde hebben om te zoeken naar een voltijdbaan die bij mij past. Om die periode te overbruggen – en omdat het me geweldig leek – ben ik druiven gaan plukken in Italië en verhuurde ik ondertussen mijn eigen kamer. De buffer die ik door de jaren heen met bijbaantjes en met hulp van mijn ouders had opgebouwd, was inmiddels wel zo goed als leeg. Gelukkig vond ik snel een baan, waardoor ik bij terugkomst zo aan de slag kon. Toen ben ik ook meteen weer begonnen met het opbouwen van een nieuwe spaarpot.”
Vind je het belangrijk om die buffer de hebben?
„Ja, toch belangrijker dan ik eerder dacht. Toen de spaarpot leeg was, had ik daar echt zorgen van. Wat als mijn telefoon nu kapot gaat? Een financiële domper kun je dan gewoon niet opvangen, tenzij anderen dat voor je doen, maar ik zou het vreselijk vinden om nu nog ergens aan te moeten kloppen voor geld.”
„Daarom zet ik nu maandelijks direct geld opzij én ik ben me aan het verdiepen in beleggen. Samen met een vriendin heb ik onlangs mijn eerste investering in ETF gedaan. We hebben er veel over gesproken, podcasts geluisterd en ons ingelezen. Ik start nu met een heel klein bedrag, omdat ik eerst ook nog mijn reguliere spaarpot wil uitbreiden. Maar om de beleggingswereld vast beter te leren kennen en mijn kennis omtrent beleggen te vergoten, ben ik daar nu ook ingestapt.
Vroeger spaarden mensen voor een huis, maar omdat de woningmarkt momenteel zo verknipt is, voel ik de noodzaak om op een andere manier over de financiële toekomst na te denken. Wie weet is beleggen voor mij de oplossing.”
Beleggen interessant? ‘Na dit inzicht bestaat daar geen discussie meer over’
Stelling: Met 1000 euro per maand extra zou ik op de lange termijn gelukkiger zijn
„Nu zou dat nog wel iets meer ruimte geven én zou ik harder kunnen sparen. Tegelijkertijd denk ik niet dat meer altijd beter is. Misschien zou ik dan iets minder bezig zijn met geld, sparen en de financiële toekomst, maar ergens denk ik ook dat de fase waarin ik nu zit best gezond is om je bewust te worden van geld.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Tot op zekere hoogte wel. Financiële stress is gewoon niet gezond, als je je zorgen moet maken over de kosten van je boodschappen, dan blijft er denk ik niet veel ruimte over om écht gelukkig te kunnen zijn. Geluk zit natuurlijk in kleine momenten, maar als geldzorgen allesoverheersend worden, dan maakt dat op lange termijn wel ongelukkig, denk ik.”