Geld maakt (niet) gelukkig: ‘We sparen 1000 euro per maand’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 52-jarige Yvonne, die – in tegenstelling tot sommige profvoetballers – geen behoefte heeft aan tien Ferrari’s in de garage.
Naam: Yvonne
Leeftijd: 52
Beroep: Administratief financieel medewerker
Woonsituatie: Koophuis, woont samen met echtgenoot en twee kinderen
Gezamenlijk bruto maandsalaris: Meer dan 5.500 euro
Geld maakt (niet) gelukkig
Met welke blik op geld ben jij opgevoed?
„Redelijk spastisch, zou ik achteraf zeggen. Mijn ouders hadden een mooi salaris. Mijn moeder werkte parttime en mijn vader fulltime, maar toch waren mijn ouders altijd heel zuinig. We gingen wel drie keer per jaar op vakantie, maar we gingen minimaal uiteten. Toch ben ik er op latere leeftijd achter gekomen dat ze mij een beetje krampachtig hebben gemaakt, als het gaat om geld uitgeven.”
„Toen ik op mijn achttiende ging studeren, kreeg ik een spaarrekening van mijn ouders mee. Maar eigenlijk durfde ik die nooit te gebruiken, omdat ik in mijn achterhoofd altijd een stemmetje hoorde die zei dat ik moest sparen voor later. Mijn ouders waren ontzettend van het sparen voor later.”
Op welke momenten besefte je dat?
„Na mijn studententijd kreeg ik de rekening van mijn afstudeerfeest, dat ik had gevierd bij de studentenvereniging. Twee maanden later kreeg ik toen een seintje dat ik mijn maandelijkse aflossing niet had betaald. Ik schrok daarvan omdat ik dacht: ik heb ook helemaal geen geld. Mijn toenmalige vriendje vroeg toen waarom ik dat geld van de spaarrekening van mijn ouders niet gebruikte, maar nog steeds dacht ik toen: dat geld is voor later. Ik bleef het lastig vinden om dat geld te gebruiken. Uiteindelijk ben ik als een soort compromis de jaarlijkse rente wel gaan gebruiken, maar kwam ik nog steeds niet aan het oorspronkelijke bedrag. Ik had altijd het gevoel dat er iemand zou zeggen dat ik niet aan dat geld mocht komen.”
Is dat gevoel ooit weggegaan?
„Ik merk dat dat gevoel er soms nog steeds is, ondanks dat we nu in principe niet na hoeven denken als er boodschappen worden gedaan, of als de energierekening moet worden betaald. Maar ik merk dat ik nog steeds nadenk of ik geld wél, of niet uitgeef. Mijn man is daar bijvoorbeeld een stuk makkelijker in. Hij was een arme student met een vette schuld. Destijds was de ABN heel makkelijk met leningen aan studenten verstrekken. Maar binnen een half jaar na zijn afstuderen ging hij als expat naar het buitenland. Vervolgens had hij die schuld ook binnen een half jaar weer terugbetaald. ‘Ik heb dit geld verdiend, dus ik mag het ook uitgeven’, zo staat hij erin.”
Bij welke uitgaven denk je nog steeds drie keer na?
„Bijvoorbeeld bij kleren of schoenen. Dat zijn dingen die je wel nodig hebt, maar je kunt tien paar, of twaalf paar schoenen in de kast hebben staan. Bij veel goederen moet bij mij echt iets versleten zijn, voordat er iets nieuws wordt aangeschaft.”
Hoe heb jij je eigen kinderen financieel opgevoed?
„Mijn dochter is tweedejaars student en ik vind zelf dat zij heel makkelijk met geld om gaat. Ze heeft nu geen bijbaantje, dat had ze wel toen ze nog thuis woonde. Het ging na een tijdje niet zo lekker met haar studie, waarop ze haar bijbaantje heeft opgezegd. Ondanks het feit dat ze niet werkt, hoor ik toch vaak dat ze uit lunchen gaat met vriendinnen of ergens gaat eten. Soms vraag ik me weleens af van welk geld ze dat eigenlijk doet. Daar voeren we nu wel gesprekken over: dat ze zich moet realiseren dat ze een schuld opbouwt, die ooit weer terugbetaald moet worden.”
„Onze zoon is ook student, maar hij heeft ook een vaste bijbaan en wat hapsnap inkomsten. Hij heeft altijd een goedgevulde portemonnee. Misschien is het jongens-eigen, maar hij is minder van de etentjes en koffietjes her en der. Wat dat betreft lijkt mijn dochter misschien meer op mijn man, terwijl mijn zoon wat financiën meer op mij lijkt.”
Hoe is jouw blik op geld veranderd?
„Dat stemmetje is er na verloop van tijd wat uitgesleten. Deels omdat mijn man wat makkelijker met geld omgaat. Ik ben me ook wat vaker gaan afvragen wat je nu hebt aan dat geld op de bank. Mocht je dood gaan en dat geld staat op de bank, dan heb je er niks aan gehad. Ik zou zeggen dat ik dus zelf iets relaxter geworden.”
Vind jij het belangrijk om een spaarpot achter de hand te hebben?
„Ja. Mocht de auto of wasmachine stukgaan, dan wil ik zeker weten dat dat gewoon gerepareerd kan worden. We hebben buren die net genoeg werken om rond te kunnen komen, maar bij een financiële tegenslag wordt het ingewikkeld. Ik zou daar heel onrustig van worden.”
Spaar je een vast bedrag per maand?
„Ja, we sparen een vast bedrag van 1000 euro per maand. We sparen voor de kinderen. Mocht de studieschuld zo hoog worden dat ze daardoor in de problemen komen, kunnen we dat voor een deel opvangen.”
Zou je met 1000 euro per maand extra, op de lange termijn gelukkiger zijn?
„Nee, we hebben allebei en goede baan. We hebben geen geldzorgen en die hebben we ook eigenlijk nooit gehad. Wat dat betreft zitten we in een riante positie, die duizend euro zou voor ons niet het verschil maken.”
Stelling: Je kunt nooit te veel geld hebben.
„Ergens komt er een kantelpunt dat je andere dingen met het geld gaat doen. Dan maak je misschien meer maatschappelijk verantwoorde keuzes of geef je meer aan goede doelen. Voor jezelf vind ik het op een gegeven moment genoeg. Ik hoef niet als een topvoetballer tien Ferrari’s in de garage te hebben, want ik kan toch maar in één auto tegelijk rijden, zo praktisch ben ik wel. Ik vind auto’s best leuk, maar ik hoef er maar eentje.”
Stelling: Geld wordt meer waard als je het kunt delen.
„Het geeft in ieder geval een beter gevoel. Als je een ander blij kunt maken met het geld, heeft het eigenlijk een dubbele waarde. Je maakt en jezelf blij, maar ook een ander. Wij schenken jaarlijks aan verschillende goede doelen. Af en toe veranderen we die doelen, om iedereen een kans te geven. Daarnaast doneren we ook nog wel als er bijvoorbeeld goede doelen langs te deur komen.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Het is zo’n dooddoener, maar ik denk vooral dat geld handig is om te hebben. Ik kan me voorstellen het zorgen oplevert als je alle uitgaven onder de loep moet nemen. Ik weet niet of geld gelukkig maakt, maar geen geld, maakt bezorgd. Het is makkelijk als je het hebt. Het geeft rust om boodschappen te kunnen doen en de hypotheek te betalen, zonder daar over na te hoeven denken.”
Meer artikelen lezen over Geld & Carrière? Dat kan hier.