Geld maakt (niet) gelukkig: Stef start met 23.000 euro aan haar carrière
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 26-jarige Stef die opgroeide met vier broers en zussen in een akkerbouwfamilie.
Naam: Stef
Leeftijd: 26
Beroep: Parttime begeleider in de gehandicaptenzorg
Woonsituatie: Huurhuis met drie huisgenoten
Netto maandsalaris: 1000 euro
Geld maakt (niet) gelukkig
Stef haar ouders werken hard, leren de kinderen hard te werken en zijn groot voorstander van studeren. In december 2022 studeert Stef na 7,5 jaar af, met een bachelor- en een masterdiploma op zak. Ze is vier bijbanen verder en klaar om aan het werkende leven te beginnen. Dat doet ze met een flinke spaarrekening achter de hand: ze heeft een buffer van 23.000 euro om op terug te vallen.
Met welke blik op geld ben jij opgevoed?
„Samen met mijn broertje en zussen ben ik opgegroeid op een akkerbouwbedrijf. We zijn tamelijk spaarzaam opgevoed, zou ik zeggen. Mijn ouders vonden het belangrijk dat we er netjes uitzagen, maar dat hoefde absoluut geen merkkleding te zijn. Niemand binnen ons gezin is daardoor erg materialistisch en we kunnen allemaal goed met geld om gaan. Hoewel mijn broertje wel een klein gat in zijn hand heeft”, lacht Stef. „Dat komt voornamelijk doordat hij ontzettend veel dingen interessant vindt. Daardoor komt hij vaak met nieuwe aankopen aanzetten. Tegelijkertijd werkt hij ook veel in het bedrijf.”
Hoe zat het met financiële ondersteuning van huis uit?
„Van jongs af aan kregen we zakgeld. Dat ging om een paar euro. Toen ik op de middelbare school zat, kreeg ik 50 euro kleedgeld per maand. Af en toe kocht ik weleens nieuwe kleding, maar ik ben niet echt een shopper. Daardoor spaarde ik het geld ook vaak. Ik deed zelf aan trampolinespringen. Vanuit daar kreeg ik de kans om mijn papieren te halen om gymnastiekles te geven. Dat heb ik gedaan, dus vanaf mijn vijftiende verdiende ik ook wat extra met de gymlessen die ik gaf.”
„Mijn oudere zus startte aan haar studententijd toen ze nog studiefinanciering kreeg vanuit de overheid. Ik hoorde bij de eerste generatie studenten die géén studiefinanciering heeft ontvangen. Dat vonden mijn ouders niet eerlijk, dus zij hebben dat bedrag gecompenseerd. Daarnaast ontving ik een vast bedrag per jaar om een kamer te huren en ze betaalden het collegegeld. Die financiële steun heb ik gekregen voor de periode dat mijn studie officieel zou duren: 3 jaar bachelor, 2 jaar master. Uiteindelijk heb ik er 7,5 jaar over gedaan. De laatste 2,5 jaar heb ik allerlei verschillende bijbanen gehad om zelf alles te bekostigen.”
Hoe kijk je naar de financiële steun die jij vanuit huis hebt gekregen?
„Ik ben me ervan bewust dat mijn situatie heel uitzonderlijk is. De eerste drie jaar van mijn studie kreeg ik jaarlijks zo’n 10.000 euro en de laatste twee jaar werd dat – omdat de ‘stufi’ eraf ging – 6.500 euro. Mijn ouders hebben vijf kinderen, werken heel hard en studie vinden zij belangrijk. Daarom willen ze daaraan bijdragen. We hebben van huis uit ook een bepaalde werkmentaliteit meegekregen: doe je best.”
„Soms heb ik wel wat druk gevoeld om het goed te doen, maar ik ben ook vrijgelaten om mijn eigen keuzes te maken. Ik heb er bijvoorbeeld voor gekozen om lid te worden van een dispuut en ik heb een bestuursjaar gedaan bij de studentenvereniging. Daar stonden zij niet om te springen, maar die keuzes heb ik zelf kunnen maken.”
Je komt uit een agrarische familie met een financieel gezond bedrijf. Hoe vind jij dat boeren in de media worden weggezet?
„Er is een verschil tussen akkerbouw en veehouderij. Als akkerbouwer heb je over het algemeen meer grond nodig en je hebt te maken hebt met een ander verdienmodel. Eigenlijk is grond vergelijkbaar met vastgoed. Tegelijkertijd is het ook een vorm van ondernemen en zijn mijn ouders – in mijn optiek – slimme ondernemers, met verstand van zaken. Als veehouder heb je minder speelruimte.”
„Daarbij gingen wij in drukke periodes bijvoorbeeld nooit op vakantie en we waren niet vaak lang van huis weg. Ik heb een half jaar in Amerika gestudeerd. Mijn ouders zijn mij daar komen opzoeken en dat is de laatste keer dat mijn ouders een langere periode op vakantie zijn geweest. Die trip duurde veertien dagen.”
Heb jij ooit problemen gehad met geld?
„Niet echt. Tijdens de eerste lockdown in maart 2020 ben ik van mijn spaarrekening gaan leven, omdat de bijdrage van mijn ouders toen was gestopt. Maar daar was het spaargeld niet voor bedoeld. Ik besefte dat het tijd was om te gaan werken, dus in een week tijd heb ik me voor allerlei bijbanen aangemeld. In de periode daarna had ik toen ineens vier bijbanen. Ik ging aan de slag als begeleider van gehandicapte kinderen, werkte als studentassistent op de universiteit, startte als werkstudent bij de gemeente en deed receptiewerk op oproepbasis. Daardoor heb ik uiteindelijk ook weer 15.000 euro kunnen sparen.”
Waar was het spaargeld dan wel voor bedoeld?
„Die spaarrekening heb ik om later een huis te kopen, aanbetalingen te doen of een inboedel aan te schaffen. Ik heb het spaargeld nooit gebruikt voor vakanties. Wel om het afgelopen jaar bijvoorbeeld mijn collegegeld te betalen. Omdat ik in december ben afgestudeerd leef ik deels weer van de buffer. Er staat nu nog 23.000 euro spaargeld op mijn rekening. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik in deze periode – waarin ik aan het solliciteren ben en parttime als begeleider van de kinderen werk – niet onder de 20.000 euro wil uitkomen.”
Stelling: met 1000 euro extra zou ik op lange termijn gelukkiger zijn
„Ja, natuurlijk. Iedereen zou daar blijer mee zijn, denk ik. Je kan het in een hypotheek stoppen, extra sparen, of meer uitgeven: 1000 euro vind ik heel erg veel geld. Ik zou het niet nodig hebben, maar op lange termijn zou ik daar wel blij mee zijn.”
Stelling: Je kunt nooit te veel geld hebben
„Zeker wel. Er zijn genoeg multimiljardairs en multimiljonairs die denken boven de wet te staan. Zij vragen veel meer van de natuur dan anderen. Ik heb milieuwetenschappen gestudeerd en dat is hetgeen dat schuurt. De rijkste mensen op aard doen wat ze willen, maar ze zijn niet beter dan de rest. Daarbij moet het geld dat zij bezitten ook ergens vandaan komen: vaak gaat dat ten koste van anderen.”
Stelling: Geld wordt meer waard als je het kunt delen
„Ja, dat is wel hoe ik mijn geld het liefst gebruik. Met vrienden leuke dingen ondernemen, cadeaus kopen, of een rondje geven in de kroeg zijn de dingen die ik leuk vind. Dat zijn tegelijkertijd ook de dingen waar ik het meeste geld aan ‘verspil’, maar leuke dingen kosten nu eenmaal geld.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Financiële vrijheid en zekerheid dragen bij aan geluk, denk ik. Het leven is vrijer en zorgelozer als je niet wordt beperkt door financiële zorgen, of over iedere euro moet nadenken. Wat dat betreft kan geld bijdragen aan een vorm van blijheid en geluk.”
Meer artikelen lezen over Geld & Carrière? Dat kan hier.