Thuiswerkers waren in de zomer minder vaak op kantoor
Mensen die wel eens thuis aan het werk zijn, hebben in de zomermaanden relatief veel uren thuisgewerkt. Gemiddeld werkten zij in het derde kwartaal 15,3 uur per week thuis, heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) becijferd. In het tweede kwartaal was dit gemiddeld ruim 14 uur.
In de financiële dienstverlening en de sector informatie en communicatie wordt het meest thuisgewerkt. Bepaald werk, zoals in de horeca, bouw en vervoer en opslag, leent zich minder goed om thuis te doen. Daar was het aandeel thuisgewerkte uren dan ook het laagst. Ook in de industrie, zorg en handel werd relatief weinig thuisgewerkt.
In het derde kwartaal zijn er minder uren gewerkt dan in de rest van het jaar. In totaal waren er in die periode 9,8 miljoen werkenden tussen de 15 en 75 jaar, van wie er gemiddeld 7,6 miljoen per week daadwerkelijk aan het werk waren. Het deel dat niet werkte, deed dat bijvoorbeeld vanwege vakantie, ziekte of flexibele uren. In de eerste drie en laatste drie maanden van het jaar worden gemiddeld de meeste uren gewerkt per week.
Hoewel er minder mensen in de zomermaanden aan het werk waren dan op andere momenten in het jaar, waren er ongeveer evenveel mensen die bijna hun hele werktijd thuiswerkten. Mede daardoor en door vakanties is het in de zomermaanden een stuk rustiger op kantoren en bedrijfslocaties, stelt het statistiekbureau. Sinds 2022 wordt er minder thuisgewerkt. In de zomer van 2022 werd gemiddeld nog 21,3 procent van alle gewerkte uren thuis gemaakt, terwijl dat dit jaar in dezelfde periode 19,4 procent was. Ook brengen thuiswerkers gemiddeld minder uren thuis door dan net na de coronapandemie.
ANP