Rens Oving Arbeidsmarkt 13 okt 2015, 06:25

Leestijd: 2 minuten

Hebben vluchtelingen in Nederland kans op een baan?

Als een vluchteling eenmaal een verblijfsvergunning heeft, mag hij of zij vijf jaar in Nederland blijven. En volgens de overheid, werkgevers, vakbonden, gemeenten en vluchtelingenorganisaties kunnen ze dan maar beter ook een baan vinden in ons land.

Bijstand

Maar die kans lijkt klein. Vluchtelingen komen in Nederland maar moeilijk aan het werk. Volgens het CBS zat eind 2014 bijna 70 procent van de Somaliërs in de bijstand. Onder andere grote groepen vluchtelingen die in de afgelopen jaren naar Nederland kwamen zoals Irakezen, Syriërs en Eritreeërs, lag dat tussen de 50 en 65 procent.

Voor vluchtelingen blijkt een baan vinden geen gemakkelijke opgave. Ze moeten de taal leren, hebben diploma’s die hier niet geldig zijn en vaak jarenlang geen werk gehad.

„Daar komen de cultuurverschillen ook nog bij”, weet Martijn van der Linden, van Vluchtelingenwerk Nederland. „Dingen die voor ons heel normaal zijn, zoals elkaar in de ogen kijken tijdens een gesprek, kunnen dat in een andere cultuur helemaal niet zijn.”

Hoogopgeleide Syriërs

Maar de grootste groep vluchtelingen komt uit Syrië. En voor hen hoeft de toekomst helemaal niet te bestaan uit een werkloosheid. De Syriërs die in Nederland aankomen zijn relatief welvarend en hoogopgeleid. Volgens het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) heeft ongeveer een derde een academische opleiding, een derde een hbo of mbo-diploma, en is de rest laagopgeleid.

„Het aandeel Syriërs in de bijstand is nu hoog”, zegt Van der Linden. „Maar ook wij zien dat het hier vooral om relatief hoogopgeleide mensen gaat die echt wel wat kunnen. Wij verwachten dan ook dat de groep Syriërs die nu nog in de bijstand zit redelijk snel een baan vindt.”

140.000 vacatures

Ook de werkgevers zien daarom wel wat in de, met name Syrische, vluchtelingen. „Er zijn 140.000 vacatures in Nederland waarvoor het heel lastig mensen vinden is, in de IT en techniek”, zegt Meike Ripken van werkgeversorganisatie VNO-NCW. „Het kan heel goed zijn dat er nu mensen ons land binnenkomen die dat werk zouden kunnen doen. Wij zien dan ook het liefst dat zo snel mogelijk in kaart wordt gebracht wat mensen precies kunnen. Dan kan sneller bekeken worden of er misschien werk voor ze is.”