Staatslot kopen? Dít vergroot volgens econoom de winkans
De feestdagen zijn in aantocht en volgende week knallen we 2024 uit. En voor degenen onder ons die weleens een gokje wagen, is daar ook nog de staatsloterij. En kennelijk is er een getal dat je kunt kiezen op je lot, dat de winkansen vergroot.
Wellicht dat je nog de laatste boodschappen in huis haalt, want vanaf morgenavond beginnen de kerstdagen. Al is lang niet iedereen dol op de feestdagen. En hoewel voor sommigen het knallen van vuurwerk hun hoogtepunt is, richten anderen hun ‘pijlen’ op de staatsloterij. Want wat als je 2025 met een prettig geldbedrag begint? Mocht je winnen, betaal je zoveel belasting over je prijs.
Kansspeldeskundige deelt populair getal staatsloterij
Oké, even een reality check: de kans dat je de staatsloterij wint is heel erg klein. „Met 7,1 miljoen verkochte loten is de kans dat je de jackpot wint slechts 1 op de 7,1 miljoen, oftewel 0,000014 procent”, vertelde Ruud Koning, bijzonder hoogleraar sporteconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen en deskundige op het gebied van kansspelen en statistiek, vorig jaar tegen EenVandaag.
Kansspeldeskundige Martin van Geest, die van oorsprong econoom is, vertelt tegen De Gelderlander dat hij graag uitdoktert wat voor tactiek achter gokken schuilgaat. En daarvoor nam hij ook de winkans bij de staatsloterij onder de loep en deelde zijn bevindingen op zijn website Meneer Casino. Hij ontdekte dat er vaker loten worden verkocht die eindigen op het getal zeven. Wat kennelijk voor een hoop Nederlanders een geluksgetal is.
Vaker in de prijzen vallen
Van Geest begon met rekenen en ontdekte dat de mensen die het nummer zeven kiezen, ook vaker in de prijzen vallen. Want wellicht win je niet de miljoenenprijs, maar in de loterij zijn ook nog ‘troostprijzen’ te bemachtigen van duizenden euro’s.
Maar hoe kan dat? De hoofdprijs van de staatsloterij bedraagt 30 miljoen euro. Daarbij hebben alle deelnemers evenveel kans op de winst. Een computer trekt een willekeurig lot.
Winkans vergroten staatsloterij
Maar volgens de regels moeten de letters en cijfercombinatie van het winnende lot wel verkocht zijn. Zo niet? Dan wordt er een nieuw lot getrokken, totdat er een verkochte reeks cijfers en nummers wint. Er worden meer loten met het eindnummer zeven verkocht, waardoor ook de kans groter is dat het winnende lot eindigt op een zeven.
Bij de troostprijzen, die mensen krijgen als ze niet de juiste letters, maar wel de juiste nummers hebben, werkt dat anders. Van Geest geeft als voorbeeld een pot met honderd knikkers. „Stel, er zitten 75 rode en 25 gele in. Uit de pot wordt één knikker getrokken, die wint de hoofdprijs. Alle andere knikkers met dezelfde kleur winnen een troostprijs”, schrijft de krant. „Elke knikker heeft gelijke kansen op de hoofdprijs, namelijk 1 op 100. Maar het is wel waarschijnlijker dat één van de rode knikkers – vergelijk die met het eindcijfer 7 – wordt getrokken. Zo krijgen rode een veel grotere kans op een troostprijs, namelijk 74 op 100, terwijl de gele knikkers maar een kans van 24 op 100 hebben om zo’n troostprijs in de wacht te slepen.”
Laagste winkans
Oftewel, iemand die maandelijks meespeelt met geluksnummer zeven, haalt gemiddeld 65 procent meer aan troostprijzen binnen dan iemand die kiest voor het eindcijfer met de laagste winkans. Welk getal de laagste winkans heeft? Nul. „Niemand heeft iets met dat getal. Niemand wordt op de nulde dag van de maand geboren, of woont op nummer nul.”
De staatsloterij heeft aan Van Geest laten weten dat bepaalde eindcijfers inderdaad vaker worden verkocht en dat effect heeft. „De kans dat er meer hoge prijzen op populaire eindcijfers vallen is dan groter. Dit is echter geen garantie en verschilt per trekking.”
Opgebiecht: ‘Ik verzwijg tegen mijn vrienden dat ik de loterij heb gewonnen’
Ramp of oorlog? Supermarkten willen voorbereid zijn op noodsituaties