Overwinning Donald Trump heeft toch niet zo’n groot effect op de Nederlandse portemonnee
De gevolgen van de importtarieven die de aankomende Amerikaanse president Donald Trump wil invoeren zijn minder groot dan gevreesd, stelt het Centraal Planbureau (CPB).
Verschillende bedrijven en economen maakten zich zorgen over de impact van de terugkeer van Trump op de Nederlandse economie. ABN AMRO rekende voor de verkiezingen uit dat een Amerikaans importtarief van 10 procent de economische groei in Nederland met 2 procent kon verlagen, en dat dit de Nederlander concreet 500 euro per jaar kon kosten.
Eerder waarschuwde ING al voor een mogelijke handelsoorlog met de Verenigde Staten, waardoor de eurozone in een recessie kan belanden. Ook Rabobank-hoofdeconoom Ester Barendregt schuwde de importtarieven, omdat het volgens haar de inflatie opdrijft en leidt tot hogere prijzen. Later waarschuwde ook Allianz Trade voor een lagere wereldwijde economische groei door de handelsbeperkingen.
Impact herverkiezingen Trump op portemonnee valt mee
Volgens het CPB gaat slechts 4 tot 5 procent van de Nederlandse export naar de Verenigde Staten. Het bureau stelt dat door de heffingen de Nederlandse handel met circa 1 procent daalt.
Volgens het CPB is voor sommige bedrijfstakken in Nederland het effect van de importtarieven wél groter, omdat ze relatief veel exporteren naar de Verenigde Staten. Zo neemt vermoedelijk de productie van machines en apparaten (min 6 procent), elektronische en optische producten (min 5,7 procent) en voertuigen (min 5,3 procent) af, zegt het CPB.
Daar staat tegenover dat Nederlandse dienstverleners in de telecommunicatie, luchtvaart en verhuur en lease van machines en apparatuur juist profiteren omdat Amerikaanse diensten duurder worden. De productie van die diensten stijgt volgens het CPB rond de 3 procent, al zullen er op korte termijn wel aanpassingskosten zijn, waaronder investeringen in capaciteit.
Concurrentiepositie Amerikaanse bedrijven verslechtert
Het bureau stelt verder dat de Amerikaanse heffingen de productie van bijvoorbeeld voertuigen en elektrische apparaten in de Verenigde Staten zelf stimuleren, omdat minder uit het buitenland wordt geïmporteerd. Maar door de duurdere import van andere consumptiegoederen zullen de consumentenprijzen in het land stijgen. Ook krijgen Amerikaanse bedrijven te maken met duurdere import van materialen, wat hun concurrentiepositie verslechtert.
Het CPB keek ook naar mogelijke vergeldingsacties waarbij de Europese Unie eigen heffingen oplegt op Amerikaanse producten. Volgens het bureau zijn er in Nederland en Europa dan kleine extra dalingen bij import en export. Europese landen gaan dan ook meer handelen met landen elders in de wereld.
Het Dilemma: ‘Moet ik mijn beste vriend vertellen over het vreemdgaan van zijn ex?’