Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Heb niet eens geld om een koffietje te kopen’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 27-jarige Georgina, die een moeilijke financiële tijd doormaakt.
Beroep: grafisch vormgever
Woonsituatie: huurwoning
Netto maandsalaris: 1700 euro (28 uur)
Hoe ben je financieel opgevoed?
„Niet, eigenlijk. Ja, natuurlijk kreeg ik vanaf een bepaalde leeftijd wel zakgeld. En ik had – zoals elk jaren 90-kind – zo’n Pennie-spaarpot van de Postbank, waar je dan je munten in kon gooien. Maar ik had gewild dat mijn ouders me meer financiële discipline hadden bijgebracht. Ik kom uit een gemiddeld gezin, mijn ouders waren zeker niet rijk of zo, maar we kwamen niks tekort op het gebied van kleding en speelgoed. Wilde ik iets hebben? Dan kreeg ik het. We gingen ook elk jaar op vakantie, aten dan altijd buiten de deur. Ik denk dat ik daardoor heb gedacht dat de sky altijd the limit was, qua geld.
Maar op een gegeven moment verdien je je eigen geld en is dat anders, toch?
„Ja en nee. Ik had altijd goedbetaalde bijbaantjes, woonde vrij lang thuis tijdens mijn studie, en toen ik eenmaal op kamers woonde, waren de huren nog betaalbaar. Dus maakte ik reizen, ging ik meerdere malen per week uiteten en kocht ik kleding bij de vleet. Ik woonde in het centrum van de stad, dus als ik na een studiedag klaar was, dook ik mijn standaard rijtje winkels in en kwam ik steevast met wat nieuws thuis.”
Geld moest rollen, dus?
„Ja, maar ik spaarde geen cent. Dat kwam pas toen ik ging samenwonen met mijn vriend, die véél bewuster met geld omgaat. Zo is hij ook opgevoed: dat je niet alles moet uitgeven, dat je geld apart zet en niet bij het minste of geringste je portemonnee trekt. Kleding koopt hij bijvoorbeeld nooit. Echt nóóit. Hij draagt al jarenlang dezelfde zes truien die hij voor een prikkie bij de H&M kocht – ik ben verbaasd dat de kwaliteit zo goed blijft.”
Heeft je vriend je alsnog financiële discipline bijgebracht?
„Ik weet nog goed dat hij me op een dag vroeg om al mijn uitgaven in een Excel-sheet te zetten, van de maand ervoor. Koffietje hier, tijdschriftje daar, croissantje to go, dat werk. Wat bleek? 1000 euro per maand. Duízend. Ik schrok, hij ook, haha. Dat kon echt niet meer toen we gingen samenwonen, we runden nu een huishouden samen, dus van hem leerde ik wel om mijn uitgaven beter te begroten en belangrijker: niet steeds van die kleine uitgaven te doen – want die zijn in the end helemaal niet klein als je ze bij elkaar optelt.”
Inmiddels ben jij dus een pro op het gebied van sparen?
„Was het maar zo. Ik werk voor mezelf en had jarenlang bewust geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. Het kostte zoveel per maand, en dan nog was je lang niet altijd gedekt. En toen vloog ik er vorig jaar ineens uit, een burn-out. Ik kon níks meer. Een buffertje had ik wel, en mijn vriend werkt natuurlijk ook nog, maar dat raakt snel op als je geen inkomsten genereert en wel huur moet betalen. Het duurde een jaar en ik ben weer aan het opkrabbelen, ik heb ook wel weer werk, maar financieel is het pittig.
Van alles wat er binnenkomt, moet immers ook een deel naar de Belastingdienst én mijn vaste lasten gaan gewoon door – mijn vriend kan ook niet alles betalen. Ironisch genoeg heb ik nu dus niet eens geld om een koffietje hier of daar te scoren. Dat vind ik wel wrang, want daar haal ik mijn energie uit. En ondanks dat ik op mijn geld let, blijft het lastig om niks uit te geven – hoe snel haal je niet nog even een colaatje in de supermarkt? Maar ik moet echt even op een houtje bijten, een nieuwe buffer opbouwen en dan kan ik weer genieten van andere dingen.”
Welke financiële keuze zou jij nooit maken?
„Hoe krap bij kas ik ook zit, een lening zou ik – los van een hypotheek – nooit afsluiten. Dan maar wat minder geld uitgeven, in plaats van een schuld met een veel te hoge rente te moeten terugbetalen.”
Hoe belangrijk is een financiële buffer voor jou?
„Heel belangrijk, dat merk ik nu des te meer. En de financiële buffer die ik had, 20.000 euro, was dus ook niet genoeg. Het leven is zo duur, en 20K lijkt veel, maar het verdwijnt als sneeuw voor de zon. Dat is dus ook een nieuw doel voor nu: minstens 50.000 euro, dan zit ik er iets warmer bij. En die arbeidsongeschiktheidsverzekering, daar ga ik me ook nog eens in verdiepen.”
Stelling: je kunt nooit te veel geld hebben
„Eens! Het shopt toch lekkerder als je weet dat je niet op een euro meer of minder hoeft te kijken.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Ik vind van wel. Natuurlijk zijn andere dingen wézenlijk belangrijk: gezondheid, liefde, familie, vrienden. En ja, je kunt stinkend rijk zijn maar geen vrienden hebben, dat zou dan heel saai zijn. Maar geld is me toch een potje verdomde handig. Het maakt het leven makkelijker, fijner, leuker. Je kunt praktisch álles met geld. Ha, als ik nu een stapel briefgeld aangereikt zou krijgen, grijp ik het met beide handen aan.”
Nieuwsgierig naar meer antwoorden op de vraag; maakt geld gelukkig? Lees dan de voorgaande edities van Geld maakt (niet) gelukkig.
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Hoe minder je uitgeeft, hoe minder je nodig hebt’
Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Soms koop ik schoenen voor 500 euro’