Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik ontving een wezenuitkering’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. En als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 31-jarige Juliën, die op jonge leeftijd volwassen moest worden.
Naam: Juliën (31)
Beroep: financieel adviseur
Woonsituatie: koopwoning
Netto maandsalaris: 3500 euro
Geld maakt (niet) gelukkig
Juliën heeft een koophuis samen met zijn vriendin. Het is zijn vierde koophuis, wat vrij bijzonder is voor zijn leeftijd, merkt hij zelf op.
„Het eerste huis heb ik geërfd van mijn ouders. Mijn vader overleed toen ik 9 jaar oud was en mijn moeder op mijn 14e. Toen ik een jaar of 22 was, heb ik dat huis verkocht en een nieuw appartement gekocht wat dichter bij mijn toenmalige werk was. Later ben ik nog een keer verhuisd omdat ik toch weer dichterbij familie wilde wonen. Mijn huidige huis heb ik gekocht samen met mijn vriendin.
Door de situatie met mijn ouders ben ik altijd heel zelfstandig geweest. Ik ben enig kind. Na het overlijden heb ik een paar jaar bij mijn oom en tante gewoond, maar het liefst was ik op mijn 14e direct op mezelf gaan wonen. Ik kan goed alleen zijn. Na de periode bij mijn oom en tante ben ik weer in het ouderlijk huis gaan wonen.”
Hoe hebben je ouders je financieel opgevoed?
„Mijn ouders hebben nooit veel om geld gegeven en waren totaal niet materialistisch. We hadden het prima, in financieel opzicht niet extreem ruim. Ik ben opgevoed met het idee dat je financieel altijd een solide basis moet behouden. Als je elke maand wat geld overhoudt, dan komt het goed en kun je zoveel leuke dingen doen als je wilt. Mits er genoeg geld is. En als iets niet kan, dan kan het niet. Dan moet je ervoor sparen.”
„Ik zal nooit vergeten dat mijn moeder een dure jas wilde kopen. Maar ze vond hem eigenlijk té duur. Uiteindelijk heeft ze een maand of vier gewacht, totdat de jas zodanig was afgeprijsd dat ze het het geld waard vond. Dat heeft ze vaak als voorbeeld gebruikt. Soms moet je wat geduld hebben en niet alles meteen willen.”
Heb je die les meegenomen in je verdere leven?
„Dat voorbeeld heb ik altijd in mijn achterhoofd gehouden. Maar toch heb ik de les ook wel iets aangepast. Door wat er is gebeurd heb ik financieel gezien altijd makkelijk kunnen leven. Wat dat betreft heb ik misschien ook makkelijk praten. Mijn eigen filosofie is: spaargeld, daar wil ik niet aankomen. Behoudens goede investeringen zoals een huis of een nieuwe auto. Van wat er binnenkomt zet ik een deel opzij en verder doe ik leuke dingen. Ik geef eigenlijk niets om geld, wat gezien mijn werk wel curieus is.”
Hoe ben je in de financiële sector beland?
„Ik heb geld altijd op zich wel interessant en leuk gevonden. Daarnaast vind ik het leuk om anderen te helpen en adviseren. Maar het had bij wijze van spreken net zo goed een ander vakgebied kunnen worden. Economie ligt mij wel goed. De combinatie tussen het menselijk contact, met iedereen kunnen omgaan en de harde cijfers bleken een goede combinatie. Daar heb ik wel goed en lang over nagedacht.
Op mijn 18e moest ik een studiekeuze maken. Qua studiefinanciering was het in die tijd best goed geregeld en tot mijn 21ste kreeg ik een wezenuitkering. Maar ik had ook de verantwoordelijkheid voor een hypotheek. Dus ik wilde een studiekeuze maken waardoor ik daarna direct een baan zou hebben en genoeg zou verdienen. Dat is gelukt. Als ik nergens rekening mee had hoeven houden, dan had ik misschien wel sportjournalist willen worden.”
„Toen mijn wezenuitkering stopte, was ik nog niet klaar met mijn studie. Ik liep stage bij ABN AMRO en heb daar de hele zomervakantie doorgewerkt. Daardoor kon ik het gat daarna vullen. Daarnaast heb ik altijd een bijbaan gehad op een boerderij naast de studie.”
Hoe ging je om met de verantwoordelijkheden die je had?
„Ik ben altijd al wel verantwoordelijk geweest en mijn opvoeding heeft vooral geholpen. Mijn moeder is voor haar overlijden ziek geweest. In die tijd heeft zij mij er altijd op gewezen dat ik prudent met geld moest omgaan. Mijn situatie was anders dan die van bijvoorbeeld studiegenoten, maar het ouderlijk huis lag afgelegen, we konden daar zonder iemand te storen tot laat in de nacht wat drinken en muziek aanzetten.
Uiteindelijk vind ik ervaringen nu veel belangrijker dan een geldbedrag. Ik vind het best triest als mensen het als een doel zien veel geld te vergaren. Dan heb je wat mij betreft een behoorlijk leeg leven.”
Vind je het belangrijk een buffer achter de hand te hebben?
„Ja, ik kom eigenlijk nooit onder mijn minimumbuffer. Dat is voor mij 30.000 euro. Als het saldo te laag wordt, wat kan door een incident, dan vul ik het daarna aan. Daarnaast wil ik niet afhankelijk zijn van mijn werk. Als het werk niet meer bevalt, wil ik bij wijze van spreken kunnen gaan schoffelen in het park. Eigen vermogen maakt dat makkelijk. Daarom ben ik ook wel aan het beleggen.”
Stelling: met 1000 euro per maand extra zou ik op de lange termijn gelukkiger zijn
„Nee, want ik kan nu al heel ruim leven.”
Stelling: geld wordt meer waard als je het kunt delen
„Ja, daar geloof ik wel in. Ik deel ook. Er zijn een aantal goede doelen waar ik in geloof en waar ik aan doneer. Geen mega bedragen, maar die steun ik. En soms als ik op straat iemand zie die niets heeft, dan geef ik ook graag geld. Voor mij is dat niets en de ander is daar heel blij mee. Ongeacht wat diegene er dan mee gaat doen.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„Nee, geld maakt niet gelukkig. Maar het maakt het leven wel aanmerkelijk makkelijker. Geld is noodzakelijk, maar er zijn genoeg mensen die gelukkiger zijn met een inkomen van 20.000 tot 25.000 euro, dan mensen met een jaarinkomen van 300.000 euro.
Ik heb weleens een uitspraak gelezen: geld maakt niet gelukkig, maar gelukkig heb ik geld. Daar kan ik me wel in vinden.”
Zo kort is de werkweek in Nederland (en in de rest van de EU)