Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Die auto van 12.000 euro kopen, voelde goed’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. En als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 20-jarige Twan, die niet zo nodig op zichzelf hoeft te wonen.
Naam: Twan (20)
Beroep: studeert psychologie, receptionist bejaardentehuis & smaakpanel
Woonsituatie: thuiswonend bij ouders
Netto maandinkomen: 1100 euro (inclusief 100 euro aanvullende beurs)
Geld maakt (niet) gelukkig
„Er is mij altijd geleerd om goed te sparen en dat je jezelf moet kunnen redden. Al van jongs af aan ben ik door mijn ouders gestimuleerd om te starten met een krantenwijk en op mijn 14e werkte ik bij de supermarkt.
Mijn ouders vonden het heel belangrijk dat ik op jonge leeftijd al zelf een baantje had. Zij keken mee hoeveel ik kon sparen en als zij iets konden bijdragen, dan deden ze dat. Ik kreeg niet structureel zakgeld, maar per situatie werd er gekeken of ze wat wilden bijleggen.”
Hoe zijn de financiële lasten thuis verdeeld?
„Momenteel betaal ik geen kostgeld. Ik doe wel regelmatig boodschappen en daar stuur ik mijn ouders dan geen Tikkie voor. Daarnaast hebben zij allebei geen rijbewijs en ik heb een auto én een rijbewijs. Alle kosten voor de auto draag ik zelf en af en toe rijd ik hen dan ergens heen. Die kosten neem ik voor mijn rekening.
Doordat ik thuis woon, hoef ik ook niet te lenen. Mijn ouders en ikzelf vinden het belangrijk dat ik dat ook niet ga doen, zeker met de huidige rentes. Als je zonder kan, dan moet je het zonder doen, vinden zij. Voorlopig heb ik ook nog niet de behoefte om uit huis te gaan.
Mijn broer is inmiddels uit huis, maar toen hij nog thuis woonde en op een gegeven moment een fulltime baan had, betaalde hij wel kostgeld. Ook dat is dus situatie-afhankelijk bepaald.”
Praten jullie thuis over geld?
„Hoewel mijn ouders het belangrijk vinden dat het financieel goed gaat, zijn ze nu minder beslissend dan vroeger. Ik neem hun advies wel aan, maar mijn geld is in eigen beheer.
Voor mij is het momenteel heel belangrijk om zonder schulden mijn studie af te ronden. Per maand spaar ik nu ongeveer 300 euro. Nu heb ik zo’n 2000 euro op de spaarrekening staan, maar dat was veel meer. Vorig jaar heb ik een dure auto gekocht, dus nu heb ik niet zoveel spaargeld meer over. Ik ben voor een Citroen Cactus van 12.000 euro gegaan.”
Vond je het belangrijk om die auto te kopen?
„Ja ik vond dat wel belangrijk, ook omdat mijn ouders geen rijbewijs hebben. Maar het was niet per se nodig. Het voelde gewoon goed om die auto te hebben. Ik had ervoor gespaard en het geeft een hoop vrijheid. In de zomer rijd ik makkelijk even naar het strand om te zwemmen of te surfen.
Ik geef vrij makkelijk geld uit, maar ik zou er heel veel moeite mee hebben om geldproblemen te hebben. Ik geef bijvoorbeeld gemakkelijk geld uit aan kleren.
Maandelijks spaar ik rond de 300 euro, dan gaat er nog zo’n 250 euro naar kosten voor de auto en abonnementen. Dan blijft er nog ongeveer 500 euro over om van te leven.”
Stelling: met 1000 euro per maand extra zou ik op lange termijn gelukkiger zijn
„Ja, zeker. Ik zou wat gemakkelijker worden. En trakteren vind ik leuk. Ik zou mijn familie wat vaker trakteren, bijvoorbeeld. Dat zou mij wel gelukkig maken.”
Stelling: je kunt nooit te veel geld hebben
„Ik denk wel dat je te veel geld kunt hebben. Er is een minimum nodig om comfortabel te kunnen leven, maar daarboven maakt het niet zo uit. Ik denk dat 10.000 euro per maand bijvoorbeeld de max zou zijn. Of nou 20.000 of 30.000 euro per maand verdient, dat verschil voel je denk ik niet meer.”
Stelling: geld wordt meer waard als je het kunt delen
„Ja, absoluut. Met vrienden vind ik het bijvoorbeeld ook niet nodig om elkaar Tikkies te sturen, maar met kennissen of collega’s ben ik daar wel streng op. Als iemand ver van mij af staat, vind ik het zonde om mijn geld aan hen uit te geven.”
Geld maakt niet gelukkig, of toch wel?
„In zekere mate wel. Als je comfortabel wilt kunnen leven, maakt geld gelukkig. Maar het moet ook een soort uitdaging blijven. Als je te veel geld hebt, dan is er nergens meer een uitdaging. Dan hoef je nergens meer voor te werken, dan maakt het niets meer uit.”