Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Ik zie geld als machtsmiddel’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 61-jarige Jan-Leendert, die jarenlang docent was in het voortgezet onderwijs, maar nu in het diepe springt als ondernemer.
Naam: Jan-Leendert van der Mooren
Leeftijd: 61
Beroep: ondernemer ‘De Varende Filosoof’
Woonsituatie: vrijstaande koopwoning
Nettomaandsalaris: momenteel 0 euro, laatst verdiende salaris 3400 euro netto
Geld maakt (niet) gelukkig
Na 27 jaar als docent levensbeschouwing in het voorgezet onderwijs besluit Jan-Leendert het roer om te gooien. Het Nederlandse onderwijssysteem druist in tegen zijn eigen idealen, waar jongeren de ruimte zouden moeten krijgen zichzelf te ontplooien. Hij gaat aan de slag als binnenvaartschipper, maar ook die baan heeft hij inmiddels uitgezwaaid. Nu begint hij zijn eigen onderneming.
Werd er thuis over financiën gesproken?
„Ik ben opgevoed door overdreven zuinige ouders. Op zaterdagen kreeg ik een dubbeltje en op woensdag een stuiver. Dan kon ik misschien net een snoepje kopen – kauwgom mocht niet. Andere klasgenoten kregen één of twee gulden. Ik mocht ook niet mee op schoolreisjes, omdat mijn ouders dat te duur vonden. Dan vertrok de hele klas, maar ik ging niet mee. Als ik ergens om vroeg, dan zeiden mijn ouders: zie je dat boompje? Schud maar eens en kijk of er geld uitvalt.”
„Ik had niet het geld dat mijn klasgenoten wel hadden. Ik vond dat niet leuk en uiteindelijk heb ik mijn ouders bestolen. Daar heb ik eigenlijk nooit over gesproken en ik heb me daar lang voor geschaamd. Overal in huis stonden potjes met kleingeld en daar pikte ik als 8-jarige steeds wat uit. Dat is uitgekomen. Dom genoeg ging ik altijd naar hetzelfde buurtwinkeltje – de Sperwer heette dat. Plotseling kon ik natuurlijk veel meer snoepjes kopen dan voorheen. Die winkeleigenaren hebben dat aan mijn ouders gemeld.”
Hoe liep dat af?
„Ik werd bij mijn vader op het matje geroepen voor een streng verhoor en heb alles bekend. Als kind zag ik de gelegenheid om hetzelfde te doen als andere kinderen, wat voor eventjes leuk was. Maar het stelen heb ik mezelf lang kwalijk genomen. Stelen van je ouders zit natuurlijk enorm in de taboesfeer. Als kind kreeg ik vaak genoeg te horen dat ik een vuile, smerige dief was. Dat gaat diep in je kinderzieltje zitten. Later heb ik nooit meer iets gestolen.”
Wanneer ging u voor het eerst zelf geld verdienen?
„Op mijn vijftiende ben ik gaan werken. Mijn studies heb ik later in deeltijd gedaan. Vanaf de mavo ben ik direct gaan werken en verdiende ik mijn eerste loontje. Dat moest ik afdragen aan mijn ouders en ik wist niet waar dat geld bleef, mijn bankrekening mocht ik niet inzien. Achteraf bleek dat ze een deel hadden gespaard voor mij, maar ook een deel zelf hadden genomen. Ik werkte een jaar in de tuinderij en daarna op de binnenvaart; ondertussen moest ik kostgeld betalen aan mijn ouders.”
„Op een gegeven moment kwam het tot een punt dat ik weigerde dat kostgeld af te dragen. Ik was de hele week voor werk op pad en ik wilde mijn eigen geld beheren. Dat ging gepaard met een hoop ruzie. Het verweer was dat mijn ouders de was nog voor mij deden in het weekend. Dan kom ik wel niet meer thuis, heb ik toen gedacht.”
Het geld kwam uiteindelijk in eigen beheer. Hoe ging dat?
„Op mijn 21ste ben ik getrouwd met mijn vrouw, die toen 19 was. Mijn vrouw had wat centen gespaard. Ik had niks. Alles wat ik tot dan toe had verdiend, heb ik uitgegeven. Waaraan? Aan kleding en uitgaan, waarschijnlijk. Maar waar het precies aan is opgegaan, weet ik niet. Van het geld van mijn vrouw zijn we getrouwd en hebben we een auto gekocht.”
Heeft u later ooit leren sparen?
„Ik ben lang heel makkelijk met geld omgegaan. Jarenlang hebben we rond de nul geleefd, ik gaf het makkelijk uit. De eerste jaren van ons huwelijk was ik alleenverdiener. Later is mijn vrouw er wat scharrelbaantjes bij gaan doen. Eerst hebben we een flat gekocht en later een appartement. Die eerste woningen kochten we van mijn salaris, dus ergens was ik wel verantwoordelijk. Maar ook als er bijna geen geld meer was, gingen we alsnog naar Gran Canaria op vakantie. Onze kinderen – die inmiddels de dertig gepasseerd zijn – zijn nooit iets tekort gekomen, het is altijd net goed gegaan.”
Hoe kijkt u nu naar geld?
„Inmiddels is er wel een buffer. Omdat ik gestopt ben met werken, gebruik ik daar nu geld van. En mijn vrouw werkt: inmiddels is zij de kostwinner. Geld maakt uiteindelijk niets goed. Ik wilde iets doen waar ik de zin van inzie. Ik weet dankzij het leven waar ik mij verdienstelijk in wil maken, dat ga ik nu proberen. Momenteel leef ik met mijn hand op de knip, omdat ik leef op spaargeld en geld van mijn vrouw.”
„Ik zie geld als een machtsmiddel. Daarmee bedoel ik dat je gebonden bent aan, en door geld. Op dit punt in mijn leven ben ik niet meer gebonden aan geld, waardoor ik kan gaan uitvoeren wat ik te betekenen heb. In een baan en als werknemer heb je je aan te passen aan een systeem. Daardoor moet je veel van jezelf laten varen. Dat is ook wat ik bij leerlingen en bij mijzelf heb zien gebeuren in het onderwijs. Het is lastig om invloed uit te oefenen op bestaande systemen. Wanneer je een eigen pad kiest, kun je je eigen systeem creëren.”
Stelling: met 1000 euro per maand extra zou ik op de lange termijn gelukkiger zijn.
„Nee, want dan zou ik alsnog mijn rekeningen niet kunnen betalen van mijn inkomsten. Ik verdien nu niks, dus met 1000 euro extra red ik het niet op de lange termijn. Ik geef mijzelf tot 1 januari de tijd om een klantenbestand op te bouwen. Mocht ik tot die tijd geen inkomsten genereren, ga ik van mijn pensioen trekken. Bovenop dat pensioen zou 1000 euro extra voldoende zijn om lekker te leven. Ik hoef niet veel te verdienen, want ik onderneem waarde-gestuurd, niet omzet-gestuurd. Maar een beetje geld is nu eenmaal nodig.”
Stelling: je kunt nooit te veel geld hebben.
„Genoeg is genoeg. We spelen mee met een loterij. Stel dat de miljoen bij ons zou vallen, dan zou ik zorgen dat ik zelf zorgeloos verder kan. Alles wat overblijft zou naar vrienden en familie gaan. Ik hoef geen Porsche te rijden of te zwemmen in het geld.”
Stelling: geld wordt meer waard als je het kunt delen.
„Ja absoluut. Als mijn vrouw en ik naar een grote stad gaan, nemen we altijd kleingeld mee. Dan hoef je iemand die om geld vraagt nooit voorbij te lopen. Het is triest genoeg dat iemand in zo’n situatie terecht gekomen is. Het is fijn om te kunnen geven.”
Geld maakt niet gelukkig, of wel?
„Geld maakt niets goed. Als je ongelukkig bent in je werk, dan word je door je salaris niet gelukkiger. In die zin maakt geld niet gelukkig. Maar geldgebrek kan wel ongelukkig maken.”
Meer artikelen lezen over Geld & Carrière? Dat kan hier.