Dit moet je doen als je collega tegen een burn-out aanzit: ‘Ze zitten vaak in een ontkenningsfase’
Het aantal mensen met burn-outklachten stijgt al jaren. Door werknemers op tijd gas terug te laten nemen, kan lang verzuim voorkomen worden. Maar wat als een werknemer bij een naderende burn-out blijft doen alsof er niets aan de hand is?
„Een werkgever mag heel ver gaan om te zorgen dat een medewerker gas terugneemt”, stelt arbeidsrechtjurist Edith van Schie van Xperthr.
Burn-out ontkennen
Ontkennen dat er iets aan de hand is, is volgens Elwin Wolters van de branchevereniging voor arbodiensten Oval het klassieke patroon bij burn-out en overspannenheid: „Ze maken vaak lange werkdagen, omdat ze geen overzicht meer hebben en inefficiënter gaan werken. Mensen met spanningsklachten rijden door heel veel rode stoplichten heen zonder het te zien.”
Leidinggevenden of collega’s zien het vaak wel, maar weten niet hoe ze er mee moeten omgaan. Wolters signaleert dat leidinggevenden en werkgevers steeds vaker bij arbodiensten aankloppen met de vraag hoe ze dit moeten aanpakken. „Arbodiensten kunnen zeker een rol spelen om leidinggevenden te coachen hoe ze het gesprek aan moeten gaan.”
Signalen van een burn-out
De Oval-directeur wijst erop dat een open gesprek aangaan, het belangrijkste is: „Zeg niet: ik zie dat je tegen een burn-out aanloopt, dus neem rust. Want medewerkers met spanningsklachten zitten vaak in een ontkenningsfase, dus dat kan juist averechts werken. Maar toon oprechte belangstelling. Benoem de signalen, bijvoorbeeld ik merk dat je prikkelbaar bent, vaak te laat en op een laat tijdstip nog werkmails verstuurt.”
Arbeidsrechtjuriste Van Schie vult aan: „Stel als leidinggevende nooit zelf de diagnose dat iemand overspannen is. Verwijs door naar de bedrijfsarts, die kijkt wat er aan de hand is en welk traject gevolgd moet worden. Daar mag de werkgever zich verder niet mee bemoeien.”
Een bedrijfsarts kan bijvoorbeeld oordelen dat de medewerker een bepaalde periode slechts voor 50 procent ingezet mag worden. Van Schie: „Werkgever en werknemer moeten zich daaraan houden. Wel kan de werknemer een second opinion aanvragen bij een andere bedrijfsarts als hij het niet eens is met het oordeel.”
Bedrijfsarts weigeren
Meestal wordt het gewaardeerd als een werkgever het gesprek aangaat en eerlijk zegt dat hij de indruk heeft dat het niet goed gaat. Vaak valt er een last van iemands schouders. Maar een medewerker die niet wil toegeven dat er iets aan de hand is, kan weigeren om naar de bedrijfsarts te gaan.
Van Schie: „Maar als werkgever heb je de verplichting om werknemers veilig hun werk te laten doen. Dus als je het idee hebt dat dit door spanningsklachten in gevaar komt, kun je een medewerker verplichten om langs de bedrijfsarts te gaan. Als die blijft weigeren is schorsing een uiterst middel.” Ze raadt aan om in dit geval te praten van vrijstelling van werk in plaats van schorsing. „Het betekent hetzelfde, maar klinkt vriendelijker. Laat een medewerker twee weken thuis zitten en praat dan verder.”
In 2022 was het langdurend verzuim door stress-gerelateerde klachten 13 procent hoger dan voor de coronapandemie in 2019, blijkt uit cijfers van arbodiensten ArboNed en HumanCapitalCare. Medewerkers met spanningsklachten zijn gemiddeld 195 dagen niet aan het werk. Bij overspanning zijn dat gemiddeld 228 dagen en bij een burn-out zelfs 288 dagen.
Wolters: „Een veilige en open cultuur is de basis van preventie. Zorg ervoor dat werknemers die overlopen bijvoorbeeld vanwege mantelzorg in de privésfeer dat durven aan te geven bij hun leidinggevende zodat samen naar een oplossing gezocht kan worden.”
Meer Metro-artikelen over een burn-out en burn-outklachten lees je hier.