Digitale euro op komst? Aarzeling heerst, blijkt uit peiling
Een digitale euro die als tegenhanger van cryptogeld zou moeten fungeren. Wat vindt men daarvan? In Duitsland werd de eventuele komst van dit digitale geld gepeild. De meerderheid ziet het in ieder geval niet zo zitten.
Een meerderheid van de Duitsers staat sceptisch tegenover de eventuele komst van een digitale euro. Dat blijkt uit een peiling die de Duitse branchevereniging voor banken heeft laten uitvoeren. De Europese Centrale Bank (ECB) werkt aan zo’n digitale munt.
De komst van de digitale euro
Uit de enquête kwam naar voren dat driekwart van de ondervraagden het er in meer of mindere mate mee eens is dat die digitale euro overbodig is. Dit omdat bestaande betalingsmogelijkheden toereikend zijn. Ook blijkt uit het onderzoek in opdracht van het Bundesverbandes deutscher Banken (BdB) dat minder dan een derde van de ondervraagden een idee heeft waar die digitale munt dan voor gebruikt zou moeten worden.
De ECB is al enige tijd onderzoek aan het doen naar een eigen digitale euro. Die zou als tegenhanger voor cryptomunten als de bitcoin en ether moeten fungeren. Die digitale euromunt zou een aanvulling moeten worden op het bestaande betaalverkeer in de eurozone. De invoering zou pas op haar vroegst in 2026 worden verwacht.
‘Zolang voordelen en risico’s onduidelijk zijn, blijft het wankel’
Maar volgens BdB zijn er veel vragen rond die digitale euro waar de ECB antwoord op moet geven. „Hoe moet een digitale euro eruit zien? Welke voordelen brengt het met zich mee, maar ook welke risico’s? De centrale bank zou deze sleutelvragen moeten beantwoorden, zodat het project de reguliere samenleving bereikt”, aldus plaatsvervangend directeur Henriette Peucker van BdB.
Volgens haar kan een digitale euro alleen een succes worden als die wordt geaccepteerd en daadwerkelijk wordt gebruikt door de Europese bevolking. „Zolang de voordelen en risico’s onduidelijk zijn, blijft het project wankel, en zullen consumenten de betaalmogelijkheden blijven gebruiken die ze al kennen en vertrouwen”, concludeert Peucker.