Geld maakt (niet) gelukkig: ‘Mijn aandelen zijn ongeveer een ton waard’
Waar de één vindt dat geld moet rollen, blijft de ander herhalen dat je geld maar één keer kunt uitgeven. Wekelijks gaan we in gesprek met mensen uit alle hoeken van de samenleving. Want als we eerlijk zijn; wat blijft er dan over van het oer-Hollandse gezegde ‘geld maakt niet gelukkig’? Vandaag: de 27-jarige Jasmin, die voor haar leeftijd een flink vermogen heeft opgebouwd.
Naam: Jasmin
Leeftijd: 27
Beroep: Development & Operations engineer, op de IT-afdeling
Woonsituatie: woont alleen in haar koophuis
Bruto maandsalaris: 4500 – 5000 euro, inclusief vakantiegeld en dertiende maand
Geld maakt (niet) gelukkig
Met welke blik op geld ben jij opgevoed?
„Mijn vader sprak zich altijd duidelijk uit over geld. Mijn neef had studieschulden en m’n vader benadrukte dat je dat vooral niet moet willen. Hij zei dat je alleen geld moet uitgeven dat je al verdiend hebt. Ik heb altijd bijbaantjes gehad. Als ik dan iets wilde kopen, rekende ik uit hoeveel uur ik daarvoor in de supermarkt moest werken. Daarna maakte ik dan de afweging of dat het waard was.
Verder hoorde ik thuis altijd verhalen dat het niet goed ging met de aandelen. Dus ik dacht: die ga ik nooit kopen. Inmiddels heb ik die wel, maar dat is iets van de laatste paar jaar. Sinds vier jaar ging het namelijk weer goed met de aandelenmarkt, dus dat hoorde ik dan van mijn ouders. Voor die tijd hoorde ik vooral hoeveel ze steeds kwijt waren geraakt.”
Zat het sparen er daardoor al jong in?
„Ja, ik was echt een spaarder. Totdat ik zestien was, heb ik geen pinpas gehad. Maar ik had wel een eigen bankrekening waar mijn salaris op gestort werd. Zonder pinpas kon ik dat dan niet uitgeven. In vijf vwo gingen we op reis naar Barcelona. Tijdens die trip heb ik alleen cash meegenomen en dat in allerlei verschillende spullen gestopt: in een tijdschrift of in schoenen. Als ik één van die dingen zou kwijtraken, was ik in ieder geval niet al mijn geld kwijt.”
Is er een moment geweest waarop jouw kijk op geld is veranderd?
„Mijn opa overleed ongeveer twee jaar geleden en daardoor ben ik meer gaan denken zoals hij dat deed. Mijn moeder ging daarna met pensioen en toen realiseerde ik hoe trots hij op haar zou zijn. Hij zei altijd dat de toekomst nooit gegeven is, dus hij vond dat je vooral nu de wereld moet ontdekken en leuke dingen moet doen. Hij was altijd blij als mijn zusje of ik op reis gingen. Vroeger deed ik dat minder makkelijk, zodat ik dan niet aan mijn spaargeld hoefde te komen. Nu besef ik dat ik ook gewoon leuke dingen moet doen.
Door de nieuwe pensioenregelingen zie ik nu steeds dat ik tot een leeftijd van 69,5 jaar oud zou moeten werken. Maar ik ga echt niet tot mijn zeventigste werken. De aandelen die ik nu heb, zou ik het liefst zo veel mogelijk laten staan zodat ik later dat potje heb.”
Vind jij het belangrijk om een spaarpot achter de hand te hebben?
„Ja. Ik heb dus ook altijd een spaarpot gehad. Dat maakt het makkelijker om bepaalde keuzes te maken. Ik weet bijvoorbeeld niet of ik op reis was gegaan als dat van mijn laatste 3000 euro zou zijn.”
Hoe zit het met studieschulden?
„Ik had de luxe dat ik thuis kon blijven wonen zolang ik wilde. Voor mij was het belangrijk om pas op mijzelf te gaan wonen zodra ik echt een baan had. Tijdens het studeren kon ik minder werken, maar als ik dan vakantie had, ging ik wel alle dagen juist werken. Tussendoor moest ik vooral mijn studiepunten halen. Doordat ik thuis kon blijven wonen, heb ik geen studieschuld opgebouwd.
Bij mijn broertje en zusje ligt dat overigens heel anders. We hebben dezelfde opvoeding gehad, maar zij gaan heel anders met geld om dan ik. Een aantal jaar geleden zaten we met de familie aan tafel en toen maakten zij samen grappen dat ze bij elkaar ongeveer een ton studieschuld hebben, bizar.”
Hoe ziet die spaarpot eruit?
„Eerder had ik een grote spaarrekening. Maar nu heb ik een huis gekocht en net een nieuwe badkamer, dus die pot is straks bijna leeg. De badkamer heeft 9000 euro gekost, dus ik denk dat daar straks nog 2000 euro van over is. Nog steeds heb ik nu wel verschillende potjes, bijvoorbeeld voor mijn nieuwe huis, en eentje voor leuke dingen of kleding. Daarnaast zet ik iedere maand 150 euro opzij in een potje voor boodschappen. Zo weet ongeveer wat ik uitgeef. Daarnaast houd ik rekening met bijvoorbeeld belastingen die eraan komen, bij elkaar kom je dan ook snel op 1000 euro.”
Hoe zit het met de aandelen waar je het al over had?
„Ik heb mijn aandelen waar ik op terug kan vallen. Een jaar of drie geleden ben ik begonnen met beleggen. Mijn eerste belegging was 4500 euro en daarna heb ik nog zo’n 15.000 euro eigen geld in verschillende aandelen gestopt. Ik begon met beleggen toen mijn vader vertelde over nieuwe aandelen die hij zelf had gekocht. Hij had het over een sprookje. Hij schrok toen ik vertelde dat ik daar ook wel in wilde investeren, omdat dat niet zijn insteek was geweest. Mijn eerste belegging is toen via hem gegaan. Nu beheer ik alles zelf.
Aan het begin van de coronacrisis heb ik wat extra risico genomen, omdat alle aandelen waren gezakt. Toen wist ik nog niet dat de markt daarna nóg drie keer zo ver zou zakken. Toch heb ik alles laten staan. Ik heb ik ook niet veel bijgekocht, ook omdat ik een huis ging kopen. Gisteren waren alle aandelen bij elkaar ongeveer een ton waard, inclusief de inleg.”
Spaar je nu een vast bedrag per maand?
„Eigenlijk doe ik maar wat. Mijn vakantiegeld krijg ik maandelijks uitbetaald, dus dat probeer ik direct apart te zetten. De spaarrekening die ik heb voor mijn nieuwe huis, daar is veel geld naartoe gegaan. Maar de laatste tijd moet ik daar ook vaak geld vanaf halen, omdat ik anders niet uitkom.”
Zou je met maandelijks 1000 euro extra op lange termijn gelukkiger zijn?
„Ik denk dat het een hoop scheelt. Dan zou ik dat iedere maand extra kunnen sparen. Door die aandelen heb ik rust. Ik moet de laatste tijd bijvoorbeeld naar de fysiotherapeut vanwege een hielspoor. Er zijn mensen die dat niet kunnen betalen – natuurlijk zijn die kosten voor mij nog steeds zuur – maar het kan wel. Als je extra geld hebt, maakt dat alles net makkelijker.”
‘Geld wordt pas iets waard, als je het kunt delen’, ben je het daarmee eens?
„Het is wel leuk om te delen. Maar als je alleen niet genoeg geld hebt om ergens te wonen, dan is geld ook wel wat waard. Ik denk wel dat je er gelukkiger van wordt, als je mensen om je heen hebt met wie je kunt delen.”
Geld maakt niet gelukkig… Of toch wel?
„Dat vind ik een lastige. Als je geen geld hebt, heb je meer kans om ongelukkig te zijn, denk ik. Het is fijn om je eten en je huur te kunnen betalen zonder zorgen. Ik ken mensen die echt met weinig moeten leven. Dan ben je constant aan het werk om net rond te kunnen komen. Een bepaalde hoeveelheid geld kan ervoor zorgen dat je een basis hebt om gelukkig te zijn. Maar ik geloof niet dat geld alléén gelukkig maakt.”
Meer artikelen lezen over Geld & Carrière? Dat kan hier.