Meer vrouwen willen financieel onafhankelijk zijn, maar de realiteit is anders
Driekwart van de Nederlandse vrouwen vindt het belangrijk om financieel onafhankelijk te zijn, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS die vandaag naar buiten zijn gebracht. Toch blijkt de praktijk er anders uit te zien. In 2021 was 66 procent van de vrouwen economisch zelfstandig, veel andere vrouwen werken bijvoorbeeld in deeltijd.
Steeds meer Nederlanders hebben last van geldzorgen. En hoewel 75 procent van de Nederlandse vrouwen zegt het belangrijk te vinden om financieel zelfstandig te zijn, is de groep vrouwen die dit daadwerkelijk in praktijk is, een stuk kleiner. In 2021 was 34 procent van de Nederlandse vrouwen niet financieel zelfstandig. In totaal hebben we het dan over 1,6 miljoen vrouwen. Onder hen had 32 procent wel betaald werk, maar was het inkomen dat daarmee werd verdiend lager dan bijstandsniveau. Dat bedrag staat gelijk aan een inkomen van 1080 euro netto per maand.
Werken in deeltijd
Hoewel de wensen van vrouwen en de realiteit nog niet op één lijn liggen, zijn vrouwen wel steeds vaker financieel onafhankelijk. In 2011 verdiende slechts 57 procent van de Nederlandse vrouwen voldoende om zelfstandig rond te komen. Onder zowel mannen als vrouwen zijn het vaker theoretisch opgeleiden die financieel onafhankelijk zijn, dan praktisch opgeleide personen. Daarnaast zijn mannen in Nederland over het algemeen dus vaker economisch zelfstandig dan vrouwen. Volgens de Emancipatiemonitor komt dit doordat mannen vaker werk hebben, vaker fulltime werken en meer verdienen.
Als we inzoomen op de groep mensen tot 45 jaar zónder minderjarige kinderen, zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen relatief klein, als het gaat om economische zelfstandigheid. De komst van kinderen markeert het grootste kantelpunt in de carrière van vrouwen. Zodra er kinderen worden geboren, gaat bijna 45 procent van de vrouwen minder werken, of stoppen zij met werken. Daartegenover verandert maar 7 procent van de mannen het aantal werkuren zodra zij vader worden.
Toch willen vrouwen met deeltijdbanen in 65 procent van de gevallen wel meer werken – onder bepaalde voorwaarden. Als vrouwen het werk beter zouden combineren met hun privéleven willen zij meer uren maken in hun werkweek. Een kleine 10 procent zou meer willen werken als de kinderopvang beter of goedkoper zou zijn. Ook speelt het gezamenlijk inkomen een rol: als dat niet toereikend is, willen vrouwen hun deeltijdbaan uitbreiden.
De groep vrouwen die in Nederland economisch zelfstandig is, is dus niet even groot als de groep vrouwen die dit belangrijk vindt. Toch is een grote groep vrouwen die niet werkt – of deeltijd werkt – onder bepaalde voorwaarden bereid om meer uren te maken. En ondanks de stijgende lijn qua economische zelfstandigheid, is er nog een weg te gaan voordat vrouwen hetzelfde verdienen als mannen.
Dit zijn de beste landen om als vrouw te werken (en Nederland scoort slecht)