Thea is relatiecoach: ‘Ik help partners en ouders van mensen met psychische klachten’
Bij Metro duiken we maar wat graag in verschillende beroepen. Van functies waarvan je wellicht nog nooit hebt gehoord tot banen waarvan je je altijd al hebt afgevraagd ‘wat zo iemand nou eigenlijk precies doet’. Dit keer: de 54-jarige Thea van Bodegraven, die door haar eigen ervaring de enige relatiecoach in Nederland is geworden die partners en ouders van mensen met psychische klachten helpt.
Beroep: Relatiecoach voor partners en ouders van mensen met psychische klachten (Sterk in eigen kracht-coaching)
Leeftijd: 54 jaar
Aantal jaar werkervaring: 10 jaar
Het beroep van Thea
Vertel, wat houdt jouw beroep in?
„Ik ben relatiecoach voor partners en ouders van mensen die psychische klachten en/of een diagnose hebben gekregen. Deze partners of kinderen hebben bijvoorbeeld een dwangstoornis, depressie, angststoornis, borderline, autisme of een eetstoornis. Je snapt waarschijnlijk wel dat dit veel invloed op een relatie kan hebben.
Mijn coaching is echt gericht op de naaste en de relatie. Zij komen alleen of nemen hun partner met psychische klachten mee. Mijn sessies zijn er niet om tegen de diagnose in te gaan. Die is er; dat is de werkelijkheid. Maar hoe ga je daarmee om in je relatie? Hoe maken we het bespreekbaar?”
Wat wilde je vroeger worden?
„Vroeger wilde ik verpleegkundige worden en dat ben ik ook heel lang geweest. Ik ben ook 17 jaar lang docent verpleegkundige geweest. Het is in die periode nooit in mij opgekomen om een eigen praktijk te starten, laat staan in deze hoek.”
Hoe ben je dan toch op dit beroep uitgekomen?
„Ik heb een partner en een kind met een dwangstoornis. Toen onze zoon op 9-jarige leeftijd zijn diagnose kreeg, viel het kwartje bij ons dat mijn man er ook één heeft. We hadden op dat moment vijftien jaar een relatie. Het gaat nu heel goed, maar achteraf realiseer je je dat je eigenlijk vijftien jaar hebt vastgezeten. Als partner ga je meedwangen.”
Meedwangen?
„Dwang dwingt degene met de dwangstoornis, maar ook de naaste. Dingen moeten gedaan worden zoals ze gedaan moeten worden. Daarom dwingt de dwanger de naaste ook om mee te doen. Als naaste heb je het gevoel machteloos te staan. Soms zei ik dat ik er niet aan meedeed, maar daardoor ontstonden zoveel conflicten dat ik er toch in meeging.
Het ging op dat moment helemaal niet goed met mij. Ik was alleen maar bezig om ervoor te zorgen dat het goed ging met mijn man en zoon. De diagnose van mijn zoon heeft veel in werking gezet. Vanaf dat moment ben ik ervoor gaan kiezen om voor mezelf te zorgen. Je leest dat natuurlijk overal tegenwoordig, ‘zorg goed voor jezelf’, maar ik had dat nooit geleerd.
Om gewoon iets voor mezelf te doen, ben ik een opleiding gaan volgen. Ik was op dat moment docent verpleegkundige en besloot een coachingsopleiding van drie jaar naast mijn werk te gaan doen, zodat ik in de toekomst mijn studenten nog beter kon coachen. Tijdens die opleiding heb ik mezelf goed leren kennen en heb ik geleerd wat ik wil en hoe ik dat kan aangeven.
Dat ik de dwang van mijn man minder aandacht gaf, had een verrassend effect: hij werd gemotiveerd om zijn dwang aan te pakken.”
Toen dacht je: daar moet ik iets mee?
„Na mijn opleiding klopte ik aan bij de Angst, Dwang en Fobie Stichting. Na de diagnose van mijn zoon had ik daar een cursus gevolgd voor partners en ouders van mensen met angst en dwang. Ik vroeg of ik als ervaringsdeskundige met een coachingsopleiding op zak iets kon betekenen in het vervolg van de cursus, maar toevallig hadden ze net iemand nodig die de cursus zelf kon geven.
Die heb ik iets anders ingericht. Niet meer zo gericht op degene met dwang en hoe je het best met je kind of partner om kunt gaan, maar op de naaste zelf. Naar aanleiding daarvan is mijn praktijk eigenlijk heel organisch gegroeid. Eerst alleen met ouders en partners, maar ook steeds meer met stellen die samen komen om aan hun relatie te werken.”
Het is dus echt coaching en geen therapie?
„Het is niet mijn bedoeling om de diagnose weg te halen, daar is echt specifieke therapie voor nodig. Maar wel om ze te leren dat niet alles meer om de diagnose of psychische klachten draait. Bijvoorbeeld door afspraken te maken zodat de dwang echt de verantwoordelijkheid wordt voor de dwanger zelf.
Als ik geen stel, maar alleen de naaste coach, herinner ik ze eraan dat er maar één iemand is die ze kunnen veranderen: zichzelf. Ik zie vaak dat naasten alleen maar bezig zijn met de ander te ‘redden’. Dat is logisch, je ziet dat je partner of kind het moeilijk heeft.
Maar het grappige is: als jij verandert, heeft dat meteen invloed op de ander.”
Wat is het meest bijzondere dat jij hebt meegemaakt in je werk?
„Er gebeuren wonderen, dat durf ik echt wel te zeggen. Ik maak elke week bijzondere dingen mee, maar de keren dat ik ouders van 65 tot 80 jaar kan helpen, springen er nu even bovenuit. Zij hebben dan een kind van middelbare leeftijd, die nooit uit huis is gegaan of weer thuis is komen wonen vanwege zijn of haar psychische klachten. Hun kind heeft bijvoorbeeld verzamelwoede, waardoor het huis steeds minder leefbaar wordt. Maar ze durven het niet op te ruimen, omdat ze weten dat het tot ruzie en conflicten leidt.
De kinderen zelf weigeren vaak therapie en de ouders zitten met de handen in het haar. Ik leer ze dan om los te laten. Dat is supermoeilijk, want het is je kind, maar dat is natuurlijk wat anders dan hem of haar laten vallen en de deur dicht smijten.
Dat de dwanger hierdoor gemotiveerd raakt om naar therapie te gaan en er opeens deuren lijken te openen omdat het kind begeleid kan wonen, vind ik nog steeds bijzonder.”
Heb jij zelf een partner of kind met psychische klachten, maar voelt coaching nog een stapje te ver? Thea schreef het boek (inclusief werkboek) Als helpen niet helpt.
https://www.metronieuws.nl/geld-carriere/2022/05/haptotherapeut-professioneel-knuffelaar/