Zoveel kleiner is de kans voor een vrouw om een leiderschapspositie te bereiken
Dat de kans voor vrouwen om een leiderschapspositie te bereiken, anno 2022 nog steeds kleiner is dan voor mannen, komt waarschijnlijk (helaas!) niet als een verrassing. Maar hoeveel kleiner die kans precies is, laat een nieuw wereldwijd onderzoek van LinkedIn zien.
In het onderzoek analyseerde LinkedIn de carrièrepaden van vrouwen naar leidinggevende posities om te begrijpen hoe de loopbaantrajecten van vrouwen verschillen van die van mannen.
Vrouwen op leiderschapspositie
Uit het onderzoek blijkt dat er nog steeds een enorme kloof is. Het aandeel van vrouwen in leiderschapsposities is in Nederland slechts 25 procent. In Europa doen alleen Oostenrijk (23 procent) en Duitsland (22 procent) het slechter.
Daarnaast wordt uit de data duidelijk dat de kans om een leiderschapsrol te bereiken voor mannen groter is dan voor vrouwen. Voor elke vrouw die in de eerste tien jaar van haar carrière een leidinggevende functie bereikt, doen 2,2 mannen dit. De kloof tussen vrouwen en mannen neemt verder toe met meer jaren aan werkervaring. Voor elke vrouw die na twintig jaar of meer de top bereikt, doen 2,5 mannen dat.
Vrouwen hebben dus niet alleen minder kans om zo’n functie te bereiken. Ze hebben ook beperkte tijd om daar te komen. Wanneer vrouwen niet binnen de eerste tien jaar van hun carrière een leidinggevende functie krijgen, wordt de kans nog kleiner om daar later nog te komen.
Dat is geen toeval, aldus Marcel Molenaar, Country Manager van LinkedIn Benelux. „Er sluiten deuren voor vrouwen rond de tijd dat ze een gezin stichten”, zegt hij. „Niet alleen in Nederland, maar in heel Europa. Dat toont meteen de omvang van de uitdaging aan.” Om hier verandering in te brengen, hebben we volgens hem meer flexibiliteit nodig voor iedereen. Vrouw én man. „Het betekent ook dat we de vooroordelen en het stigma rondom flexibiliteit moeten aanpakken”, voegt hij toe.
Meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt
De carrièremogelijkheden voor vrouwen worden belemmerd door hoe er tegen flexibel werken aan wordt gekeken. Maar ook hoe bedrijven flexibele regelingen hanteren. Een overgrote meerderheid van alle professionals (59 procent) vindt dat de pandemie heeft blootgelegd dat er een dringende behoefte is aan een verandering in de manier waarop we flexibel werken benaderen.
Dat blijkt ook wel uit de volgende cijfers: meer dan de helft (52 procent) van de vrouwelijke professionals overweegt om een baan te verlaten vanwege een gebrek aan flexibiliteit, of heeft dit gedaan. Tegelijkertijd blijkt dat flexibel werken voor vrouwen niet zonder consequenties komt. 63 procent van de vrouwen leverde hiervoor salaris in tegenover 53 procent van de mannen.
Negatieve gevolgen voor vrouwen
Ook werkgevers vrezen negatieve gevolgen van flexibel werken voor vrouwen. Bijna twee derde denkt dat vrouwen minder zichtbaar zullen zijn omdat zij meer vanuit huis werken terwijl mannen juist op kantoor te vinden zijn. Dit zou negatief uit kunnen pakken voor vrouwelijke werknemers.
Zo is meer dan een kwart van de werkgevers van mening dat het voor vrouwen die flexibel werken lastiger is om relaties op te bouwen en te onderhouden met collega’s. Nog eens meer dan een kwart dat vrouwen denkt hierdoor minder snel zullen aangeven wat zij willen (carrièredoelen, salarisverhoging, promotie).
„Bedrijven hebben sinds de pandemie absoluut al vooruitgang geboekt wanneer het gaat om het bieden van flexibel werken”, zegt Molenaar. „Toch kunnen we nog stappen zetten. Dat blijkt ook uit het onderzoek. Het is aan werkgevers om niet alleen een flexibel werken-beleid aan te bieden, maar ook in gesprek te gaan met hun medewerkers. Om zo te luisteren naar hun wensen en uitdagingen in de work-life balance. Zo creëren we een eerlijkere en meer gelijkwaardige werkomgeving.”
Nog 26 jaar voordat mannen en vrouwen evenveel verdienen – dit wetsvoorstel wil dat versnellen