Peter (60) maakte carrièreswitch van politieagent naar machinist: ‘Met aftellen naar je pensioen bereik je niets’
Wat doe je als je na tientallen jaren bij dezelfde werkgever je draai niet meer kunt vinden? Blijf je er werken en tel je de jaren af tot je pensioen, of gooi je op 60-jarige leeftijd nog je leven om? Peter Metselaar besloot voor het laatste te kiezen. Na 41 jaar bij de politie te hebben gewerkt, is hij nu als aspirant-machinist bij de NS aan de slag. „Het voelt als een tweede jeugd”, zegt hij lachend. „Ik ben met totaal iets nieuws bezig.”
Geld & carrière-redacteur Tessa Ham zoekt hem op bij zijn standplaats in Zutphen met – hoe kan het ook anders – de trein. Hoe hak je na zoveel jaren de knoop door om een carrièreswitch te maken?
Van politieagent tot machinist
Als ik uit de trein stap om tien uur ‘s ochtends op station Zutphen, staat Peter Metselaar al op me te wachten. Om kwart over vijf ‘s ochtends begon zijn werkdag al, wat betekent dat hij al om vier uur naast zijn bed stond. „Vroeger bij de politie had ik een broertje dood aan ochtenddiensten”, vertelt hij, terwijl hij me ‘backstage’ meeneemt op het station naar de personeelsruimte. „Ik had er een hekel aan als ik vroeg op moest staan, terwijl mijn werkdag toen zelfs om zeven uur begon. Nu heb ik er totaal geen probleem meer mee.”
Hij zet een koffie voor me neer en neemt plaats op de stoel tegenover me. Vandaag heeft hij een rangeerdienst, legt hij me uit. Tijdens zo’n dienst rijd je niet met passagiers, maar zet je onder andere de treinen weg die op hun eindstation zijn aangekomen. We hebben tot tien over elf, want dan staat de volgende trein op de planning.
Terwijl ik door het grote raam de treinen het station in en uit zie rijden, vertelt Metselaar me meer over zijn carrière. „18 jaar oud was ik, toen ik bij de politie begon”, vertelt hij. „Ik kwam uit de schoolbanken, had net mijn havo afgerond.” In leren had hij geen zin meer en bij de politie mocht je na een jaar school al de straat op.
41 jaar bij de politie
Hij ging als eerst aan de slag als politieagent op straat in Amsterdam („alles wat je mee kan maken in je politiewerk op straat, maak je daar mee”), daarna als wijkagent in Arnhem. Het langst heeft hij bij de afdeling Verkeer gezeten, tot hij in 2012 de kans kreeg om naar Afghanistan te gaan. Daar werkte hij een jaar lang in oorlogsgebied als politietrainer. Eenmaal terug kon hij zijn draai niet meer vinden.
„De Nationale Politie was net gevormd”, zegt hij. „Daardoor werden functies opgeheven en waren er veel medewerkers die herplaatsbare kandidaten werden genoemd. Zij hadden altijd voorrang. Dus als ik op een leuke stek zat, moest ik vaak weer plaatsmaken voor een herplaatsbare kandidaat en werken op een afdeling die eigenlijk niet bij me paste.”
Dan ga je nadenken, legt Metselaar uit. Ga je de tijd uitzitten en met vervroegd pensioen over drie à vier jaar? „Maar dat is een end als je er geen lol meer in hebt”, zegt hij. „Dat gaat aan je vreten en dat heeft invloed op je gezondheid. Dat is het gewoon niet waard.”
De knoop doorhakken
Metselaar had op dat moment vaak genoeg gezien dat collega’s dromen uitstelden tot hun pensioen, om vlak ervoor of erna ziek te worden of te overlijden. „Dat wilde ik niet”, zegt hij. „Toen er ook nog een nieuwe leidinggevende kwam die totaal een andere visie had, hakte ik de knoop door.”
Dat is natuurlijk een flinke knoop die je moet doorhakken, na 41 jaar. Zeker als je nog totaal geen idee hebt wat je dan wil doen. „Mensen zeggen weleens: je hebt toen een risico genomen, je zekerheid opgegeven”, zegt hij. „Maar wat is risico en wat is zekerheid? Ik kan straks ook van mijn sokken gereden worden als ik naar buiten stap.”
Het vinden van een nieuwe baan was wel makkelijker gezegd dan gedaan. „Tijdens het solliciteren werd gezegd dat ik niet in het profiel paste”, zegt hij. „Dan dacht ik: zeg nou gewoon dat ik te oud ben. Ik solliciteerde op functies waarvan ik dacht dat ze me op het lijf geschreven waren. Als bemiddelaar bij een woningcorporatie bijvoorbeeld. Als agent heb ik heel wat bemiddeld.”
Hoewel zijn vrouw ook werkt en er wel inkomsten waren, moest er na drie maanden solliciteren toch geld verdiend worden. Metselaar ging daarom aan de slag als Hello Fresh-bezorger. „Dat heb ik eigenlijk ook met veel plezier gedaan, maar je verdient daar echt het minimum”, zegt hij. „Eerst verdiende ik het brood en mijn vrouw het beleg, nu was dat andersom: zij zorgde voor het brood en ik voor het beleg.”
Vacature voor machinist
Tijdens een scrollsessie op Facebook kwam hij de vacature voor machinist bij de NS tegen. „Ik had eigenlijk totaal geen idee wat een machinist precies deed, behalve dan het besturen van treinen”, zegt hij. „Toch dacht ik: ik reageer gewoon.” Als voorbereiding op zijn gesprek belde hij met een oud-collega bij de spoorwegpolitie, die hem in contact bracht met twee machinisten. „Na met hen gesproken te hebben, werd ik steeds enthousiaster”, zegt hij lachend. „Dit leek me wel wat.”
Bij de NS bleek zijn leeftijd geen probleem te zijn. In het gesprek werd zijn leeftijd wel aangestipt, maar vooral omdat er een ouderenregeling is, waarbij je minder zou kunnen werken voor vrijwel hetzelfde geld. „Ik had juist zoiets: ik begin aan iets nieuws”, vertelt Metselaar. „Ik hoef nog maar zeven jaar te werken, dan wil ik juist zoveel mogelijk op de trein rijden.”
Na een psychologische en medische keuring, waarbij ze onder andere je ogen, gehoor, stressbestendigheid en concentratievermogen testen, kon Metselaar aan de slag. „Dan kom je terecht in een compleet andere wereld”, vertelt hij. „Op mijn eerste dag zijn mijn mentor ‘ga maar zitten’.”
Wat gaat er door je heen als je de eerste keer met zo’n trein wegrijdt? „Eigenlijk niet zoveel”, lacht hij. „Je bent alleen maar bezig met: hoe ga ik dit zo goed mogelijk doen? Je staat er tijdens het rijden ook helemaal niet bij stil dat je de verantwoordelijkheid voor zoveel mensen draagt. In een dubbeldekker met twaalf wagons passen er wel 1200.”
Het duurt een jaar voordat Metselaar zich geen aspirant-machinist, maar machinist mag noemen. Op dit moment heeft hij twee dagen praktijk en drie lesdagen per week. „Je moet echt aan de bak”, legt hij uit. „Binnen een jaar moet je heel veel theorie leren, echt blokken. De combinatie met rijdiensten is heel fijn. Je leert toch het snelst als je de seinen in je boek ook in de praktijk tegenkomt.”
Voelt niet als werken
Metselaar heeft geen moment spijt gehad van deze investering in zichzelf. Sterker nog, achteraf ziet hij in dat hij de carrièreswitch veel eerder had moeten maken. „Het voelt niet als werken”, zegt hij. „De tijd vliegt voorbij. Ik kijk nooit meer op mijn horloge om de tijd voorbij te zien kruipen.”
Inmiddels is het bijna tien over elf en is het tijd om een trein weg te zetten. Nadat hij een remtest heeft gedaan in de cabine onder toeziend oog van zijn mentor, nemen we afscheid. „Ik hoop dat mensen wat hebben aan mijn verhaal”, zegt hij. „Wacht niet te lang met iets nieuws zoeken als je niet meer op je plek zit. Ga op onderzoek uit wat je dan wel wil. Met aftellen tot je pensioen bereik je niets, het is zo belangrijk om ergens lol in te hebben.”
Hij benadrukt dat hij niet in de portemonnee van mensen kan kijken, maar vindt dat geld geen grote belemmering moet zijn. „Wij moesten ook keuzes maken”, zegt hij. „We doen dit niet of pas later. Werkplezier en gezondheid moeten wat mij betreft voorop staan. Als je met pijn in je buik naar je werk gaat, word je niet oud.”
5 tekenen dat je carrière in een sleur zit (en wat je daaraan kunt doen)