Last van het Imposter Syndrome? Daar zit ook een voordeel aan, zegt onderzoek
Mensen met het Imposter Syndrome hebben het gevoel dat ze een oplichter zijn. Ze hebben gestudeerd en/of successen behaald in hun carrière. Toch denken ze dat er een moment komt dat ze door de mand vallen. Dat iedereen doorheeft dat ze eigenlijk maar wat doen.
Dat dit Imposter Syndrome schadelijk is voor je zelfvertrouwen, hoeven we je vast niet uit te leggen. Het zou daarom zelfs een negatieve invloed op je carrière kunnen hebben. Toch blijkt uit nieuw onderzoek dat het ‘syndroom’ ook een voordeel met zich mee brengt.
Voordeel van Imposter Syndrome
Op Harvard Business Review vertelt Basima A. Tewfik, een assistent-professor op MIT Sloan, dat het Imposter Syndrome juist ook een positief effect op je carrière kan hebben. „Ik hoop dat mijn onderzoek laat zien dat het oké is om soms gedachten te hebben dat je een bedrieger bent”, zegt ze.
Haar onderzoek toont namelijk aan dat mensen met het Imposter Syndrome vaak ook beter zijn in het vormen en onderhouden van relaties, wat natuurlijk een grote succesfactor voor je carrière kan zijn.
„In één onderzoek waren artsen met het ‘syndroom’ beter in omgaan met gevoelige interacties met patiënten”, zegt ze. „In een ander onderzoek bleek dat sollicitanten met het Imposter Syndrome meer vragen stelden tijdens het informele praatje voor het sollicitatiegesprek. Hierdoor dachten HR-managers dat deze mensen betere people skills hadden.”
In andere woorden: omdat je dankzij je Imposter Syndrome niet naast je schoenen loopt en meer op de ander gericht bent, word je aardiger gevonden. Dat kan je carrière natuurlijk enorm helpen.
Niet schadelijk voor je carrière
Ook belangrijk: uit de onderzoeken van de assistent-professor leek het Imposter Syndrome geen negatieve effecten te hebben op de prestaties. De artsen stelden net zo vaak de juiste diagnose als andere artsen. Sollicitanten werden even vaak uitgenodigd voor een volgend gesprek.
Tewfik benadrukt dat het niet per se ‘goed’ is om het Imposter Syndrome te hebben. Het is dus wel oké om soms dat soort gedachten te hebben. „Er is dus ook een voordeel”, zegt ze. „Het is geen echt ‘syndroom’.”
„Interessant genoeg is er geen uitsluitend kwantitatief bewijs dat erop wijst dat het Imposter Syndrome ook daadwerkelijk je prestaties vermindert”, voegt ze eraan toe. „Toch blijft dit idee bestaan.”
Volgens haar kan een beetje stress er juist voor zorgen dat je prestaties verbeteren. „Het kan zijn dat het hebben van de juiste hoeveelheid ‘bedriegelijke gedachten’ net genoeg motivatie biedt om het beste in jezelf naar boven te halen”, zegt ze.
Hoewel je wat ons betreft best wat meer in jezelf mag geloven, is het dus geen ramp als je af en toe het gevoel hebt een bedrieger te zijn. Succesvolle mensen als Albert Einstein, de vroegere Starbucks CEO Howard Schultz en Maya Angelou hebben publiekelijk toegegeven weleens dat soort gedachten te hebben gehad. Zij zijn het levende bewijs dat het je carrière niet per se schaadt!