Hoogleraar Stefan van der Stigchel: ‘Er zijn zoveel concentratiemythes’
Hoogleraar cognitieve psychologie Stefan van der Stigchel baalt van alle onwaarheden die worden geschreven over concentratie. Hij komt daarom met een nieuw boek: Grip op je aandacht. „Een alternatief voor al die boeken die maar wat roepen.”
Onze concentratie is slechter dan die van een goudvis. Het blauwe licht van onze telefoon zorgt ervoor dat je moeilijk in slaap valt. We kunnen onszelf maximaal 25 minuten concentreren. En kinderen hebben tegenwoordig minder concentratievermogen dan vroeger.
Allemaal onjuist. ‘Concentratiemythes’ noemt Stefan van der Stigchel het. Hij is hoogleraar cognitieve psychologie aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in aandacht en concentratie. Maar een ‘concentratiegoeroe’ of enorme ‘concentratie-pro’ noemt hij zichzelf niet. „Ik ben ook gewoon een mens.” Wel is hij de afgelopen jaren „veel beter geworden” in zijn specialismen. En goed nieuws: concentreren kun je leren.
Geen verplaatsing meer
Waarschijnlijk doe je al een aardige poging. Door bijvoorbeeld vol goede moed aan het begin van je werkdag een planning te maken. Je neemt je ’s ochtends voor die dag een presentatie voor te bereiden, een rapport te schrijven en minstens nog twee artikelen. Maar nog voor je de eerste letter op papier hebt gezet, gaat je telefoon. Als je even later hebt opgehangen, zie je een mail die dringend beantwoord moet worden. Tijdens het tikken word je afgeleid door een plant die nu water nodig heeft. Voor je het weet is het half twaalf. Je kijkt naar je voornemens en concludeert dat je dit vandaag nooit gaat redden.
Af en toe zo’n dag is niet erg, stelt Van der Stigchel gerust. „Zeker niet in deze coronatijd.” Zaten we drie maanden geleden nog veelal in kantoortuinen, nu is thuiswerken het nieuwe normaal. De één vindt dat prettiger (want: minder afleiding), de ander vindt het minder relaxt (kinderen lesgeven, zorgen over onzekerheid, minder gezellig). Wat vast staat, zegt Van der Stigchel, is dat je minder beweging hebt. En dan heeft hij niet over die tienduizend stappen die je nu misschien niet dagelijks haalt, maar over de locatie die voor velen nu zowel een woon- als werkplek is geworden. „Thuis hoef je je niet te verplaatsen. En dat vindt ons brein lastig.”
Leren concentreren
Eerder schreef Van der Stigchel al Zo werkt aandacht en Concentratie, sinds deze week is daar zijn nieuwe boek Grip op je aandacht. Het zoveelste zelfhulpboek over dit onderwerp? „Zeker niet”, lacht hij. „Dit boek is eens een alternatief voor al die boeken die maar wat roepen. En er wordt nogal wat onzin geschreven.” Hij noemt het „doemscenario’s”, die niet op de wetenschap zijn gebaseerd. „Een boek gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten ontbrak nog.”
Ergens snapt hij wel dat technieken als de Pomodoro in dergelijke zelfhulpboeken verschijnen. „Mensen willen meer grip krijgen op hun concentratie en het is voor auteurs heel verleidelijk om daar concreet over te zijn.” ‘Neem na iedere 25 minuten een korte pauze’, is immers een eenvoudig devies. „Maar psychologie is een stuk ingewikkelder dan dat, omdat iedere persoon anders is.”
Basisprincipes zijn er wel, benadrukt de concentratiedeskundige. In zijn boek staan er 49, een paar favorieten geeft hij alvast weg. „Voor iedereen geldt dat het geen goed idee is om taken te veel te combineren”, steekt hij van wal. „Multitasken kan niemand en het kost onnodig veel tijd en energie. Je maakt meer fouten en komt niet in een flow terecht.”
Een andere belangrijke tip: gebruik ‘aandachtsrituelen’. „Je kunt niet van jezelf verwachten dat je na een vergadering meteen weer geconcentreerd verder kunt.” Je moet daarom iets doen waarmee je je brein voorbereidt op een nieuwe taak, zegt hij. En dat kan van alles zijn. „Doe de was, haal koffie, pak de fiets. Als het maar weinig aandacht vraagt.” Zelf is hij een muziekliefhebber en gaat hij voor een nieuwe periode van concentratie meestal wat muziek categoriseren op zijn computer. „Door steevast deze handeling te doen voordat ik begin aan een taak die concentratie vraagt, conditioneer ik mezelf.”
Een goede pauze
„Goede pauzes nemen” is misschien wel zijn belangrijkste advies. Het belang daarvan wordt volgens Van der Stigchel vaak onderschat. „Je kúnt niet verwachten dat je de hele werkdag geconcentreerd kunt werken. Dus: voel je dat je makkelijk wordt afgeleid? Bedenk dan iets wat je aandachtsbatterij oplaadt. Pak die fiets, ga even naar buiten. En nee, dat is geen spijbelen. Zet ook niet altijd die podcast aan, maar ga dagdromen. Dan gebeuren er interessante dingen.”
Lees ook: Studiepillen voor betere concentratie zijn ‘kwakzalverij’