‘Goede manager geeft millennials ruggensteun’
Leidinggeven aan millennials vergt een andere aanpak dan aan oudere generaties, zegt psycholoog Thijs Launspach.
Thijs Launspach (31) merkte dat veel leidinggevenden met de handen in het haar zitten. „Ze zien een generatie die hard werkt en ambitieus is, maar tegelijkertijd ook kwetsbaarder is voor stress en burn-outs”, zegt de psycholoog en schrijver. Regelmatig vroegen managers hem hoe ze eraan kunnen bijdragen dat millennials, geboren tussen 1980 en 2000, eerder aan de bel trekken. En hoe ze ervoor kunnen zorgen dat millennials hun werk leuk blijven vinden en niet na een half jaar plotseling besluiten geiten te gaan hoeden in Guatemala.
Launspach besloot het boek Werken met millennials te schrijven, dat dient als een soort ‘handleiding’ voor werkgevers en managers. Want hoewel stress vooral je eigen verantwoordelijkheid is, zegt hij, zijn er wel degelijk dingen die leidinggevenden en managers kunnen doen om ervoor te zorgen dat millennials niet opbranden.
Vooroordelen
Maar allereerst: wie zijn de millennials? Daar zijn nogal wat misverstanden over, zegt Launspach. „Er wordt gezegd dat ze lui zijn, voor negenen hun bed niet uitkomen of te weinig aankunnen, maar dat is onzin.” Wat hen over het algemeen wel kenmerkt, vervolgt hij, is dat ze ambitieus zijn. „Nog voor ze op de eerste werkdag hun jas hebben opgehangen, hebben ze al drie ideeën over hoe het anders kan. Daar kun je over mopperen, maar je kunt er ook je voordeel uithalen.”
Daarnaast, vervolgt Launspach, hebben millennials te horen gekregen dat ze kunnen bereiken wat ze willen, als ze maar hard genoeg hun best doen. „De verwachtingen die ze over zichzelf en over hoe hun eruit moet komen te zien, zijn hoog. Dat heeft ook te maken met Instagram en LinkedIn, waar ze zichzelf met tienduizenden anderen kunnen vergelijken. Dat bij elkaar kan problemen opleveren.”
Een handleiding dus, voor werkgevers die met millennials op de werkvloer te maken hebben. Niks moet, benadrukt hij meermaals, maar bepaalde principes zijn wel handig.
Stress herkennen
Allereerst, begint Launspach, is het belangrijk dat werkgevers naast voldoende uitdaging, ook genoeg veiligheid bieden. „Veiligheid is belangrijk, want millennials moeten weten dat hun leidinggevende achter hun staat.”
Ook een rolmodel op de werkvloer kan helpen. „Millennials moeten vaak nog leren wat werk is. Een rolmodel, iemand waar ze tegen opkijken, kan een realistisch beeld schetsen van werk en bijvoorbeeld laten zien wanneer je wél aan het werk bent en wanneer niet. 24 uur per dag aan staan is bijvoorbeeld niet zo handig en niet goed voor je gezondheid.”
Een andere tip: zorg dat je als leidinggevende signalen van stress en een naderende burn-out kan herkennen. „Stress manifesteert zich op veel verschillende manieren. Er zijn mensen die moeilijker kunnen slapen, moe zijn en geen energie meer hebben. Maar ook mensen die zich vaker zorgen maken, hoofdpijn en nekpijn krijgen of juist meer of minder gaan eten. Als manager is het belangrijk dat je dat in de gaten houdt en registreert als iemand die normaal gesproken heel gemotiveerd is opeens minder gemotiveerd is of anders reageert in een vergadering. Pik zoiets op en ga het gesprek aan. Wacht niet tot mensen ermee aankomen, want dan kan het te laat zijn.”
Geen expert
Komt er veel stress voor in je bedrijf, maak dan duidelijke verwachtingen wanneer iemand bereikbaar moet zijn, benadrukt Launspach. „Spreek bijvoorbeeld af dat een mail prima twee dagen kan wachten en dat wanneer er echt haast is, je moet bellen. En Whatsappen over zakelijke dingen moet je sowieso niet doen. Als je dat met elkaar afspreekt, heb je minder ‘technostress’.”
Ook belangrijk, zegt hij, is dat een moderne manager ook een beetje coacht. „Zit niet de hele dag met je neus in de Excelbestanden, maar maak af en toe ook een afspraak. Een jaarlijks functioneringsgesprek is niet genoeg. Loop daarnaast rond over de werkvloer en houd op een informele manier vinger aan de pols.”
En, zegt Launspach tot slot, draag uit dat millennials fouten mogen maken. „Ook al willen ze het misschien wel, maar ze hoeven nog niet overal een expert in te zijn.”