Wat zijn de voor- en nadelen van promoveren?
Elke maandag helpt Metro je carrière op weg met verhalen over de arbeidsmarkt. Vandaag: wat zijn de voor- en nadelen van promoveren?
Tijdens haar studie rechten aan de Universiteit van Tilburg kon Anne de Vries niet wachten om aan de slag te gaan in de praktijk. ,,Ik riep eigenlijk altijd dat ik het verschil wilde maken: mensen helpen", vertelt ze. Het liep anders dan ze had gedacht. Ze schreef haar scriptie over wie aansprakelijk is voor tussenpersonen, zoals reisbureaus of makelaars. Dat bleek een ingewikkelde kwestie en tijdens haar scriptie had ze niet genoeg tijd om het hele onderwerp uit te zoeken. Dus vroeg haar professor of ze verder wilde met het onderzoek tijdens een PhD. Omdat ze het onderwerp zo interessant vond, zei ze ja.
PhD staat voor het Latijnse woord philosophiæ doctor: ‘doctor in de filosofie’. Je haalt een PhD door promotieonderzoek te doen, een proefschrift te schrijven en dat proefschrift te verdedigen voor een commissie. Als je dat hebt gedaan, mag je je gepromoveerd noemen en de titel ‘doctor’ (dr.) voor je naam zetten.
Je kunt promoveren op veel verschillende vakgebieden: van rechten en geneeskunde tot Computer Science. Als je promoveert ben je vier tot vijf jaar bezig met een onderzoek. Daarnaast geef je meestal één dag per week les aan de universiteit. Het is een voltijdbaan, waarvoor je ook salaris krijgt. Voor de meeste promovendi is het startsalaris 2.300 euro bruto per maand. Medici krijgen meer: voor een arts-onderzoeker is het startsalaris 2.900 euro.
Expert
Je solliciteert bij een universiteit of een universitair medisch centrum. Meestal werk je mee aan het onderzoek van een professor, soms mag je met je eigen idee aan de slag. Dat laatste doet taalwetenschapper Marten van der Meulen. Voor hem was een PhD een logische keuze: hij vond onderzoek altijd al heel leuk. ,,Je wordt expert op een klein gebied en ontdekt dingen die nog niemand anders weet."
Voordat hij mocht beginnen aan zijn promotieonderzoek, schreef hij een voorstel en ging hij door een strenge selectieprocedure. Er zijn namelijk veel meer mensen die een PhD willen doen dan er plekken beschikbaar zijn. En de belangstelling voor een PhD neemt elk jaar toe, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 1990 promoveerden bijna 1.900 onderzoekers tegenover ruim 4.747 in 2017. Een kwart promoveert op het gebied van geneeskunde. Je hebt namelijk vaak een PhD nodig om je te specialiseren als arts. Dat geldt bijvoorbeeld voor Fanny Vuik. Zij onderzoekt maag- darm- en leverziekten (MDL) in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. ,,Ik wil MDL-arts worden en om hiervoor in opleiding te komen, moet je gepromoveerd zijn."
Een normale werkweek is moeilijk te omschrijven, vertelt ze. Het hangt ook af van de fase van je onderzoek. In het begin lees je veel en schrijf je protocollen. Pas als je protocol is goedgekeurd, mag je beginnen met je onderzoek. Vuik verzamelt vooral informatie over patiënten in de kliniek. Van der Meulen en De Vries verzamelen weer op andere manieren data, bijvoorbeeld met interviews en literatuurstudie.
Internationale congressen
Verder krijgen promovendi de kans om internationale congressen te bezoeken en experts te ontmoeten. ,,Je kunt eigenlijk heel veel doen en hebt veel vrijheid", zegt Van der Meulen. Het gaat erom dat je na vier tot vijf jaar je onderzoek kunt presenteren. Hoe je dat voor elkaar krijgt, bepaal je vooral zelf. ,,Je hebt motivatie en zelfdiscipline nodig. Een PhD is vooral zwaar, omdat het nooit af is. Elke vraag die je beantwoordt, roept weer tien nieuwe vragen op. Dat is verleidelijk voor een nieuwsgierige wetenschapper. Je moet de grote lijn vasthouden en je onderzoek niet te groot maken."
Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (2018) blijkt dat promovendi vaker dan gemiddeld psychische klachten hebben. Bijna een derde loopt het risico op een depressie en dat komt vooral door stress en een verstoorde werk-privébalans. Ondanks dat het zwaar is, leer je volgens de promovendi heel veel. ,,Timemanagement, onderzoeken, samenwerken, presenteren, lesgeven’, somt De Vries op. ,,En dat je met onderzoek écht iets kunt betekenen voor de praktijk. De zaken die ik onderzoek, gaan soms over miljoenenoplichting.’’
Wat gebeurt er als je klaar bent met promoveren? Voor Vuik is het simpel: zij wil de opleiding tot MDL-arts volgen. De Vries wil het liefst werken als jurist en haar kennis in de praktijk brengen. Ze is een uitzondering: de meeste gepromoveerden willen het liefst verder de wetenschap in. Dat blijkt lastig: slechts 30 procent vindt een baan aan de universiteit. Maar van werkloosheid onder promovendi is nauwelijks sprake, blijkt uit recent onderzoek van het Rathenau Instituut (2018). In het bedrijfsleven is namelijk veel vraag naar onderzoekers. De overige 70 procent kan daar bijna meteen aan de slag.