Vrouwen worden steeds vaker economisch zelfstandig
De tijd dat de vrouw alleen achter het aanrecht stond, is al eventjes passé en met het einde van de economische crisis heeft de emancipatie van vrouwen een opmars gemaakt. Ze gaan steeds meer werken en zijn gemiddeld hoger opgeleid dan mannen. Ook worden vrouwen steeds vaker economisch zelfstandig, meldt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) dinsdag. Een goede zaak, maar volgens het SCP zijn we er nog niet.
Volgens de Emancipatiemonitor zijn vrouwen gemiddeld 28 uur meer gaan werken dan in 2015. Het percentage hoogopgeleide vrouwen dat in 2017 haar eigen economische broek op wist te houden, was dan ook ruim zestig procent; een stijging van vier procent ten opzichte van 2015.
Te veel ingeburgerd
In het Nederlandse emancipatiebeleid staat het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen al een tijd hoog op het wensenlijstje. Vrouwen zouden, net als mannen, met betaald werk genoeg moeten verdienen om van te kunnen leven. Ook als ze een goed verdienende partner hebben. Maar zo eenvoudig ligt dat niet, zegt socioloog en feministe Justine van de Beek. „Het is inderdaad zo dat vrouwen meer gaan werken en dat de cijfers stijgen, maar het is in verhouding nog steeds weinig. De traditionele rolverdelingen zijn nog te veel ingeburgerd.”
In veel gevallen hebben mannen nog altijd een hogere functie, waardoor ze meer geld verdienen. „Het is dan niet heel vreemd dat de vrouw in die situatie deeltijd werkt en meer thuis is; dat is de lucratieve oplossing, vooral als er kinderen in het spel zijn. Maar daardoor kom je vast te zitten in de traditionele rolverdeling die er eigenlijk achter zit.”
Vrouw hoger opgeleid
Onderzoekster en schrijfster van de Emancipatiemonitor Wil Portegijs van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) is het met Van de Beek eens. „Dat vrouwen vaak minder werken, wordt vaak verklaard door de financiële afweging”, zegt Portegijs. „Vrouwen hadden vroeger vaak minder diploma’s dan mannen, dus werkt de man meer. Maar dat zou dan nu niet meer moeten kloppen, want tegenwoordig is de vrouw in veel gevallen hoger opgeleid dan haar partner. Dan zou je inmiddels meer stellen moeten hebben waarbij de man deeltijd gaat werken en zijn vrouw voltijd, maar dat gebeurt dus niet. En dan zie je dus dat het niet alleen een financiële, sekseneutrale afweging is, maar dat opvattingen en verwachtingen ook een grote rol spelen.”
Een standaard die we eigenlijk al kennen vanuit het christendom, zegt politiek filosoof Gerard Drosterij. „Heel lang was de vrouw een soort eigendom van de man.” En dat is een standaard waar we nu niets meer mee kunnen, stelt Portegijs. „Een deel van de vrouwen verdient op dit moment zo weinig dat ze daar niet van kunnen leven. En dat wordt behoorlijk pijnlijk als een relatie stukloopt, dat komt vaker voor dan je denkt: namelijk bij meer dan twintig procent van de relaties. Bovendien is een voldoende eigen inkomen van niet te onderschatten betekenis voor de autonomie en weerbaarheid van vrouwen. Iets kunnen betalen voor jezelf of kinderen, zonder afhankelijk te zijn van een ander, betekent meer keuzevrijheid en onafhankelijkheid.”