Een op de vijf huishoudens komt moeilijk rond
Ongeveer anderhalf miljoen huishoudens in Nederland, zo’n 21 procent van het totaal, heeft een betalingsachterstand omdat zij hun vaste lasten niet kunnen betalen. Dit blijkt uit cijfers van het Nibud, dat onderzoek deed naar het bestedingspatroon van meer dan 2500 huishoudens.
In het rapport Financiële Problemen 2018 is tevens te lezen dat 38 procent van de ondervraagden moeite heeft met rondkomen. Bij 240.000 huishoudens maakt het Nibud zich zorgen. „De problemen zijn dusdanig groot, dat zij er zonder hulp niet uit komen,” aldus Nibud-directeur Arjan Vliegenthart.
https://twitter.com/Nibud/status/1072106503304347648
Vaste lasten
Het Nibud doet elke drie jaar onderzoek naar de financiële problematiek van huishoudens en vergeleek de gegevens van 2018 met die van andere jaren. Zorgverzekeraars worden het vaakst niet betaald door mensen met betalingsproblemen, daarna volgen de nota’s voor energie, huur en water. Deze rekeningen worden vaker niet voldaan dan in 2012 en 2015. De problemen zijn bij jongeren onder de 35, uitkeringsgerechtigden, alleenstaande ouders en hogere inkomensgroepen het grootst.
Vooral het niet betalen van schade of aansprakelijkheidsverzekeringen kan grote gevolgen hebben voor mensen die het financieel al niet ruim hebben. Deze groep loopt een nog groter risico om verder in de problemen te komen als er een beroep moet worden gedaan op de verzekeringen.
Er zou meer hulp moeten komen voor mensen die in de financiële zwaar weer zitten. Het is belangrijk dat er actie wordt ondernomen voor er zaken als elektriciteit worden afgesloten of er beslagleggingen op inkomsten of bezittingen worden gelegd, zo concludeert de budgetonderzoekers. Toch is het niet alleen maar slecht nieuws, het aantal huishoudens in de financiële moeilijkheden is wel aan het dalen. Dit betekent echter niet dat deze groep aan zijn lot zou moeten worden overgelaten.
Aan de bel trekken
Ondanks de licht positieve trend blijft het Nibud hameren op ‘vroegsignalering’. Het instituut concludeert dat veel mensen de problemen te lang op z’n beloop laten en hun situatie onderschatten. Hierdoor komen zij ernstiger in de problemen dan wanneer ze tijdig een regeling zouden treffen of een budgetcoach zouden inschakelen. Ook zien zij hierin een taak voor de gemeentes. Vijftig procent van de groep met fikse achterstanden weet niet waar ze hulp kunnen krijgen.
Directeur Vliegenthart: „Geldproblemen zorgen voor zoveel stress binnen een huishouden dat we zo snel mogelijk moeten zien te voorkomen dat de problemen erger worden. Daarmee ondervangen we veel persoonlijke ellende, maar voorkomen we ook maatschappelijke kosten. En nu we zien dat mensen niet weten waar ze om hulp kunnen vragen, moet de hulp naar de mensen toe komen. Het is belangrijk dat meerdere partijen met een signalerende functie samen gaan werken."
Het aantal mensen dat moeite heeft met de eindjes aan elkaar knopen is in de afgelopen zes jaar van 45 procent gedaald naar 38 procent. In 2015 gaf ongeveer de helft van de ondervraagden aan wel eens rood te staan, in 2018 is dit aantal gedaald naar 39 procent. Ook het aantal huishoudens met een openstaande lening daalde in deze periode van 47 naar 37 procent.