Amarins de Boer
Amarins de Boer Geld & Carrière 7 jun 2018
Leestijd: 5 minuten

Stakingen in onderwijs gaan door, is dat terecht?

De protesten en stakingen van basisschoolleerkrachten hebben hun vruchten afgeworpen: onderhandelaars van werkgevers en werknemers hebben een overeenkomst bereikt. Basisschoolleerkrachten krijgen volgens de PO-raad een ‘flink hoger salaris’ en in het najaar een bonus van 750 euro. Toch gaan de stakingen door. Is dat terecht?

Het basisonderwijs in Nederland kampt voornamelijk met twee pijnpunten: de werkdruk en een tekort aan salaris. Of moeten we ‘kampten’ zeggen? Onder druk van de stakingen van leerkrachten en vakbonden heeft het kabinet 270 miljoen euro beloofd om de salarissen van leraren in ieder geval mee op te hogen.

Praktisch gezien houdt de salarisverhoging in dat alle docenten in het basisonderwijs vanaf september 2,5 procent bovenop hun huidige loon krijgen. Daarnaast hebben ze in oktober recht op een eenmalige uitkering van 42 procent van het nieuwe salaris en een eenmalige uitkering van 750 euro, in beide gevallen wordt het precieze bedrag bepaald naar rato van aanstelling en aanstellingsduur. Bovendien gaat de laagste salarisschaal eruit, wat betekent dat er meer mogelijkheid is om te groeien. Toch zullen deze overwinningen niet genoeg zijn om het gat met het salaris van docenten in het voortgezet onderwijs te dichten.

‘Primair onderwijs is pittiger’

Simon Trommel (60) werkt al bijna veertig jaar in het onderwijs en kent de verschillen tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. „Ik heb eerst 15 jaar in het basisonderwijs gewerkt, toen 15 jaar in het voortgezet onderwijs en momenteel doe ik een mix van beide. Juist die afwisseling is zo leuk.”

Trommel ziet dat de werkdruk in het voortgezet onderwijs veel minder hoog is dan in het basisonderwijs. „In het voortgezet onderwijs geef ik één vak en dat is Economie. Het is overzichtelijk, je hebt te maken met klassen die op hetzelfde niveau zitten en ik moet gewoon lessen draaien.”

In het basisonderwijs is dat compleet anders, ziet hij. „Ik geef veel te veel vakken, de niveauverschillen tussen leerlingen onderling zijn groot en je hebt als leerkracht enorm veel administratie. Het is werkelijk een wereld van verschil.” Daarnaast is het werk in het basisonderwijs de afgelopen twintig jaar intensiever geworden, vindt hij. „De klassen zijn veel te groot. Dat was vroeger ook al het geval, maar toen was er sprake van rust en discipline in de klas.”

‘Twee weken staken’

Met Prinsjesdag in aantocht zijn alle pijlen gericht op het kabinet, omdat er nog eens 560 miljoen euro nodig is om zo de salariskloof met het voortgezet onderwijs te dichten. De estafettestakingen van de belangengroep PO in actie gaan daarom door. Zo staakt het onderwijspersoneel in Zuid-Holland en Zeeland op 12 september, vlak voor Prinsjesdag.

Trommel hoopt dat de vakbond PO in actie zich harder gaat opstellen, zodat de politiek gaat inzien dat de stakingen menens zijn. „Met een halve dag staken bereik je te weinig. Als het nieuwe schooljaar begint, moeten alle basisscholen gewoon twee weken dicht. Ouders moeten dan vrij nemen. De politiek zal dan wel anders piepen.”

Stakingen in Amsterdam Foto: ANP

Als het aan Thijs Roovers van PO in actie ligt, behoort zo’n langere staking zeker tot de opties. „De estafettestaking is bijna afgelopen en de loonkloof blijft.” Ondanks de kloof is hij blij met deze ‘nood-cao’. „Maar we zijn er nog niet”, benadrukt hij. „We hebben nog steeds te maken met een lerarentekort en een kloof met het voortgezet onderwijs. Dat lerarentekort is een gevolg van die kloof.”

Geld is niet het hoofdmotief

Want ondanks dat geld niet het hoofdmotief mag zijn om het primair onderwijs in te gaan, mag het volgens Roovers ook niet de reden zijn om juist niet voor het primair onderwijs te kiezen. „Wat ik nu zie is dat veel leerkrachten van tussen de dertig en veertig vertrekken naar het voortgezet onderwijs, omdat ze daar meer verdienen.”

Zelf werkt Roovers als leerkracht in Amsterdam. Regelmatig heeft hij te maken met onbevoegde collega’s, door een gebrek aan leerkrachten. „Dat wordt de komende jaren alleen maar erger. Over twee jaar komen we zesduizend leerkrachten tekort. Als je dat maal dertig leerlingen per klas doet, weet je hoeveel leerlingen over een paar jaar geen goed onderwijs krijgen.” De klassen zullen dan bestaan uit vijftig leerlingen, waarschuwt Roovers. „Er zullen dan nog veel meer leerkrachten stoppen in het onderwijs. En ja, dan heb ik het ook over mijzelf.”

Complex

Naast het verhogen van het salaris, is het verlagen van de werkdruk een van de veranderingen in de cao. Om dat voor elkaar te krijgen, komt er in eerste instantie, vanaf schooljaar 2020-2021, 237 miljoen euro vrij. Na twee jaar vindt er een evaluatie plaats en zo nodig wordt dit bedrag aangevuld tot een maximum van 430 miljoen euro.

Op dit gebied zijn er mooie stappen gemaakt, vindt Roovers. „Per school bepaal je zelf de werkdruk, dat gebeurt dus niet vanaf hogerhand, door bestuurders of vanuit het ministerie.” Dat is mooi, want scholen zijn ontzettend complex. „De populatie, de grootte, de wijk; dat zijn stuk voor stuk factoren die verschillen per school. We zijn heel trots dat we zelf mogen beslissen over de benodigde middelen: of dat nu extra gymleraren, extra computers, of extra airconditioningsystemen zijn.”

Die stap is er één om te vieren, maar Roovers vergeet zeker niet dat het lerarentekort en de hoge werkdruk hand in hand gaan. „We hebben meer leerkrachten nodig. Dus als iemand een ander, magisch idee heeft dan het bieden van een hoger salaris, dan ontvang ik dat idee met open armen.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Het beste van Metro in je inbox 🌐

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang tot drie keer per week een selectie van onze mooiste verhalen.