Minister Slob wil meer waardering voor het vmbo
Het in onterecht dat het vmbo een slecht imago heeft. Dat zegt de onderwijsminister Arie Slob. Hij vindt dat ouders moeten stoppen met hun pogingen om kinderen koste wat kost op de havo te krijgen.
Slob zegt in een interview met het AD dat het vmbo niet langer gezien moet worden als ‘niet goed genoeg’. Ook omdat vmbo’ers hard nodig zijn. „Onze samenleving schreeuwt om jongeren die praktisch gevormd een plekje in de samenleving kunnen innemen. En de roep om praktisch geschoolde mensen wordt alleen maar groter.’’ De vraag is vooral groot in de techniek, de zorg en het onderwijs.
Stress
Daarnaast leidt de druk om beter te presteren tot veel stress. „Als een kind op school op een niveau zit waarbij er voortdurend een enorme druk op zit, zo van ‘Het is veel te moeilijk, ik kan het eigenlijk niet, maar ja, mijn ouders…’, daar kan een kind echt onder bezwijken."
Het aantal leerlingen op vmbo’s daalt verder. Slob signaleert een trend; hoger opgeleide ouders stellen alles in het werk om hun kind ook op een hoog schoolniveau te krijgen. Hij snapt wel dat een advocaat graag wil dat zijn zoon ook rechten gaat studeren. „Maar je moet niet je eigen idealen opleggen op een manier dat het verstikkend gaat werken."
Geen bezigheidstherapie
Slob wil tussen de oren van ouders krijgen dat het vmbo geen schoolplek is waarvoor ze zich moeten schamen. De helft van alle tieners gaat naar deze schoolvorm. Zelf heeft Slob ook twee kinderen die op het vmbo hebben gezeten. „Het is geen bezigheidstherapie wat ze daar aan het doen zijn."