Steeds meer langdurige armoede in Nederland
Er is steeds meer sprake van langdurige armoede in Nederland, blijkt uit cijfers van het CBS. In 2016 is het aantal huishoudens dat leeft in langdurige armoede verder toegenomen naar zo’n 224.000 huishoudens, 15.000 meer dan in 2015.
117.000 kinderen
Langdurige armoede wil zeggen dat de huishoudens al vier jaar of langer een inkomen onder de zogeheten lage-inkomensgrens (1030 euro voor een alleenstaande, 1370 euro voor een alleenstaande ouder met één kind en 1940 euro voor een koppel met twee kinderen) leeft. In Nederland ging dat in 2016 om zo’n 3,3 procent van de huishoudens. Daarbij worden 117.000 kinderen getroffen, waarbij voor 60 procent van de kinderen geldt dat één of beide ouders in de bijstand zitten. Een kwart daarvan heeft wél gewoon betaald werk als inkomstenbron.
Het aantal huishoudens dat kort of lang in armoede leeft, bleef in 2016 stabiel. Het Centraal Planbureau verwacht dat in 2017 en 2018 de totale armoede in Nederland licht daalt, omdat het weer beter gaat met de economie.
Groningen verrassende ‘winnaar’
De stad waar de meeste armoede voorkomt is Groningen. Daar zit het hoogste percentage huishoudens dat langdurig onder de lange-inkomensgrens zit: 7,4 procent van de inwoners. Rotterdam en Amsterdam zijn tweede en derde op de lijst en voor een beetje rijkdom kun je het beste naar Rozendaal, Alphen-Chaam en Scherpenzeel. Daar zit maximaal 0,8 procent van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens.
Wie het goed doen? De 65-plussers. Onder die groep komt langdurige armoede het minst voor. Dat komt doordat de AOW meer is dan het bedrag van de lage-inkomensgrens. Ook telt mee dat veel 65-plussers naast een AOW-uitkering ook vaak een aanvullend pensioen en vaker een eigen vermogen hebben.