‘Het vmbo wordt ondergewaardeerd’
Het aantal leerlingen op het vmbo is opnieuw enorm afgenomen. In de derde klas van het vmbo zitten ruim 2000 leerlingen minder dan vorig jaar. De oorzaak: ouders zien hun zoon of dochter liever naar de havo of het vwo gaan, zo blijkt uit onderzoek van het AD. Het aantal kinderen in een havo of vwo-klas is juist gestegen.
Het ministerie van Onderwijs stelt 100 miljoen euro ter beschikking om de technische richting van het vmbo te verbeteren. Want juist aan goede vakmensen heeft Nederland behoefte.
Minder leerlingen op het vmbo: ouders zien hun kinderen het liefst naar havo of vwo gaanhttps://t.co/PKrMXSoOyl
— AD.nl (@ADnl) January 11, 2018
Ondergewaardeerd
Paul Rosenmöller, voorzitter van sectororganisatie VO-raad, beaamt tegenover het AD dat er een grote vraag naar beroepskrachten is op de arbeidsmarkt. „Er is druk vanuit de maatschappij om een hoger, vaak theoretisch schoolniveau te halen. Praktisch talent wordt in onze samenleving ondergewaardeerd. We moeten af van het idee dat het één beter is dan het ander.”
Dat terwijl meerdere mensen na het vmbo zeer goed terechtkomen. Annelisa van Beek (26) uit Veenendaal volgde een vmbo-opleiding en richtte haar eigen videoproductiebedrijf op. Daar verdient zij nu haar geld mee. Ook Dave Bode (20) uit Benschop begon op het vmbo en werkt sinds een half jaar fulltime in zijn eigen bedrijf in de evenementenbranche. „Wij zij voornamelijk technisch leverancier voor diverse producten”, zegt hij tegen Metro. Onze kracht is dat we meedenken met de klanten en voor ieder budget een mooi totaalplaatje kunnen realiseren.” Hij denkt dat zijn vmbo-diploma aan zijn succes heeft bijgedragen. „Op school werd je een stukje discipline aangeleerd en klaargestoomd voor het echte werk.”
Onderschat
Volgens Joy van Wingaarden (27) uit Almere, is er niks mis met het vmbo. „Als dit het beste bij een kind past, dan is dat alleen maar goed. Een kind op het havo of vwo plaatsen terwijl hij of zij dat eigenlijk niet aankan, is zonde en frustrerend voor het kind.” Van Wingaarden begon op het vmbo-kbl en behaalde uiteindelijk haar mbo-diploma tot onderwijsassistent. „Praktijkmensen zijn heel belangrijk en worden veel te vaak onderschat”, aldus van Wingaarden.
Van Beek is van mening dat het vmbo en mbo haar hebben gebracht waar ze nu is. „Ik heb meer levenservaring dan iemand die net van de havo komt.” Eerder al werd er door de VO-raad en MBO Raad gewaarschuwd voor een leegloop op de vakopleidingen. Toch is het tot nu toe niet gelukt deze leegloop terug te dringen.