Maarten van Rossem fileert scheldende minister Dennis Wiersma: ‘Niet helemaal goed snik’
Vorige maand kwam wéér een geval van grensoverschrijdend gedrag naar buiten: onderwijsminister Dennis Wiersma zou regelmatig flink uit zijn slof schieten tegen zijn medewerkers. Uit een recent NRC-artikel, waarvoor oud-medewerkers uit de school klapten, blijkt hoe ernstig de misdragingen zijn geweest. Historicus en Metro-panellid Maarten van Rossem bespreekt de minister en zijn scheldtirades in de nieuwste aflevering van zijn podcast.
Uit het vernietigende NRC-stuk komt naar voren dat de woedeaanvallen van Wiersma geen incidenten zijn, maar een patroon. Hij zou niet „soms te fel zijn” (zoals hij zelf zei), maar elke dag over grenzen heengaan. Zijn autoritaire en driftige manier van leidinggeven zou al zeker vijf jaar leiden tot het vertrek van medewerkers en tot gesprekken met hem over zijn gedrag. De details zijn schrijnend: zo zou een fractiemedewerkster regelmatig huilend op de gang of bij de wc zijn gespot. „Een standaardweek was dat er elke dag wel een keer tegen je geschreeuwd werd”, blikt een oud-medewerker terug.
Daarnaast zou Wiersma geobsedeerd zijn door zijn imago. De staatssecretaris wil naar verluidt elke dag een tekst, foto’s en een filmpje plaatsen op Instagram, LinkedIn en Twitter en zijn negentien (!) communicatiemedewerkers moeten zijn voortdurende exposure organiseren.
Maarten van Rossem in podcast over Dennis Wiersma
In Maarten van Rossem – De Podcast bespreken Van Rossem en Tom Jessen het artikel. „Dat loog er niet om, dat stuk”, vindt Van Rossem. Hij spreekt schande van het feit dat de partij (VVD) van Wiersma ervan wist. „Hij misdroeg zich als Kamerlid al structureel. Dan maken ze hem eerst staatssecretaris, waarbij de zaak zich opnieuw voordeed. En ik begrijp met grote regelmaat, soms dagelijks. Vervolgens wordt hij ook nog godbetert minister. Je zou toch zeggen dat je iemand die zo disfunctioneel opereert niet op een dergelijke gevoelige post moet zetten?”
Het artikel in de krant staat ook stil bij het feit dat sommige mensen de berichten over Wiersma’s temperament aanvankelijk afdeden als ‘gezeur’. Een kwalijke zaak, volgens Van Rossem. „Hij heeft nu toch wel zijn excuses aangeboden, maar er wordt ook de suggestie gewekt dat het luie ambtenaren zijn die niks doen en eindelijk eens een beetje mosterd in hun reet krijgen. Dat is natuurlijk toch vrij vervelend voor de betrokkenen, dat je verantwoordelijk wordt gesteld voor de uitbarstingen van Wiersma.”
Van Rossem vraagt zich of er nog een toekomst voor Wiersma in Den Haag is. „Dan kun je zeggen dat hij nu moet zeggen dat het nooit meer gebeurt. Maar als het zich voortdurend in nieuwe situaties structureel herhaalt, moet je je afvragen of hij wel geschikt is voor een dergelijke functie. Je zult maar dagelijks toegeschreeuwd worden door iemand die niet helemaal goed snik is. Het is kennelijk een soort karakterfout, waarschijnlijk ook bij gebrek aan beheersing van de situatie. Dat hij zich onzeker voelt.”
‘Wel een vervelend gebrek voor een talent’
De historicus tast in het duister waarom de partij Wiersma heeft voorgedragen ondanks alle negatieve verhalen, maar gokt dat het feit dat hij een politiek talent is zwaar woog. „Hij kon hartstochtelijk praten over interessante onderwerpen. Maar dat is wel een vervelend gebrek voor een talent. Dan zal iedereen zeggen: Rutte heeft er ook last van. Maar bij mijn weten toch aanzienlijk minder structureel dan bij Wiersma.”
Volgens Van Rossem zijn er geen excuses voor de misdragingen. Jessen wijst erop dat Wiersma, zoon van een snackbarhouder en een stapelaar, zich via de mavo omhoog heeft weten te werken naar de universiteit. „Dat vind ik fantastisch. Ik zou het zelf ongetwijfeld niet opgebracht hebben, daar ben ik veel te lui voor. Maar dat is natuurlijk op geen enkele wijze een excuus voor zijn zeer ernstige disfunctionele gedrag.” Wiersma zegt zelf onzeker te zijn geweest als minister, maar ook dat vindt Van Rossem ‘kletskoek’. „De situatie had zich al veel eerder voorgedaan. Zijn fractiemedewerker in de Tweede Kamer werd regelmatig wenend op de gang aangetroffen en is uiteindelijk verdwenen.”
Tot slot zegt Van Rossem nog iets over het obsessieve social media-gedrag van de omstreden minister. „Ik vind het nogal overdreven. Hij kan zijn tijd toch wel beter gebruiken dan dat, zeker als je minister bent op een groot en gevoelig dossier. Per slot van rekening is het Nederlandse onderwijs in alle opzichten een rampgebied, waar we echt iets aan moeten doen. Dat hebben we natuurlijk langdurig verwaarloosd, het is langdurig in de greep geweest van allerlei wonderlijke ideologieën waardoor het onderwijs niet goed functioneert.”