Het Jaar van Joes Brauers: ‘Gabbers geven een knuffel, geen ram op je bek’
Joes Brauers speelde dit jaar de hoofdrol in de gabberfilm Hardcore Never Dies en won een Musical Award voor zijn rol in Dagboek van een Herdershond. 2023 mag met recht hét jaar van Joes Brauers worden genoemd.
Daarom komt de acteur aan het woord in Het Jaar Van, Metro‘s traditionele eindejaarsinterviews. In eerdere jaren spraken we onder meer met Roxane Knetemann, Astrid uit B&B Vol Liefde, Kees van der Spek en Mar Jan uit Ruinerwold. Morgen lees je op deze plaats het verhaal van zangeres Mell Jonk uit Volendam.
Het Jaar van Joes Brauers
Van Kruimeltje tot kapelaan, van Dik Trom, Jantje in Ciske de Rat en Lambert in Oorlogsgeheimen tot soldaten in het verre Oosten en het Midden-Oosten – de rijke carrière van de jonge Joes Brauers (24) is uiterst veelzijdig. Metro sprak met de acteur. „Ik speel vaak introverte, verlegen types die langzaam naar iets explosiefs toegroeien.”
We gaan eerst terug in de tijd. Naar 2010, het jaar waarin de toen 10-jarige Joes Brauers uit het Limburgse Bocholtz de tv-reeks Wie wordt Kruimeltje? won en daarmee de hoofdrol in de gelijknamige musical in de wacht sleepte. Toen hem werd gevraagd welke eigenschappen de hoofdpersoon uit de jeugdboeken van Chris van Abcoude dient te bezitten, luidde zijn onbevangen antwoord: „Ondeugend zijn.”
Joes Brauers wilde alles weten over Ciske de Rat
Als dondersteen had hij drie jaar daarvoor – Joes was 8, een kind nog – al volop kunnen oefenen. In de musical Ciske de Rat was hij pestkop Jantje Verkerk. Het was een jongensfantasie die uitkwam, vertelt Joes Brauers. „Ik was als jongetje volkomen gefascineerd door Ciske de Rat. Ik zag de film en werd betoverd. Ik kende Amsterdam helemaal niet, wij woonden in Bocholtz in Zuid-Limburg, vlak bij de Duitse grens. Dus dít was de gigantische stad? En dan dat Amsterdamse accent. Fascinerend. Wij spraken thuis in dialect met een zachte g.”
„Waarom ik zo werd geraakt, weet ik eigenlijk niet. Het is tenslotte een gruwelijk verhaal. Maar dat straatschoffie sprak me enorm aan: recht voor z’n raap, onbezonnen, heel anders dan het verlegene en bedeesde dat ik uit Limburg kende. En dat liedje Krijg toch allemaal de klere, wat betekende dat? Later kwam ik er achter waarom het me zo intens bezighield: dit was dus acteren. Ik zocht letterlijk alles op over Ciske de Rat en al zoekende kwam ik terecht op de site van Stage Entertainment dat de musical produceerde. Ik wilde, nee, ik móest daar bij zijn. Vervolgens meldden mijn ouders me aan voor de audities.”
Musical Award en gabberfilm
Nu, zestien jaar later, geldt Joes Brauers als een van de grootste acteurs van zijn generatie. Vorig jaar werd hij genomineerd voor een Gouden Kalf voor zijn rol in de film Do Not Hesitate (Metro sprak met hem over die Oscarinzending) – dit jaar won hij een Musical Award voor zijn vertolking van kapelaan Erik Odekerke in Dagboek van een Herdershond. Bovendien speelt hij de hoofdrol in de film Hardcore Never Dies over de Nederlandse gabberscene, die in november in première ging en volle bioscoopzalen trok.
Hij is geen acteur van het Grote Gebaar. Joes Brauers – petje, leren jack, spijkerbroek en hoge zwarte Dr. Martens schoenen – oogt als een jongeman van deze tijd. Hij formuleert bescheiden en bedachtzaam, nippend aan een glas gemberthee. Het liefst, vertelt hij, gaat hij anoniem door het leven. Een bestaan als Bekende Nederlander, die onuitroeibare kaste in het vaderlandse amusement, is het laatste dat hij ambieert.
‘Verkering? Ik was 11!’
Toen hij als 11-jarige in de musical Dik Trom speelde, noteerde een roddelblad – de levensader van menig BN’er – dat hij al verkering had. „Echt ongelooflijk”, verzucht hij. „Een jongetje van 11? Kom op zeg! De naam van het meisje met wie ik zogenaamd iets had, was ook nog eens verkeerd gespeld.” Wat hij maar wil zeggen: acteren is een beroep, zijn vak. Alle franje en opsmuk kan hem gestolen worden. „Ik werd na Kruimeltje soms wel herkend. Daar voelde ik me nooit echt prettig bij.”
Waar komt, en zo vroeg al, zijn onweerstaanbare drang om te acteren vandaan? Thuis, vertelt hij, vermaakte hij de visite op verjaardagen door in de verkleedkist te duiken en er „uit te komen als koning of rockgitarist”. Joes Brauers: „Ik deed ook graag mensen na. President Bush en Saddam Hoessein bijvoorbeeld, die waren veel op tv. Op de kleuterschool mocht ik me een keer als Sinterklaas verkleden, inclusief mijter en baard.”
Joes Brauers halsstarrig als Sint
„’Als Sinterklaas straks binnenkomt, moet jij zeggen: Nee, ík ben Sinterklaas’, zei de docente. Ik was zo fel dat ik het angstvalling lang volhield. Het was tenslotte mijn opdracht, hè? Op een bepaald moment zei de echte Sinterklaas: ‘Nou is het wel mooi geweest, ga maar even zitten…’ Dat spel van aandacht, van vrijheid ook, vond ik prachtig. Als kind denk je er niet over na, maar het zat klaarblijkelijk in me.”
Na Ciske de Rat, Kruimeltje en Dik Trom wilde hij ‘musicalster’ worden. Zijn ouders – moeder werkt in de ouderenzorg, vader Brauers is buschauffeur – steunden hem waar ze konden. „In Ciske zat ik in het groepje jongens Zuid A dat vooral in het zuiden speelde. Vanaf Kruimeltje was het wel vrijwel dagelijks met de auto naar Amsterdam; tweeënhalf uur heen, tweeënhalf terug. Vaak leerde ik op de achterbank een proefwerk of de musicalteksten.”
„Achteraf denk ik: hoe hebben ze dat gedaan? Ik heb ontzettend geluk gehad. Een kind met zo’n bijzondere hobby waaraan je nog geen enkel recht voor de toekomst kunt ontlenen. Want niemand wist of ik professioneel acteur zou worden. Mijn ouders waren zo meegaand en welwillend en zijn nog steeds zo gul en lief. Als ik echt met dilemma’s zit, bel ik hen vaak om even te sparren. ‘Ik voel dit, maar mijn hoofd zegt dat… Wat denken jullie?’
‘Ik had geen plan B’
Het liefst volgde hij een toneelopleiding in Amsterdam, de stad van Ciske. De hoofdstad als magneet voor jonge kunstenaars, de plek waar het allemaal gebeurt. Tot hij als 14-jarige met Bram van der Vlugt in de toneelversie van On Golden Pond speelde. Die vertelde hem dat ook Maastricht een uitstekende toneelacademie bezat. „Ik zocht het op: er kwamen heel toffe mensen vandaan. Dus vanaf het derde jaar op de middelbare school besloot ik dat het Maastricht zou worden.”
Natuurlijk, zegt hij, hadden zijn ouders ‘een gezonde aarzeling’ bij die keuze. Zijn moeder maakte zich zorgen, want er was geen plan B. Joes Brauers: „In het eerste jaar ging het moeizaam. Ik was 16, de andere studenten ouder. Ik merkte wel: als dit het nou niet is en ik word weggestuurd? Wat dan? Dan heb ik me vanaf mijn 8ste vergist en is mijn leven gewoon een leugen. Een heel existentieel gevoel voor een jongen op die leeftijd. Vanaf het moment dat ik die mogelijkheid accepteerde en stopte met tobben, viel de druk weg en voelde ik me weer vrij. Toen ben ik weer écht gaan spelen.”
Hij noemt zichzelf een ‘sandwichkind’ – zijn oudere broer was drummer en zat op het conservatorium, maar koos uiteindelijk voor het leger. Zijn jongere zus studeert rechten. Na de voltooiing van zijn opleiding ging het snel met Joes Brauers. Toneel, musical, film… De acteur zoekt nadrukkelijk de veelzijdigheid op.
Joes Brauers de pastoor
In een filmkomedie als All Stars en zonen of met Dagboek van een Herdershond, de spektakelmusical over het rijke roomse leven toen meneer pastoor zijn kudde gelovigen nog met vaste hand leidde. Tegen het decor van de mijnengeschiedenis van Limburg die tachtig keer in Maastricht werd opgevoerd. Een productie waar Joes Brauers zijn hart in legde – zijn beide grootvaders waren mijnwerkers. Lang hing de mijnwerkerslamp van zijn opa („hij had handen als kolenschoppen en eelt op zijn lijf en ziel”) in zijn kamer.
„Musical”, zegt hij, „is een weg die ik ook wil bewandelen. De combinatie van zang, dans en spelen, het licht, de show… Maar het musicalleven vind ik lastiger. Ik dacht weleens tijdens het spelen: we doen dit nu voor de vijfde keer in drie dagen, komt dat de kwaliteit ten goede? Het grootse van Dagboek van een Herdershond was bijzonder. De fanfare die opkomt, de ontroering van het publiek.”
„Tegelijk kan musical er baat bij hebben het niet in grootte maar in diepte te zoeken. Je ziet nu dat musicals steeds groter en spectaculairder worden. Dat zit vooral in de logistiek – welke producent steekt het meest in verbluffende effecten? Maar het spektakel moet het vakmanschap niet overschreeuwen. Ook twee mensen kunnen prachtig zingen en iets waarachtigs overbrengen.”
‘Ze moeten niet horen dat ik uit Limburg kom’
Inmiddels woont hij in Amsterdam met zijn vriendin, die ook acteert en haar wortels in Limburg heeft. „Het is fijn dat we beiden in hetzelfde vakgebied werken en we de mooie dingen en absurditeit daarvan kunnen delen.” Was het voor de geboren en getogen Zuid-Limburger geen grote overgang, van het Limburgse bronsgroen eikenhout naar de 24-uurs hectiek van de metropool? „Ten tijde van Kruimeltje hield ik mezelf voor: ze moeten niet horen dat ik uit Limburg kom. Dan maak ik geen kans tussen die directe Hollanders. Als ik mensen op een terrasje in Amsterdam Limburgs hoorde praten dacht ik: ‘O, wat gênant, die mensen spreken Limburgs in Holland’. Iedereen denkt vast dat ze heel suf of verlegen zijn.”
„Als ik uit Zuid-Limburg met de trein naar het westen reisde, sprak ik vanaf Den Bosch Algemeen Beschaafd Nederlands als ik mijn ouders belde. Bang dat medereizigers zouden denken: wat is dat voor iemand… Als Limburger zag ik mezelf misschien op beperkte wijze gerepresenteerd. Ik hoorde niemand op tv met een zachte g spreken. Of het was Geert Wilders of een burenruzie in Kerkrade in het genre van Man Bijt Hond. En bij Idols had je altijd wel die ene veel te zachtaardige Limburger die dan iets heel sufs zei en werd uitgelachen en dan ook nog niet kon zingen. Dus ik voelde: mij niet gezien!”
Nieuwtje: je ziet Joes Brauers héél snel in De Slimste Mens.
https://www.instagram.com/p/C0b6_NwIuXY/
Joes Brauers is nu trots
Nu is hij naar eigen zeggen heel trots op zijn zachte dialect. „Als ik in Amsterdam Limburgers tegenkom, zeg ik soms: ‘Kinse ooch plat kalle?’ – kun je ook plat praten? In Limburg ben je verwijderd van alles, maar je wilt altijd terug. Ik peins nu over een manier om mijn beroep zo vorm geven dat ik niet fulltime in Amsterdam hoef te zijn. Ik woon nu in Amsterdam-Noord, dat is al veel rustiger, ik kom nauwelijks in de binnenstad.”
„Heel vaak verlang ik naar mijn geboortestreek. Bocholtz is een lief en fijn dorp. De natuur, de plooiing van het landschap… Ik kan er uren dralen. In Amsterdam is de mens heftig – in Limburg is dat de natuur. Het water dat wegstroomt, een stervende ree die zich terugtrekt in het bos, de heftige discipline van een monnikenklooster waarvan een enorme energie uitgaat. Die atmosfeer raakt aan een diepere kern van wie ik ben. In Amsterdam moet ik aan het oppervlak opereren: ik kom daar als mens niet volledig tot wasdom.”
‘Met film voel ik de meeste vrijheid’
Film komt nu het meeste op zijn pad. In dat genre kan hij zich het meest ontwikkelen en voelt de acteur de meeste vrijheid? Joes Brauers: „Zeker, ik zeg ook nee tegen dingen. Juist daardoor kan ik mijn persoonlijkheid en vakmanschap ontdekken. Als je tegen alles ‘ja’ zegt, word je een speelboer.”
Momenteel is hij te zien als Michael in Hardcore Never Dies van regisseur Jim Taihuttu, die hem al eerder regisseerde in De Oost. De film vertelt het verhaal van twee broers tegen de achtergrond van de (Rotterdamse) gabberscene midden jaren negentig. Michael droomt ervan naar het conservatorium te gaan en pianist op een cruiseschip te worden. Zijn broer Danny is met ruzie uit huis gegaan. Hij verleidt Michael om hem te helpen met wat duistere zaakjes. „Het is eigenlijk een sociaal drama en tegelijk een coming of age-film.”
Joes Brauers: „Ik heb de gabberscene zelf niet meegemaakt. Ik kende de cultuur later uit satire en vooroordelen. Muziek als Daar komt gabbertje en Hakkûhbar. En van mensen die tijdens Carnaval in Aussies-trainingspak rondliepen. Maar de cultuur is vandaag de dag nog springlevend. We hadden figuranten die ook écht gabbers waren.”
Leren hakken
Omdat zijn filmpersonage piano speelt, nam hij klassiek pianoles om componisten als Beethoven en Grieg basaal te kunnen verklanken. Ook moest hij Rotterdams aanleren, shag kunnen rollen, oefenen met tomaten plukken (zijn bijbaantje in de film) en niet in de laatste plaats kunnen ‘hakken’, de typerende en uiterst energieke dansvorm die de gabbergemeenschap bindt. En, vanzelfsprekend, diende hij de pure gabbersfeer te proeven.
Met Jim Deddes, die in Hardcore Never Dies de rol van zijn broer Danny speelt, bezocht hij onder meer de kolossale danceparty Thunderdome, het walhalla van hardcore techno en gabbermuziek in de Jaarbeurs Utrecht. „Daar komen 70.000 mensen, ik heb m’n ogen uitgekeken. Je kunt er de Aussie-trainingspakken kopen, je hoofd laten kaalscheren, een gabbertattoo laten zetten… Zoveel mensen samen op een muziekdreun die bijna iets ritueels heeft.”
„Dat hakken was een opgave, hoor. We kregen les van Julia, een ‘gabberin’, die ons de kneepjes van de vroegere gabberstijl bijbracht. ‘Eerst je hak neerzetten, je benen zijn nog te los’, kreeg ik geregeld toegevoegd. Ik ontdekte dat de gabber-community zacht en lief is, een sfeer die schril afsteekt tegen de keiharde beat. Ik voelde een grote openheid, waarbij ik welkom was.”
Geen ram op je bek, maar een knuffel
„Als je in de stad tegen iemand aanloopt, word je meteen op je bek geslagen. Bij gabbers krijg je een knuffel. Ze zijn blij, vrolijk en vol liefde. Het is zo ontroerend hoe zij voor elkaar in de bres springen. Bovendien waren ze enorm betrokken bij de film. Ik zag op de filmset mensen die in de jaren 90 gabber waren en dat nog steeds zijn. Die hadden hun zoon of dochter bij zich. Daar stonden ze met hun kaalgeschoren koppen samen te hakken. Zó tof.”
Of er een lijn in zijn (film)rollen zit? Joes Brauers: „Het zijn dikwijls introverte, verlegen types die langzaam naar iets heel explosiefs toegroeien. Ze wankelen, balanceren op het randje en dreigen van hun geloof te vallen, om over te gaan naar nieuwe fase. Dat gevoel herken ik wel, het zit wel ergens in mij. Je voelt iets, er broeit iets, maar je weet niet precies wat. Ik ben daar gevoelig voor.”
„De invloed van mijn Limburgse afkomst is groot en wellicht ook in de rollen die ik kies. Hoe dat zich uit? De Limburgse identiteit of inborst is voor mij gekoppeld aan hoe je je moet uiten, aan een historisch bepaalde zachtheid en misschien zelfs nederigheid. Ik heb heel weinig de slechterik gespeeld. Mijn personages zijn in de regel geen helden. Een tikje de underdog en antiheld.”
Joes Brauers in 2024
Voor het nieuwe jaar is Joes Brauers alweer vastgelegd voor twee filmprojecten, waar hij nog niks over mag zeggen. „Behalve dat ik er zo gelukkig mee ben door de thema’s: de een over kunstenaarschap, vriendschap, geloof, identiteit en vrijheid – de andere film over jeugd, isolement, vertrouwen en opportunisme. Het klinkt nu nog vagelijk en globaal, maar ik ben al bezig met heel concreet en fascinerend vooronderzoek.”
„Ik schrijf bij vlagen en met heel veel plezier gedichten of gedachten op en had een aantal jaar geleden de ambitie die ooit uit te brengen. Dat is de laatste jaren veranderd. De laatste tijd houd ik me liever bezig met visuele plannen en koester ik ideeën om eigen theater- en filmprojecten te maken. Maar alles op de lange termijn. En met als scheppingsvoorwaarde luwte en duizend uur oefening.”
Hardcore Never Dies: vaak donkere tijd, maar ook zin om even helemaal naar de tering te gaan
Angela Schijf flikt het nog steeds in Maastricht, maar nu in musical Dagboek van een Herdershond
Angela Schijf flikt het nog steeds in Maastricht, maar nu in musical Dagboek van een Herdershond