De Mol is weer muzikant: Rob Dekay stelt zich nog eens voor op nieuw album
‘Mol’ en muzikant Rob Dekay brengt vandaag zijn tweede album Aangenaam uit. Hij doet een belofte: „Als iedereen hem koopt, dan zal ik elke dag eten bestellen.”
Baard, tattoos, eeuwige hoed: zo leerden miljoenen Rob Dekay (33) dit jaar kennen als de sluwe Mol in Wie Is De Mol? Zijn flinke schare fans kende hem al lang: als de muzikant uiteraard. En misschien van zijn filmmuziek voor Kruimeltje en de strijd om de goudmijn (januari dit jaar) en Weg Van Jou (2017) en het voorprogramma van Guus Meeuwis’ Groots met een zachte G 2019.
Aangenaam fijn, eigenzinnig
Na vier jaar is vandaag Dekays tweede album verschenen, bij het label van Guus Meeuwis, Modestus Records. Aangenaam is een fijne en eigenzinnige verzameling Nederlandstalige uptempo popnummers en ballads, met een flinke vleug country en folk.
Het Stopt Nooit van Aangenaam verscheen al eerder als single. Hier een live-versie.
Een treffen met Metro in zijn geboorte- en woonplaats Deventer werd door de jongste coronamaatregelen – beperk de reisbewegingen – maar omgezet in een phoner. Op de Whatsapp-vraag of Dekay er klaar voor zit, reageert de singer-songwriter met ‘hey, ready!’ en een gifje van een jongetje met cowboyhoed die op zijn laarzen een soepel rondje draait en een ‘hi man’-beweging maakt. Vervolgens neemt Rob op met ‘hey, met Frank’.
Aangenaam!, in deze weer vreemde tijden.
Rob Dekay: „Nou, wederzijds. Tja, er blijkt een pandemie te zijn hè? Ik heb weinig overgehouden dit jaar moet ik zeggen. Tachtig geplande concerten werden er tien coronaproof, een behoorlijke slag. Maar goed, we zitten er met z’n allen in.”
Rob Dekay is graag positief
Toen je in Wie Is De Mol? bekendmaakte De Mol te zijn, ging een dag later het land plat. Nu breng je je langverwachte album uit en zitten we bijna in hetzelfde schuitje…
„Het klinkt wat asociaal om het om mij te laten draaien, maar in mijn beleving voelt het wel zo, ja. De uitzending van De Mol kon nog nét gedraaid worden en drie dagen na het aankondigen van de volgende lockdown is die plaat er… Maar nee, gekheid natuurlijk. Ik heb wel een heel bijzonder Wie Is De Mol?-seizoen gehad. We zaten in China waar het virus vandaan kwam. Terwijl het seizoen vorderde, rolde het virus over de wereld uit. De live-uitzending was bijna het laatste normale, wat overigens heel veel kijkers opleverde. Je hoort het al, ik probeer overal iets positiefs uit te halen.”
Maar De Mol is weer muzikant?
„De muzikant werd ook even De Mol. Die twee kon ik goed combineren, maar ik ben natuurlijk wel altijd muzikant gebleven.”
Overal iets positiefs uithalen, zeg je. Wilde je dat met het nogal opbeurende Aangenaam ook bereiken?
„Opbeurend neem ik als een compliment. Een beetje hoop is goed voor een mens. Als alles om je heen omvalt, is het fijn als er iemand is die tegen je zegt dat we het allemaal weer rechtop gaan zetten.”
Heeft deze coronatijd daarmee te maken, of ben je altijd een man met opbeurende teksten geweest?
„Zo ben ik gewoon. Ik moest de plaat de afgelopen maanden nog finetunen, maar de meeste creaties op Aangenaam zijn pre-pandemie.”
Rob Dekay kon als Mol zichzelf niet zijn
In een begeleidende tekst bij het album zeg je dat je je graag opnieuw wil voorstellen. Waarom is dat?
„Ik heb al heel lang een grote liefhebbersgroep die mij volgt, die mij bezoekt, beluistert en muziek van me koopt. Maar door Wie Is De Mol? zijn daar enorm veel mensen bij gekomen. In de functie van De Mol kun je niet helemaal jezelf zijn, dus ik dacht ‘laat ik netjes zijn en me opnieuw even voorstellen’.”
Niet normaal eigenlijk hè, wat zo’n programma teweegbrengt.
„Het is zo ongelooflijk groot, miljoenen mensen kijken. Daardoor ben ik voor zoveel mensen nieuw, terwijl ik al vier jaar muziek maak. Als je op een verjaardag komt en je kent de hele kring op twee mensen na, dan stel je je toch ook netjes voor? Zo ben ik in elk geval.”
Een gast die alles zelf had gemaakt
Bij je eerste album in 2016 deed je werkelijk alles zelf, nu werkte je samen met namen Daniël Lohues, Ilse DeLange, Guus Meeuwis en Diggy Dex. Wilde je dat vier jaar geleden absoluut niet?
„Absoluut niet is het niet helemaal, maar ik voelde toen wel heel erg de drive om het zelf te doen. Zowel teksten schrijven, muziek schrijven als productie. Toen had ik uiteindelijk een plaat in mijn handen waar niet een foto van mij op stond als degene die liedjes van anderen in de mailbox kreeg en heeft ingezongen. Nee, daar stond een gast die alles zelf had gemaakt. Ik wilde voorkomen dat mensen me als een zanger zouden zien, terwijl ik mezelf een maker vind. Dat moest ik een keer gedaan hebben. Vóór die plaat had ik al wel veel met anderen samengewerkt. De namen die nu meedoen, met ook nog Gerson Main en Bertolf, zijn mooi. Als we samen een zaalvoetbalploeg zouden vormen, dan hadden we een te gek team.”
Dan volgt er vanuit het niets een flinke hoest.
Zo, die kwam uit het niets.
„Nou, nou… het is al een half jaar in Nederland toch?”
Wat slecht dit, haha…
„Ach, soms heb ik iets al gezegd voordat ik het op een weegschaal leg.”
Geef Het Door, een nummer dat hij maakte met Diggy Dex:
Je teksten zijn bijzonder. Je luisterde vroeger altijd naar teksten van Nederlandstalige rappers hè?
„Dat was zeker het geval. Het is mijn introductie van de Nederlandse taal in de muziek geweest.”
Vind je dat mooi, spelen met taal?
„Ja, als het maar wel z’n functie heeft. Ik wil altijd iets maken wat de Spinvis-fan kan waarderen, maar wat ook de Frans Bauer-fan kan waarderen. Ik probeer daar een mooie middenweg in te creëren. Een tekst moet makkelijk te verteren zijn, maar ook ruimte hebben voor interpretatie. Dat vind ik tof en heb ik geleerd uit die rap- en hiphoptijd. Toen wist ik echt niet wie Toon Hermans bijvoorbeeld was. Zal ook een leeftijddingetje zijn. In mijn tijd ontdekte je dat niet op Spotify. Je had één klasgenoot met de nieuwste cd van Nederlandstalige hiphop en die ging je dan kopiëren en van een ander kreeg ik The Offspring of Nirvana. Of je het nou tof vond of niet, je had maar vier cd’s. Dat ging je dan maar leren luisteren.”
Uitkijken naar live-optredens
Nu is Aangenaam uit en als artiest wil je het dan ook live kunnen spelen. Vind je het moeilijk dat dat nu niet kan?
„Ja. Ik kan er een mooi verhaal van maken, maar ik vind het zwaar kut. Tuurlijk, ik speel heel graag. Samen met mijn bandleden waarmee ik vanaf het eerste moment optreed, zie ik mezelf echt als een live-artiest. Mensen die naar mijn liedjes luisteren merken dat het bij een concert next level gaat, dat wil ik heel graag weer laten zien. Dat ik moet wachten tot 2021 geeft een beetje een dramagevoel. Radio en tv gaat wel door, maar wat muziek mooi maakt is als je er een show van een uur of anderhalf van kunt maken, met verschillende tempo’s, lagen en sferen. Ik ben blij als ik door radio en tv wordt uitgenodigd hoor, maar door de korte tijd is het toch wat oppervlakkiger. Dan kijk ik veel liever uit naar mijn uitverkochte clubtour (die is door corona al twee keer verplaatst, nu naar april, red.).”
Hoe was het om in de zomer een aantal corona-proofconcerten te doen? Sommige artiesten vonden het ook fijn omdat er goed naar ze geluisterd werd.
„Die mening deel ik wel. Mijn plan dit jaar was om een clubtour te doen en zoveel mogelijk festivals om echt te knallen, zodat ik volgend jaar – dat lag al lang in de planning – eindelijk een theaterronde zou kunnen doen, waarbij ik meer zou kunnen vertellen. In dat opzicht is die mogelijkheid met de corona-concerten wat eerder naar me toe gekomen en ik houd daar ook van. Ik kom niet uit een muziekopleiding en ook niet uit een gouden badkuip. Ik heb het een en ander gezien in mijn leven en dat zit in mijn muziek. Bij zo’n optreden krijg je veel meer de ruimte om te vertellen, zonder dat iemand roept ‘hé gast, opschieten, spelen!’ Als in het theater je verhaal twee minuten duurt en je liedje anderhalf, dan kan dat gewoon als het klopt. Dat maakte het deze zomer tot een heel bijzonder tourtje. Maar natuurlijk maak ik het liefst de keuze tussen allebei.”
Je zegt met Aangenaam ‘grijp het leven bij de kloten, spring met je ogen dicht, gewoon doen’. Aangezien je niet uit die gouden badkuip komt, heb je zelf ook gesprongen voor dit muzikantenbestaan?
„Zeker. In alle eerlijkheid ben ik ook wel eens met mijn ogen dicht ergens naast gesprongen. Het lijkt heel cliché, maar het leven duurt echt niet zo lang. Als ik iemand van 50 spreek, die zegt dat hij zo graag nog een keertje wil snowboarden… Dan zeg ik: wat bedoel je? Die shit kost 40 euro en je kunt het morgen doen. Schiet eens op, ga gewoon. Er is weinig tijd, dus gebruik die goed.”
Rob Dekay doet een belofte
Al schreef je je plaat voor coronatijd, je album beluisteren in een tijd dat we allemaal weer thuis zitten is daarbij een goeie tip?
„Natuurlijk en dan maak ik een belofte, want niet alleen muzikanten hebben het lastig. Dat geldt ook voor de horeca. Als iedereen nou besluit mijn plaat te kopen, dan zal ik elk dag eten bestellen. Ik ben wel een horecakind en ken in Deventer veel mensen met eetcafés en lunchrooms. Het is sneu, want ze hebben volgens mij geen groot aandeel in het coronaprobleem. Horecamensen kunnen de hulp heel goed gebruiken. Als het corona ooit is opgelost en er is geen café en geen muzikant meer over om dat goed te vieren… wat hebben we dan nog te vieren?”
Rob Dekay is vanavond te horen in de talkshow van Eva Jinek.
Meer info over Rob Dekay vind je hier.
Lees ook: Superster Dolly Parton bejubelt Jolene-versie van OG3NE