Molloten staan te popelen
De ware Wie Is De Mol?-fan – Molloot genoemd – staat werkelijk te popelen in afwachting van de start van het twintigste seizoen zaterdagavond.
„Inmiddels wel ja”, geeft zo’n Molloot, Tom Beekhuis (27) uit Utrecht, volmondig toe. De online marketeer van voetbalclub FC Utrecht is de drijvende kracht achter WieisdeMolHints.nl (ook Facebook) waarop hij alle hints en aanwijzingen die hij en andere Molloten vinden, verzamelt en bespreekt.
Erin verdwalen
„Je bent er drie maanden heel druk mee en na een katertje kijk je de rest van het jaar naar de volgende Wie Is De Mol? uit”, zegt Beekhuis. Op vrijdag publiceert hij een voorbeschouwing en tijdens de uitzending zit hij klaar met tv, laptop om mee te tikken en Twitter om de hints bij te houden. „Direct na de aflevering verschijnt een stuk op mijn site en daarna duik ik nog in alles wat mensen hebben gezien. Daar kan ik in verdwalen, wat dat betreft ben ik een echte Molloot. Afhankelijk van wat mensen die avond vinden, heb ik het de week die volgt heel druk of niet.”
Acht jaar geleden monteerde Beekhuis aanwijzingen in YouTube-filmpjes. „Dan had ik een paar duizend views ofzo. Sinds ik in 2014 met Facebook en de site begon, is het uit de hand gelopen.” Omdat hij tijdens het kijken drie dingen tegelijk moet doen, mist hij nog weleens wat. „Zoals de uitleg van een spel, dan zit ik op Twitter te kijken. Gelukkig kun je tegenwoordig meteen even terugspoelen, dat heb ik nu goed onder de knie.”
‘Iets met de historie’
Molloot Beekhuis verwacht veel van het jubileumseizoen. „De groep is heel leuk qua samenstelling, vind ik. China is een mooi land, daar zal de regie mee uitpakken. En omdat het de twintigste is, denk ik dat er iets met de historie van het programma wordt gedaan. Dat oud-deelnemers in opdrachten opduiken, bijvoorbeeld.”
Beekhuis is er klaar voor. Maar mocht er nou een geliefde in zijn omgeving het wagen om op een zaterdagavond zijn of haar verjaardag te vieren? „Dan ga ik er niet heen, haha. Of heel laat. Mijn volgers verwachten nu eenmaal meteen na de uitzending een artikel online.”