‘U2 was de grote trendsetter voor popconcerten’
Tegenwoordig is het gebruikelijk dat je tijdens concerten enorme videoschermen en lichtshows ziet, maar dat is een relatief recent fenomeen. „Voor iedere tournee probeer je weer iets nieuws uit”, vertelt Ray Winkler van Stufish Entertainment Architects.
De gemiddelde concertbezoeker zal nog nooit van de naam Stufish gehoord hebben, maar toch zit het Britse bedrijf achter tal van grote tournees, waaronder die van Beyoncé, The Rolling Stones, Mumford & Sons, Madonna, U2, One Direction, Lady Gaga, Queen, Robbie Williams en de afscheidstournee van Elton John. Daarnaast ontwierp Stufish de MTV Awards, Fashion Awards en de openings- en slotceremonies van de Olympische Spelen in Beijing. „Elk proces omvat andere uitgangspunten, referentiepunten, budgetten en tijdslimieten. Dat heeft allemaal zijn uitwerking op de uiteindelijke shows”, aldus Winkler, bestuursvoorzitter en hoofd design van Stufish.
Hij haalt de afscheidstournee van Elton John, die vorige week in de Ziggo Dome te zien was, aan als voorbeeld. „Geen enkele show is hetzelfde en geen enkel proces kun je herhalen. Het was een unieke ervaring om met Elton en zijn team te werken. Uiteraard zijn er nogal wat uitdagingen om een afscheidstournee van iemand met zulke status eer aan te doen. Elton had een geweldig team onder leiding van zijn echtgenoot David Furnish. We waren erg bevoorrecht om toegang te krijgen tot zoveel Elton John-materiaal. De inzichten die David ons verschafte, waren erg nuttig om een show neer te zetten die op maat gemaakt was voor Elton.”
Winkler legt uit dat veel van de apparatuur die tijdens tournees gebruikt wordt door artiesten gehuurd wordt. Een videoscherm dat je ziet bij Muse kan dus later opduiken bij Nicki Minaj. „David Furnish was erop gebrand dat de show die we voor Elton deden specifiek voor Elton ontworpen werd. In deze industrie ben je vaak afhankelijk van huurapparatuur die iedereen gebruikt, zoals schermen en lichten, dus als je niet oppast ziet elke rockshow er hetzelfde uit.” Er is niet zoiets als een ‘typische tournee’, stelt Winkler. „Sowieso is er al een immens verschil tussen arenashows, met tussen de tien- en twintigduizend bezoekers en die gewoonlijk overdekt zijn, en shows in de buitenlucht, waar je vaak alles vanaf de grond moet opbouwen.”
110 vrachtwagens
Winkler kwam in de concertbusiness terecht toen hij in 1995 meewerkte aan de historische PopMart Tour van U2. Tijdens de U2 360° Tour in 2009 waren er 110 vrachtwagens nodig om het immens podium te vervoeren en vijfhonderd crewleden om het op te bouwen. „De waarheid is dat de kosten van de apparatuur aanzienlijk is afgenomen. Tijdens de PopMart Tour in 1995 waren er nog geen artiesten die op tournee gingen met videoschermen. Dat bestond nog niet. De band heeft zelf flink geïnvesteerd in iets dat op dat moment niet commercieel verkrijgbaar was. Ze namen daarmee een enorm risico, want ze wisten van tevoren niet of het wel zou werken.”
„Gelukkig heeft het wél gewerkt, want met die tournee heeft U2 een trend gezet die uiteindelijk geleid heeft tot een scherm van zeventig meter breed en veertien meter hoog tijdens de Joshua Tree Tour in 2017. Dat met een pixelratio van 4K, wat voorheen nog nooit gedaan was.” Zoiets was twintig jaar eerder ondenkbaar. „In 1995 waren er nog geen grote ledschermen verkrijgbaar en computervermogen was nog primitief. Dat zijn direct kosten die nu veel lager zijn. Indirecte kostenbesparing zat ‘m in de koolstofvezel die tijdens de Joshua Tree Tour gebruikt is voor de opbouw van de schermen. Vanwege het lichte gewicht waren er minder vrachtwagens nodig om het decor te vervoeren en minder crew om alles op te bouwen.”
Duur
Over de exacte kosten van een productie kan Winkler niks zeggen, omdat dit met heel veel factoren samenhangt, waaronder het tourschema. „Met een tournee die ruim drie jaar duurt, heb je langer de tijd om de productiekosten terug te verdienen dan bijvoorbeeld bij Take That, die slechts 39 shows doen in drie maanden tijd. We hadden er bij Elton dan ook geen probleem mee om iets voor te stellen dat heel duur was, want gezien het grote aantal shows dat hij geeft, is het uiteindelijk best kostenefficiënt.” Daarnaast moet er goed over nagedacht worden wat er ontworpen wordt. „Wanneer een tournee eenmaal voorbij is, wil een band niet met een hoop spullen blijven zitten die ze nooit meer gaan gebruiken en een fabrikant wil de huurmarkt niet overspoelen met hardware waar hij nooit financieel voordeel uit zal halen.”
Tournees zijn belangrijker voor artiesten dan ooit tevoren, erkent Winkler. „De tourindustrie is de afgelopen twintig jaar drastisch veranderd, van het ondersteunen van een albumrelease tot evenementen die op zichzelf winstgevend zijn. Voorheen konden verliezen van tournees nog worden goedgemaakt met albumverkopen, maar dat is niet langer het geval. Een tournee moet winstgevend zijn. Beyoncé kreeg het tijdens haar laatste tournee met 65 vrachtwagens nog voor elkaar om een half miljard dollar omzet binnen te harken. Om die reden touren artiesten zoveel.”